Ga naar hoofdinhoud
Lettergrootte: A- A+ Sitemap

De diagnose MS is vaak lastig te stellen. Dat komt doordat de klachten per persoon erg verschillen en veel symptomen niet alleen bij MS voorkomen. MS is ook niet met een eenvoudig bloedonderzoek vast te stellen. Maar als de arts op basis van je klachten MS vermoedt, kunnen de volgende onderzoeken helpen om tot een juiste diagnose te komen.

MRI

MRIMet een MRI-scan kan de arts de voor MS typerende afwijkingen (laesies) in je hersenen en/of ruggenmerg zien en meten. Om de beelden te maken, word je in een soort tunnel of holle buis geschoven. Een MRI-apparaat maakt gebruik van radiogolven en levert zeer gedetailleerde beelden op. Het onderzoek is niet erg belastend en de radiogolven zijn totaal onschadelijk, het apparaat maakt wel vrij veel lawaai. Een MRI is in principe altijd nodig om MS te kunnen vaststellen. Lees hier meer over MRI-onderzoek bij MS.

 

CT-scan

Een CT-apparaat maakt röntgenopnamen. Net als bij een MRI lig je in een tunnel waar vanuit verschillende richtingen opnamen worden gemaakt. Met behulp van een computer worden daarna beelden samengesteld waarop de grotere afwijkingen te zien zijn. Een CT-scan is dus minder gedetailleerd dan een MRI-scan en de röntgenstralen zijn iets minder onschuldig dan de radiogolven van een MRI. Een CT-scan is dan ook geen standaard onderzoek voor de diagnose MS, maar kan een optie zijn om andere ziekten uit te sluiten.

Neurofysiologisch onderzoek

Als de arts na het MRI-onderzoek twijfelt of het om MS gaat, kan hij de geleidingssnelheid van de zenuwbanen in je centrale zenuwstelsel bepalen. In dit stelsel zit de myeline die de zenuwen beschermt, zodat ze de boodschappen vanuit je hersenen snel naar je lichaam kunnen sturen. MS tast de myeline aan, waardoor boodschappen minder goed doorkomen (geleiden). De arts kan de geleidingssnelheid meten met ‘opgewekte stroompjes’ (evoked potential (EP)) in je gehoor, motorisch systeem, gevoel en gezichtsvermogen. Deze onderzoeken zijn niet erg belastend, maar ze duren wel lang.

Liquoronderzoek (‘ruggenprik’)

Om de diagnose MS definitief te stellen, kan de arts nog een ruggenprik doen. MS-afwijkingen in de hersenen zijn vaak zichtbaar in het vocht (liquor) dat om je ruggenmerg zit. Met een prik (lumbaalpunctie) tussen je ruggenwervels tapt de arts wat van dit vocht af om te onderzoeken. Ongeveer 90% van de mensen met MS heeft een afwijking in zijn liquor. Maar andere ziekten kunnen dezelfde afwijking geven, zoals bepaalde virusinfecties (die vaak wel met bloedonderzoek aan te tonen zijn). Een ruggenprik is vrij belastend en niet altijd nodig voor een definitieve diagnose.

Criteria

Omdat MS lastig vast te stellen is, hanteert de arts bij de diagnose de volgende criteria:

  • De klachten en afwijkingen wijzen op MS of op een MRI zijn minstens twee afwijkende plekken (laesies) op specifieke locaties in je hersenen en/of ruggenmerg te zien.
  • De ziekte gaat gepaard met minstens twee terugvallen (relapses, schubs) en verbeteringen (remissies).
  • Als geen sprake is van relapses en remissies, moet een jaar lang een geleidelijke verslechtering merkbaar zijn. Dan is de diagnose primair progressieve MS (PP MS). Ondersteunend aan de diagnose zijn laesies op de MRI te zien en is de liquortest (ruggenmergvocht) positief.
  • Er mogen geen andere ziekten zijn die de klachten beter kunnen verklaren dan MS.

Wanneer aan al deze cirteria wordt voldaan, is de diagnose ‘zekere MS’. Is een deel (nog) onduidelijk, dan is de diagnose ‘mogelijk MS’. Een internationale groep neurologen heeft deze vier criteria in 2005 vastgesteld en in 2010 nog iets verder verduidelijkt. Lees hier meer over deze Mc Donald criteria.

In deze video van MS in Beeld legt Bram Platel aan de hand van de nieuwste ‘McDonald criteria’ uit hoe de diagnose MS gesteld wordt.

Neuromyelitis Optica Spectrumziekten (NMO (SD))

Veel symptomen die bij MS voorkomen, zien we ook bij de aandoening NMO (SD). Dit staat voor Neuromyelitis Optica Spectrum Disorder. NMO (SD) is een auto-immuunziekte waarbij ontstekingen in het centrale zenuwstelsel voorkomen. Deze ontstekingen ontstaan met name in de oogzenuw (neuritis optica) en in het ruggenmerg (myelitis transversa). Hoewel er ook in de hersenen ontstekingen kunnen ontstaan zijn deze toch anders dan die worden gevonden bij multiple sclerose.

Spectrum disorder, ook wel overlapsyndroom, betekent dat een ruggenmerg- en oogzenuwontsteking zowel afzonderlijk als gelijk kunnen optreden om de diagnose NMO (SD) te kunnen stellen.

Second opinion

Als je aan de diagnose twijfelt, kun je om een second opinion vragen. Dit houdt in dat een tweede deskundige jouw klachten onderzoekt en beoordeelt. Nederland kent een aantal in MS gespecialiseerde Academische Centra en ziekenhuizen waar verpleegkundigen werken met een MS-specialisatie. De adressen vind je op de Zorgzoeker van MS Zorg Nederland en op MSweb in de Zorgkaart MS.

MS, wat nu?

Als je de diagnose MS hebt gekregen, wil je meer weten over de ziekte en hoe je hiermee kunt omgaan. Daarom hebben we een cursus/brochure samengesteld waarin veel van je eerste vragen en zorgen aan bod komen. De informatie is actueel en geeft een reëel beeld van de ziekte en praktische tips om ermee om te gaan.

Vraag de cursus/brochure ‘MS, wat nu?’ hier aan.

 

Uitgelicht

Dit vind je misschien ook interessant...

Laatste nieuws

Back To Top