Blaas- en darmproblemen moeilijk ter sprake te brengen

Blaas- en darmproblemen kunnen het dagelijks leven laten ontaarden in een ware spitsroedenloop. Toch vinden veel mensen het moeilijk hun probleem ter sprake te brengen. Ongeveer driekwart van de mensen met MS krijgt vroeg of laat blaasklachten. Op dat moment moet snel actie ondernomen worden om complicaties te voorkomen en kwaliteit van leven te behouden.

Wat zou het leuk zijn een kort tripje te maken. Maar als Stefan Blum, die MS heeft, terugdenkt aan zijn laatste stedentrip naar Parijs, overvalt hem een gevoel van onbehagen.

In plaats van onbezorgd over de boulevards en door de straten te kunnen flaneren, moest hij zich constant afvragen waar het dichtstbijzijnde toilet was. Natuurlijk is dit een probleem waarmee iedereen wel eens te maken heeft gehad. Maar bij hem escaleerde het tot een ware marteling.

Het gevoel geen meester meer over jezelf te zijn – afhankelijk van je eigen blaas. Hij had amper een voet buiten het hotel gezet of de blaas meldde zich weer. “Maar als ik het toilet weer opzocht, kwamen er tot mijn grote ergernis slechts twee druppeltjes uit. Nauwelijks terug in het stadsgewoel en daar voelde ik weer een hevige plasdrang opkomen.”

Velen herkennen zich in de beschrijving van Stefan, ook mensen zonder MS. Blaas- en bekkenbodem problemen komen vaak voor, maar er wordt zelden over gesproken. Door volwassenen worden ze als taboe beschouwd: Wat in het kleinste kamertje gebeurt, moet privé blijven. Daar komt bij dat blaasklachten geen onoplosbaar probleem vormen. Zij zijn bijna allemaal goed behandelbaar.

Waarom loopt alles niet zoals gebruikelijk?

Plassen en poepen worden als vanzelfsprekend beschouwd. Als je geen arts bent, schenk je er pas aandacht aan wanneer blaas en darm niet normaal functioneren. Doorgaans is er ook sprake van een verstoorde samenhang tussen de functies.

Je moet je dit als volgt voorstellen: De urine wordt in de nieren geproduceerd. Van daaruit stroomt de urine via de urineleider (ureter) in de blaas, waar ze wordt verzameld. Bij een urinehoeveelheid van 3 tot 5 dl moet de blaas worden geledigd. Zenuwen in de blaas geven deze informatie via het ruggenmerg door aan de zenuwcentra in de hersenen.

Als er van een verstoorde functie sprake is, worden de impulsen van de blaas naar de hersenen echter vertraagd doorgegeven of geblokkeerd. Door deze stoornis kunnen de hersenen de blaas moeilijker controleren of wordt de coördinatie tussen blaas en sluitspier negatief beïnvloed. De blaas kan de normale hoeveelheid urine niet meer vasthouden en een blaas die ongecoördineerd functioneert, kan zich niet meer normaal legen. Blaas en darm worden via parallel lopende zenuwbanen aangestuurd en gecontroleerd.

Dat betekent dat de blaasstoornis gepaard kan gaan met problemen van de darmfunctie. Een trage darmfunctie heeft tot gevolg dat de darminhoud maar langzaam wordt vervoerd, dikwijls nog extra versterkt door een spasme van de sluitspier van de anus. Vervolgens krijgen de betrokkenen last van verstopping met onregelmatige en moeilijke legen van de darm of in het omgekeerde geval ontlastingsincontinentie. Vaak versterken blaas- en darmfunctiestoornis elkaar.

Moed verzamelen om je te laten onderzoeken is lonend

Laten we eerlijk zijn, niemand gaat voor zijn plezier naar een neuro-uroloog om over intieme details als darm- en blaaslediging te praten. Maar wie al in een vroeg stadium van MS zijn gêne erover opzij zet, kan mogelijke complicaties voorkomen.

Als je een paar trefwoorden over het onderwerp voorbereidt, zal het gesprek voor jou bijna net zo gewoon voelen als voor de arts. Bij blaasklachten of incontinentie is het aan te raden om voor je naar de arts gaat een poos een plasdagboek bij te houden. Daarin noteer je hoeveel je per dag drinkt, hoeveel je plast en hoe vaak je last hebt van ongewild urineverlies. Deze gegevens kunnen bij een eerste beoordelingsgesprek een belangrijke steun zijn.

Bij het eerste onderzoek wordt de urine nagekeken om blaasinfectie uit te sluiten. Bovendien worden ook de nierwaarden in het bloed bepaald evenals de urinestraal en de hoeveelheid resterende urine.

Als uit deze eerste onderzoeken blijkt dat er van een functiestoornis sprake is, wordt bovendien een blaasdrukmeting uitgevoerd en een echografie van de nieren. In bijna alle gevallen kan met zekerheid worden vastgesteld waardoor de stoornis wordt veroorzaakt. Dit legt de basis voor een behandeling.

Blaas- en bekkenbodemproblemen moet je in geen geval lichtvaardig afdoen als onaangename bijverschijnselen van MS. Wie deze functiestoornissen niet serieus neemt, loopt risico om herhaaldelijk blaasontstekingen te krijgen. Bovendien kan een spasme van blaas en bekkenbodem de spasticiteit van de benen versterken en er toe leiden dat lopen steeds moeilijker gaat. Zulke klachten verminderen de eigen kwaliteit van leven.

Specifieke oefeningen kunnen helpen

Als je blaas- en bekkenbodem klachten hebt, zijn er verschillende manieren om deze aan te pakken. Eén mogelijkheid is het aanpassen van het drinkgedrag: koffie, thee, alcohol en koolzuurhoudende, scherpe en zure dranken kun je beter in kleine hoeveelheden of liever helemaal niet drinken. Wie zelf wil proberen wat verlichting geeft, kan dit doen met artikelen op basis van actieve ingrediënten uit planten. Velen vertrouwen bij het voorkomen van blaasproblemen op de gunstige werking van cranberry, waterkers, D-mannose (een natuurlijke suiker), L-methonine (een aminozuur) of antibiotica.

Een andere manier om beter controle te krijgen over de blaasfunctie, zijn blaas- en bekkenbodem oefeningen. Deze methode is met name succesvol wanneer de bekkenbodem met behulp van fijne elektrische impulsen wordt gestimuleerd. Via de fysiologische meetmethode met behulp van biofeedback kunnen lichaamsfuncties toegankelijk worden gemaakt voor het bewustzijn, zodat deze gerichter kunnen worden nagebootst.

Bij meer uitgesproken klachten bestaat bovendien de mogelijkheid om botulinetoxine in de spieren van de blaas te injecteren of de blaas- en bekkenbodem- zenuwen met behulp van een pacemaker te stimuleren.

Gevorderde MS gaat bijna altijd gepaard met een zwakke blaas. Er bestaan echter goede oplossingen waardoor complicaties en onaangename bijverschijnselen kunnen worden voorkomen. Een katheter door de buikwand voor de urineafvoer of een kunstmatige uitgang voor urine waarop de ureter wordt aangesloten, de zogenaamde urinestoma. Onder begeleiding wordt geleerd hoe zo’n katheter moet worden geleegd.

Stoornissen in de darmfunctie daarentegen kunnen meestal worden behandeld zonder dat een operatieve ingreep noodzakelijk wordt, bijvoorbeeld door middel van darmregulering en bekkenbodemtherapie.

Om bij de verschillende vormen van incontinentie en blaaslediging met de juiste behandeling te kunnen starten, moet eerst worden vastgesteld wat het probleem is. Bovenaan de lijst van alle onderzoek staat communicatie: Vertel dat je blaasproblemen hebt, want tijdig behandelen betekent behoud van kwaliteit van leven en voorkomt complicaties.

Typische kenmerken blaas- en bekkenbodemproblemen:

Dikwijls plassen – Lediging van de blaas met korte tussenpozen (ieder uur of vaker), meestal kleine porties urine, dikwijls ook ’s nachts plassen.

Versterkte aandrang – Gevoel dat de blaas onmiddellijk moet worden geledigd.

Urgentie incontinentie – Plotselinge en na korte tijd sterke aandrang waarbij onmiddellijk de blaas geledigd moet worden, de urine kan niet worden opgehouden in de blaas.

Moeite om blaas te ledigen – Zwakke en onderbroken urinestraal, de blaas moet worden geledigd door druk uit te oefenen.

Onvolledige blaaslediging – Dikwijls blijft na het plassen resturine in de blaas achter.

Blaasontsteking – Het gevolg kan herhaaldelijke blaasontsteking zijn, waardoor schubs of verdere progressie van de ziekte wordt veroorzaakt.

Mogelijke oorzaken:

Stressincontinentie (Belastingsincontinentie) – door verhoogde druk in de buikholte bij belasting.

Urgentie incontinentie – door ongewilde samentrekking van de blaasspieren.

Overloopincontinentie – door blokkade van de urinebuis.

Neurogene incontinentie – door verstoorde functie van het zenuwstelsel.

Auteurs: Prof. Dr. med Regula Daggweiler, Afd.Urologie, specialisatie neuro-urologie en Priv. Doc. Dr.med. André Reitz, Afd. Urologie, specialisatie neuro-urologie, KontinenzZentrum Hirslanden, Witellikerstrasse 40, 8032 Zürich, Kontinenzzentrum

Vertaling: Marieke Wegman

Bron: FORTE, Nr.4/november 2016 MS Schweizerische Multiple Sklerose Gesellschaft, Leben mit MS of  Multiplesklerose

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.