
Onderzoek Revalidatiegeneeskunde VUMC
Mensen met MS kunnen baat hebben bij een voet-enkel-orthese (EVO). Doel van deze ortheseHulpmiddel ter ondersteuning van een bepaalde motorische functie van een lichaamsdeel. Meer... is om het lopen te verbeteren. In MS-land is de EVO nog een vrij onbekend hulpmiddel. Aan de afdeling Revalidatiegeneeskunde van het VUmc werkt onderzoeker drs. Daan Bregman aan de verbetering van de ‘enkel-voet-orthese’. Zijn doel is de optimale EVO voor de individuele patiënt vinden.
Door: Nora Holtrust
Als je je voet niet goed meer kunt optillen, minder kracht hebt in de kuitspieren of je krijgt last van je evenwicht door dat bekende zwalkende MS-loopje, kortom, je loopt steeds slechter, dan kan de revalidatiearts een ‘orthese’, voorschrijven. “Je zou het ook een spalk kunnen noemen,” zegt Daan Bregman (1982), onderzoeker bij de afdeling Revalidatiegeneeskunde aan het VUmc”. Een beetje deftiger gezegd is een orthese een ‘uitwendig gedragen hulpmiddel met een ontlastende, ondersteunende of corrigerende functie’. Dus bijvoorbeeld, een beugel voor het gebit heet ook een orthese. “Ik doe specifiek onderzoek naar de orthese voor voet en onderbeen, de EVO,” aldus Bregman, Vroeger bestond een EVO uit leer en/of metaal, met als nadeel voor de gebruiker, dat dit materiaal de EVO vrij zwaar maakt. Tegenwoordig worden ortheses van steeds lichter materiaal gemaakt. Het nieuwste op dat gebied is carbonfiber, oftewel koolstof.
Ik doe specifiek onderzoek naar de orthese voor voet en onderbeen, de EVO.”
“Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat sommige mensen veel profijt hebben van een orthese, terwijl andere mensen er niets aan hebben of er zelfs hinder van ondervinden” vertelt Daan, “Wij denken dat dat komt omdat de afstemming van de eigenschappen van de orthese en het looppatroon niet optimaal is.” Daan Bregman studeerde in 2006 af aan de VU als Bewegingswetenschapper en solliciteerde daarna op een onderzoeksbaan bij de VU. “Het ging om een promotietraject en wat me er vooral in aansprak was de combinatie van mechanisch onderzoek naar de orthese zelf en de toepassing van deze mechanische kennis om mensen daadwerkelijk beter te laten lopen.”
Orthesetester
Ortheses worden al langer voorgeschreven, maar hoe bepaal je nu wat de beste orthese is voor een bepaalde patiënt? Vanuit de praktijk is bekend dat de stijfheid van een EVO belangrijk is. Hoe bepaal je per individu de meest geschikte stijfheid van zijn orthese, vragen we aan Bregman. “Samen met TU Delft hebben we een computersimulatiestudie gedaan,” vertelt hij, “we hebben een computermodel met verschillende ortheses heel veel laten lopen. Daaruit bleek dat je een optimale combinatie kunt maken tussen de veereigenschappen van de orthese en de individuele patiënt. We willen nu kijken of we dat voor ‘echte’ patiënten kunnen reproduceren. Met andere woorden: de eigenschappen van de orthese zo goed mogelijk aanpassen aan de individuele patiënt. Het uiteindelijke doel is dat de patiënt met behulp van de EVO zo weinig mogelijk energie verbruikt.”
Bregman heeft ook een zogenoemde orthesetester ontwikkeld om de stijfheid van een EVO vast te kunnen stellen. Met die orthesetester kun je alle soorten en vormen van EVO’s testen, dus zelfs ortheses, die in het verleden in gebruik waren. Voordeel van een orthesetester is dat je de eigenschappen van de orthese objectief kunt vaststellen. De afstemming tussen de eigenschappen van de orthese en de patiënt gebeurt tot op heden op basis van ervaring van de revalidatiearts en de orthopedisch instrumentenmaker. Dankzij de orthesetester wordt een nog objectievere afstemming mogelijk.
Patio en bewegingslaboratorium
Eind 2009 is Bregman begonnen met de theorie aan de praktijk te toetsen. Er zijn vijf prototypes van een orthese van carbonfiber gemaakt en er zijn twaalf mensen gezocht om aan het onderzoek mee te doen. Een deel van hen heeft MS en een deel heeft CVA (herseninfarct), maar beide groepen hebben vergelijkbare loopklachten.
Marcel is patiënt bij het MS-centrum van de VU en hij maakt al geruime tijd gebruik van een orthese. Na een tip van de neuroloog gaf hij zich op als deelnemer aan het onderzoek van Bregman. “Ik heb best gemak van mijn huidige orthese en als ik er eentje kan krijgen die nog beter bij me past, dan heb ik daar echt wel iets voor over.” Het onderzoek vraagt wel de nodige tijd en inspanning van de deelnemers. Het eerste bezoek is een intake van 2,5 uur en de drie vervolgafspraken duren ieder twee uur. Met de keer voor de uitslag meegerekend moet je dus vijf keer naar het Vumc.
Een deel van het onderzoek speelt zich af in een van de patio’s van de Revalidatieafdeling van het VUmc. In die patio is een looproute uitgezet, waar de deelnemer twee keer zes minuten moet lopen, zowel met als zonder orthese. In de volgende sessies moet je met de vijf nieuw ontwikkelde ortheses van carbonfiber lopen. “Die eerste keer moet je ook zonder orthese lopen”, vertelt Marcel, “ en dat vind ik inmiddels best wel zwaar. En dan loop je ook nog met een kapje over je neus en je mond, waarmee de zuurstofopname wordt gemeten.”
Daarna volgt een loopanalyse in het zogenoemde bewegingslaboratorium. Je krijgt een stel lichtjes op je lichaam bevestigd en die lichtjes worden gevolgd door camera’s. Je moet een aantal keren heen en weer lopen over een loopband van een meter of tien met onzichtbare meetinstrumenten in de vloer. Die band meet welke krachten er tijdens het lopen op de vloer worden uitgeoefend.
Promotie
Marcel is klaar met zijn deelname aan het onderzoek. “Ik heb advies gekregen om een wat lichtere orthese te gaan gebruiken met wat meer veerkracht dan degene die ik nu heb. Dus ik ga kijken of ik een nieuwe orthese voorgeschreven krijg.” Marcel was een van de eerste deelnemers aan het onderzoek, dus de uitkomst van het totale onderzoek laat nog wel even op zich wachten. Het onderzoek moet uitmonden in een proefschrift. Daan Bregman: “Ik verwacht dat het onderzoek in het voorjaar van 2011 klaar is, maar een promotiedatum heb ik nog niet. En, wil je er alsjeblieft bijschrijven dat het onderzoek financiële ondersteuning krijgt van het Annafonds?” (www.annafonds.nl). Wordt vervolgd!
MSzien, jaargang 9 (2010) nr. 2
Kreeg 20 jaar geleden de diagnose MS; al 3x stemcell behandeling ondergaan; al 5+ jaar geen MS relapse meer gehad; lopen is slecht en het rechterbeen sleept; ben heel benieuwd of een enkel-voet orthese mijn lopen helpt te verbeteren. Ik hoor graag van u. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw tijd.
Groet,
Aat van Bart
Beste Aat,
Het interview met drs Bregman is al van een tijdje geleden. Hij zal niet op jouw vraag reageren. Maar als je interesse hebt/ wil uitzoeken of een orthese iets voor jou zou kunnen zijn, kun je het beste eerst hierover in gesprek gaan met je huisarts. De huisarts kan voor een verwijzing zorgen naar een specialist in het ziekenhuis.