
Blog Quinten van Geest:
Terug naar eind 2014: tijdens onze teammeeting op vrijdagochtend presenteerde mijn collega Linda Douw over een nieuwe methode in hersenonderzoek. Met deze nieuwe methode kan je kijken naar de variatie in communicatie tussen hersengebieden, terwijl we daarvoor alleen de gemiddelde communicatie tussen hersengebieden maten.
Vanaf dat moment ben ik mij bezig gaan houden met deze nieuwe methode en de toepassing hiervan in MS-onderzoek in relatie tot cognitieHet geheel van informatieverwerkingsprocessen waartoe de mens in staat is. De hogere hersenfuncties die bestaan uit de volgende functies: begrips-en spraakvermogen, rekenvermogen, geheugen, aandachtsvermogen en functies zoals plannen, probleemoplossing, enzovoort. Meer... (het denkvermogen, zoals geheugen, aandacht en concentratie). Na heel veel jaren onderzoek, heeft dit in maart 2018 geleid tot de eerste publicatie in het MS-en-cognitie-onderzoeksveld dat gebruik maakt van deze nieuwe techniek.
Dynamische hersencommunicatie
In een voorgaande blog heb ik uitgebreid beschreven wat dynamische hersencommunicatie inhoudt en hoe deze verschilt van gemiddelde hersencommunicatie (zie mijn blog Van statisch naar dynamisch). In het kort: hersengebieden variëren continu de sterkte van communicatie met andere hersengebieden om bepaalde taken uit te voeren. Deze communicatie is dus erg dynamisch. In gezonde vrijwilligers is deze dynamische communicatie gerelateerd aan cognitieve functies.
Bij mensen met MS komen geheugenproblemen vrij vaak voor. We begrijpen deze problemen nog niet helemaal vanuit biologisch oogpunt en dynamische hersencommunicatie kan ons nieuwe inzichten geven. Daarom hebben we onderzoek gedaan naar geheugen en dynamische hersencommunicatie van de hippocampus (een hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij het opslaan van herinneringen) bij mensen met MS.
De weg naar publicatie
Na meer dan drie jaar onderzoek zijn de resultaten eindelijk gepubliceerd in een internationaal tijdschrift (zie het persbericht voor een samenvatting van onze bevindingen: vumc.nl/mscentrum/Hippocampus_artikel_Quinten/).
De hoofdbevinding was dat stabiele communicatie van de hippocampus met de rest van de hersenen, oftewel minder variatie in communicatie, gerelateerd was aan betere geheugenfunctie bij mensen met MS.
Waarom heeft het zo’n lange tijd geduurd voordat het onderzoek klaar was? Er zijn twee belangrijke redenen die beide gerelateerd zijn aan de nieuwheid van het onderzoeken van dynamische hersencommunicatie. Allereerst zijn we meer dan twee jaar bezig geweest om deze nieuwe hersenmaat goed te begrijpen en te relateren aan cognitieve functies bij MS.
In diezelfde periode waren ook heel veel andere onderzoeksgroepen in de wereld bezig om deze nieuwe methode beter te begrijpen in gezonde vrijwilligers en andere aandoeningen, zoals epilepsie en de ziekte van Parkinson. We hebben veel van hen geleerd, waardoor ons eigen onderzoek beter werd.
De tweede reden is dat, vanwege de nieuwheid van het meten van dynamische hersencommunicatie, andere MS-onderzoekers en niet-MS-onderzoekers nog niet heel erg bekend zijn deze methode. Zij moeten echter wel de artikelen beoordelen op de kwaliteit en bijdrage aan het wetenschappelijke veld. Als onderzoekers nog niet helemaal vertrouwd zijn met een nieuwe methode, zijn ze vaak erg kritisch, en soms zelfs een beetje sceptisch, over de bevindingen. Deze kritische houding is juist goed, maar maakt het soms lastig om dit soort vernieuwende studies te publiceren.
Ons doorzettingsvermogen heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat het artikel tóch is gepubliceerd. Deze beproeving en lange doorlooptijden van projecten zijn denk ik kenmerkend voor de wetenschap. Als onderzoeker moet je beschikken over een lange adem en niet te snel opgeven, want projecten vorderen gestaag met vallen en opstaan. Maar als een onderzoek eenmaal gepubliceerd is, kan je met een heel goed gevoel terugkijken op het wetenschappelijke proces.
Dit bericht heeft 0 reacties