
Fysiotherapie kan bij sommige klachten van MS heel waardevol zijn. Zo blijkt uit een serie die we enkele nummers geleden zijn begonnen met drs. Marc Rietberg, bewegingswetenschapper en fysiotherapeut van het MS-centrum in Amsterdam. In deze derde aflevering kijken we daarbij een deur verder, de deur van ergotherapeut. Die er in de praktijk vooral op gericht blijkt, geschikte aanpassingen aan te reiken aan de door de ziekte nieuw ontstane situatie.
Door: Raymond Timmermans
Leren beter bewegen is één ding, het leren omgaan met iets dat niet meer goed beweegt is minstens zo belangrijk. Anders gezegd: veel mensen met MS zijn niet alleen gebaat bij hulp bij bewegingsoefeningen, maar zeker ook bij aanpassingen. Voor het eerste kun je als regel goed terecht bij een fysiotherapeut voor het tweede ligt een advies van een ergotherapeut voor de hand. Als je MS hebt is het trouwens verstandig maar meteen beide mogelijkheden te benutten.
De al eerder in deze serie langs gekomen fysiotherapeut en bewegingswetenschapper drs. Marc Rietberg – van het MS-centrum van het Vrije Universiteit medisch centrum (VUmc) in Amsterdam – verwijst dan naar een deur verder, die van drs. Isaline Eyssen of naar een van haar collega-ergotherapeuten. “Zij weet vaak, voor als het niet meer kan zoals je vindt dat het eigenlijk zou moeten – zoals je gewoon was – te bereiken dat het dan maar moet zoals het nog kan”, aldus Marc.
“Voor alle duidelijkheid”, voegt hij er snel aan toe: “Je kunt nog niet direct naar een fysiotherapeut of een ergotherapeut, maar je hebt daarvoor een verwijzing nodig van een arts. Per 2005 zal dat trouwens veranderen en heb je geen verwijzing meer nodig. Wel kan het nu zo zijn dat ik als fysiotherapeut aan een arts advies geef om een ergotherapeut in te schakelen. Maar je kunt dus via je huisarts, je neuroloog of je revalidatiearts naar de ergotherapie”.
Een verwijzing bijvoorbeeld naar drs. Isaline Eyssen dus. Geboren in 1969 in Limburg. Gezondheids-/bewegingswetenschappen gestudeerd in Maastricht en vervolgens ergotherapie in Amsterdam.
Ergotherapie: een van oorsprong Grieks samengesteld woord. Ergos dat werk betekent en therapie, behandeling. Ergotherapie komt vooral neer op het zoeken naar en het aanreiken van praktische oplossingen voor problemen in terugkerende alledaagse activiteiten en het iemand – letterlijk – leren omgaan met problemen die door ziekte of handicap zijn ontstaan”.
Aanpassen
“Als het niet mogelijk is om de situatie weer zoals vroeger te krijgen, dan is vooral aanpassen aan de veranderde situatie aan de orde”, betoogt Isaline Eyssen. Waarbij het haar gaat om het vinden van oplossingen om tot resultaten te komen die in bevredigende mate vergelijkbaar zijn met vroeger. Wie niet goed meer kan lopen om zich te verplaatsen, heeft dan wellicht iets aan een rollator, een rolstoel of een scootmobiel. Wie geen handfunctie meer heeft en bijvoorbeeld niet meer op de gebruikelijke manier een computer kan bedienen, heeft dan waarschijnlijk iets aan spraakherkenning. Van die dingen dus.
Als het niet mogelijk is om de situatie weer zoals vroeger te krijgen, dan is vooral aanpassen aan de veranderde situatie aan de orde”
“Maar het gaat bij dit aanpassen niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats om het vinden van geschikte hulpmiddelen”, merkt zij onmiddellijk op. “Mijn doel als ergotherapeute is om te beginnen, je te helpen om als het even kan zonder hulpmiddelen, zelfstandig, zo optimaal mogelijk te functioneren in je eigen woon-, leef- en werkomgeving”.
Een doelstelling die ze uiteenrafelt in tal van deeldoelen, variërend van leren om jezelf te wassen en aan te kleden tot leren boodschappen doen. Trappen lopen, in en uit bed komen, maar ook autorijden en fietsen. Het zoeken naar geschikt werk zelfs, het uitvoeren daarvan, het doen van het huishouden, knutselen, sporten, telefoneren. Voor dat alles kun je je door een ergotherapeut laten bijstaan.
Samen
Wat ik doe is het samen met jou als hulpvrager en op basis van jouw mogelijkheden een programmaatje opstellen. Daarin zetten we op een rijtje wat je van belang vindt nog te kunnen doen en proberen we uit te vinden hoe. Bijvoorbeeld een jas dichtknopen, een maaltijd bereiden, een douche nemen, opstaan uit een stoel. Maar ook tuinieren, de administratie doen. Allemaal activiteiten die een ergotherapeut met je kan oefenen.
Dat kan zowel in het ziekenhuis, thuis als op het werk en zelfs in de hobbyclub. Bovendien reken ik het me tot mijn taak ook, als het nodig is en je dat tenminste wilt, je omgeving te adviseren, je partner, familieleden, verzorgers. En ook je te helpen bij het vragen om speciale voorzieningen en hulpmiddelen bij de daarvoor verantwoordelijke instanties”.
Bij herhaling beklemtoont Isaline Eyssen dat een ergotherapeut daarbij als regel zal uitgaan van de hulpvragende man of vrouw zelf. “Ik spreek in dit verband van therapie mét de cliënt, niet vóór de cliënt. Samenwerking met de hulpvrager en zijn omgeving is voor een ergotherapeut een múst om de vraag helder te krijgen en bijdragen te kunnen leveren aan het oplossen van problemen. Bij mensen met MS al helemaal een voorwaarde, omdat iedereen die MS heeft verschillend is. Verstoringen en gevolgen daarvan kunnen zich op verschillende gebieden uiten. Ik ga ervan uit dat jij, als hulpvrager met MS, de ervaringsdeskundige bij uitstek bent. Je bent zowel de probleeminbrenger als feitelijk ook de probleemoplosser”.
Als ergotherapeut gaat ze dan eerst bepalen wat niet meer naar wens gaat, welke stoornissen en beperkingen er zijn, maar vooral ook wat de mogelijkheden zijn. “Vervolgens stellen we een plan op en start de daadwerkelijke behandeling”.
Isaline Eyssen: “Als therapeut treed ik als het ware op als trainer/coach. Ik ben er vooral op uit het probleemoplossende vermogen van jouzelf en jouw omgeving te stimuleren. We zoeken samen. En zo nodig vragen we er zelfs nog de hulp van andere deskundigen bij”.
Vermoeidheidsmanagement
Uit ervaring weet ze dat bij mensen met MS enkele problemen méér voorkomen dan bij andere mensen met een ziekte of handicap. “Om te beginnen heeft iemand met MS meestal maar een beperkte energievoorraad. Laatst zij iemand me: ik lijk wel een oude accu. Ik kan prima energie leveren, maar mijn accu raakt snel leeg en het opladen duurt dan lang… Zo iemand probeer ik, wat ik noem, vermoeidheidsmanagement te leren. Daarbij probeer ik te bereiken dat jij als patiënt optimaal inzicht krijgt in je eigen vermoeidheid, je persoonlijke grenzen erkent en herkent, en dat je vervolgens komt tot een goede tijdsindeling, aanpassing van de wijze waarop je dingen doet en desnoods ook het gebruik van hulpmiddelen. Wat ik probeer is om jou met je MS te leren hoe in de praktijk om te gaan met die vermoeidheid die zoveel invloed kan hebben op de dingen die je wilt en moet doen”.
Cognitieve problemen
Isaline noemt in dit verband ook de eventuele moeilijkheden met kennis- en geheugenfuncties, netjes gezegd de cognitieve problemen. “Mensen met MS melden nogal eens beperkingen bij het uitvoeren van meerdere activiteiten tegelijk, bijvoorbeeld koken en praten, en met het organiseren en plannen. Oplossingen daarvan liggen vooral in het aanleren en trainen van technieken die gericht zijn op de aanpak van problemen met aandacht, concentratie, uitvoering en organisatie”.
Handfunctie
Op de lijst van uitgesproken MS-problemen staat ook de beperking van de handfunctie. “Afnemende kracht en verminderd gevoel kunnen leiden tot niet of moeilijk uitvoeren van dagelijks terugkerende zaken als eten, drinken, schrijven, knopen dicht maken, een auto besturen, tekenen of gereedschap hanteren. Maar je moet je daar niet zomaar bij neerleggen. De ergotherapeut kan samen met je kijken of handfunctietraining zinvol is of dat je zaken anders kunt doen”.
In het verlengde hiervan noemt zij de communicatieve problemen: praten, schrijven. telefoneren, computeren. “Ook aan dit soort communicatieve problemen is van alles te doen. Ook hier weer eerst kijken of oefenen zinvol is natuurlijk, maar ook hulpmiddelen kunnen helpen, tot en met de spraakherkennende computer.”
En dat brengt haar tenslotte bij die vaak toch niet te vermijden hulpmiddelen. Zie voor een greep eruit ook het kader aan het eind. “Er zijn zoveel hulpmiddelen. Benut ook daarvan je mogelijkheden, zou ik zeggen!”
En dan terug naar de fysiotherapeut?
“Indien nodig, zeker. Ik zal altijd adviseren om nog zoveel als je mag, kan en nodig is te bewegen. Het gevaar van weinig beweging is dat het leidt tot een neerwaartse spiraal. Weinig bewegen kan leiden tot verzwakking, waardoor je mogelijk nog minder kan bewegen. En als weinig bewegen het gevolg is van een niet optimale spierkracht kun je met de fysiotherapeut proberen dat zo optimaal mogelijk te maken”.
Haar collega, fysiotherapeut Marc Rietberg, sluit aan: “Ergo- en fysiotherapeuten hebben een duidelijke raakvlak en werken daarnaast aanvullend. Bovendien zoals zo vaak geldt ook hier dat voor het oplossen van problemen vaak meerdere wegen beschikbaar zijn. Ook ik zou zeggen: benut de wegen die nodig zijn optimaal”.
Vragen
Volgende keer in deze serie onder meer speciale aandacht voor enkele bijzondere mogelijkheden en onmogelijkheden van andere bewegingstherapieën als Mensendieck en Caesartherapie.
Hulpmiddelen: Ergotherapeut drs. Isaline Eyssen somt desgevraagd tientallen soorten hulpmiddelen op die voor mensen met MS van waarde kunnen zijn. | |
In de sector hygiëne: – verhoogd toilet – steunbeugels – douchezitje – badplank – tenenwasser |
In de sector mobiliteit – werkstoel – trippelstoel – sta-kruk – scootmobiel – driewielfiets |
In de sector kleden: – kousenaantrekker – ‘Helping hand’ – knopenhaakje – lange schoenlepel |
In de sector vrije tijd/communicatie: – leesstandaard – telefoonaanpassing – dikkere pen met antislip handvat – computeraanpassingen |
In de sector eten + drinken: – verdikt handvat – zwaarder bestek – antislip |
In de sector huishouden: – pottenopener – zaaghandvat op kaasschaaf en mes |
De meeste hulpmiddelen zijn te vinden op Internetsites van de thuiszorg, of bij de vereniging Spierziekten Nederland: www.vsn.nl/hulpmiddelen. |
MSzien, jaargang 2004, nr. 5 – Rubriek: HULP
Dit bericht heeft 0 reacties