vanuit psychologisch perspectief

Vermoeidheid is de meest voorkomende en beperkende klacht bij patiënten met MS. De oorzaak is vooralsnog onbekend en vermoeidheid is moeilijk te behandelen. Een psychologische benadering van vermoeidheid bij MS-patiënten is veelbelovend en kan worden ingezet om de kwaliteit van hun leven te verbeteren.

Samenvatting proefschrift Yvonne Bol
proefschriften-100305-bol-cover-grootDoelstelling van dit proefschrift is het concept MS-gerelateerde vermoeidheid beter te begrijpen vanuit een psychologisch perspectief. Wat is de toegevoegde waarde van psychologische factoren naast biologische factoren, zoals de ernst van de ziekte en cerebrale witte stofafwijkingen? Wat is de invloed van vermoeidheid op cognitie, de ziektespecificiteit van MS-gerelateerde vermoeidheid en in hoeverre kan de vermoeidheid bij MS worden verklaard door depressie, negatieve affectiviteit en cognitief gedragsmatige factoren?

In de inleiding wordt het ziektebeeld MS en MS-gerelateerde vermoeidheid beschreven. De onderzoekster presenteert twee casussen die de klinische presentatie van vermoeidheid en de invloed op het dagelijkse leven illustreren. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de doelstelling van dit onderzoek en de onderzoeksvragen. Daarna volgt een kritisch overzicht van de bestaande literatuur over de bijdrage van psychologische factoren aan MS-gerelateerde vermoeidheid. Hoe luidt de definitie van vermoeidheid bij MS en hoe meet je die? Vervolgens richt het onderzoek zich op conceptuele kwesties, namelijk de relatie tussen MS gerelateerde vermoeidheid enerzijds en stemming, angst en cognitief functioneren anderzijds. Daarnaast is de invloed van persoonlijkheid en cognitief gedragsmatige factoren op vermoeidheid bij MS in kaart gebracht. Ook doet de onderzoekster aanbevelingen voor de klinische praktijk en verder onderzoek.

Neuro-psychologische testbatterij

Het volgende hoofdstuk beschrijft de invloed van lichamelijke en mentale vermoeidheid bij 80 mensen met MS op cognitieve klachten en prestaties. In het onderzoek is van een uitgebreide neuro-psychologische testbatterij gebruik gemaakt met diverse taken die relatief veel mentale inspanning vereisen. De resultaten laten zien dat mentale vermoeidheid, samen met angst en depressie, een substantieel deel van cognitieve klachten verklaart. Lichamelijke vermoeidheid draagt niet bij aan cognitieve klachten. Voorts zijn zowel lichamelijke als mentale vermoeidheid niet gerelateerd aan de snelheid van informatieverwerking, aandacht, geheugen en executief functioneren. De onderzoekster adviseert om het neuropsychologisch onderzoek bij MS patiënten uit te breiden met onderzoek van angst, depressie en vermoeidheid gegeven hun invloed op cognitieve klachten. Omdat vermoeidheid bij MS patiënten niet gerelateerd is aan cognitieve prestaties, is uitgebreid neuro-psychologisch onderzoek bij vermoeide MS patiënten gerechtvaardigd. Juist vanwege het voorkomen van relatief subtiele cognitieve tekorten bij MS en de impact hiervan op het dagelijks functioneren, is uitgebreid neuro-psychologisch onderzoek noodzakelijk om cognitieve tekorten te kunnen objectiveren.

Vervolgens richt het onderzoek zich op de mentale vermoeidheid bij MS en de ziektespecificiteit hiervan. In dit onderdeel zijn 40 MS patiënten vergeleken met 19 gezonde controle proefpersonen en 20 patiënten met colitis ulcerosa (CU), een niet-neurologische, chronische en intermitterende auto-immuunziekte. Mentale vermoeidheid is niet alleen gemeten met een zelfrapportage vragenlijst (subjectieve mentale vermoeidheid), maar ook middels een taak die volgehouden mentale inspanning vergt (objectieve mentale vermoeidheid). In beide patiëntenpopulaties zijn de relaties tussen de mate van subjectief en objectief gemeten vermoeidheid en de ernst van de ziekte vergeleken.

Subjectieve en objectieve mentale vermoeidheid

Vervolgens zijn in drie verschillende groepen de relaties onderzocht tussen enerzijds de subjectieve en objectieve maat van mentale vermoeidheid en anderzijds cerebrale witte stof laesies gemeten middels MRI en depressieve klachten. De bevindingen laten zien dat MS-patiënten meer mentale vermoeidheid ervaren dan beide controlegroepen, maar dat de drie groepen niet verschillen wat betreft de objectieve maat van mentale vermoeidheid. De ernst van de ziekte en de totale hoeveelheid cerebrale witte stof laesies hangen niet samen met beide maten van mentale vermoeidheid. Depressieve klachten correleren alleen in de groep gezonde controle proefpersonen met de subjectieve maat van mentale vermoeidheid. Concluderend heeft het onderscheid tussen subjectief en objectief gemeten mentale vermoeidheid niet bij kunnen dragen aan ons inzicht in het wel of niet ziektespecifiek zijn van mentale vermoeidheid bij MS.

Hierna is opnieuw de ziektespecificiteit van vermoeidheid bij MS onderzocht door 88 MS patiënten te vergelijken met 76 CU patiënten. Daarbij is vooral gekeken naar de bijdrage van ziekte-ernst, depressie en negatieve affectiviteit aan zowel lichamelijke als mentale vermoeidheid. Hoewel MS patiënten zowel meer lichamelijke als mentale vermoeidheid ervaren dan CU patiënten, vonden we geen groepsverschillen ten aanzien van de bijdrage van ziekte-ernst, depressie en negatieve affectiviteit aan zowel lichamelijke als mentale vermoeidheid. Deze studie laat zien dat ziekte-ernst een onafhankelijke bijdrage levert aan lichamelijke vermoeidheid en niet aan mentale vermoeidheid, terwijl het tegenovergestelde het geval is voor negatieve affectiviteit. Depressie levert zowel een bijdrage aan lichamelijke als aan mentale vermoeidheid. Hoewel MS patiënten meer vermoeidheid ervaren dan CU patiënten, zijn de correlaten niet specifiek voor MS en ondersteunen de resultaten een transdiagnostische benadering van vermoeidheid bij MS.

Catastroferen

In het volgende hoofdstuk is de invloed van catastrofale (mis)interpretaties op vermoeidheid en lichamelijke beperkingen onderzocht in een groep van 262 MS patiënten. We hebben een cognitief gedragsmatig model vergeleken met een traditioneel biomedisch model middels structural equation modeling. Exploratief gebruik van deze methode heeft ons geleid naar een geïntegreerd cognitief gedragsmatig model, waarin catastroferen over vermoeidheid een sleutelrol vervult en de relatie tussen vermoeidheid en vermoeidheid gerelateerde angst en vermijdingsgedrag medieert. In dit geïntegreerde model draagt ziekte-ernst indirect bij aan vermoeidheid, via zowel vermoeidheid gerelateerde angst en vermijdingsgedrag als lichamelijke beperkingen.

Depressie blijkt een negatief gevolg te zijn van lichamelijke beperkingen en draagt direct bij aan zowel vermoeidheid als catastroferen over vermoeidheid. Onze studie laat zien dat niet alleen de ernst van de symptomen, maar met name catastroferen over vermoeidheid, vermoeidheid gerelateerde angst en vermijding, in combinatie met depressie, significante determinanten zijn van vermoeidheid en lichamelijke beperkingen bij MS patiënten. De resultaten suggereren dat modificatie van catastroferende gedachten over vermoeidheid een veelbelovende methode van interventie kan zijn om ervoor te zorgen dat MS patiënten hun doelen in het dagelijkse leven kunnen bereiken.

Conclusie

Rekening houdend met de methodologische beperkingen, heeft dit proefschrift onze kennis en begrip van MS-gerelateerde vermoeidheid vergroot en inzicht verschaft in de relatie met psychologische variabelen. De bevindingen van dit proefschrift ondersteunen de conclusie dat een psychologische benadering van MS-gerelateerde vermoeidheid veelbelovend is en dat deze gebruikt kan worden om interventies te ontwikkelen ten einde vermoeidheid te verminderen en de kwaliteit van leven van MS patiënten te verbeteren.

Proefschrift: Understanding fatigue in multiple sclerosis. From a psychological perspective
Promotor: prof. dr. F.R.J. Verhey, prof. dr. R.M.M. Hupperts, prof. dr. J.W.S. Vlaeyen
Copromotor: dr. A.A. Duits

Curriculum Vitae

Personalia:

Naam:     Yvonne Bol
Geboren: 12 april 1975 in Vlissingen

Opleiding:
1993 VWO Chr. Scholengemeenschap Walcheren, Middelburg

1998 Gezondheidswetenschappen, Universiteit Maastricht, cum laude afgestudeerd in de Geestelijk Gezondheidskunde

2001 GZ registratie

 Werkervaring:
2002 – 2008 – Gezondheidszorgpsycholoog MUMC

2009 – Psycholoog Orbis Zorgconcern Sittard

IMG_8680C

Promotie:

05 maart 2010, Universiteit Maastricht

Relatie met MS:

Yvonne Bol werkte voordat zij aan haar promotie-onderzoek begon al als psycholoog in het Academisch ziekenhuis Maastricht. In die hoedanigheid zag zij veel MS patiënten die moe waren. Zij vroeg zich af: hoe komt het dat ze zo moe zijn? Het is klinisch onderzoek geweest, ben ook nu vooral clinicus, zie veel MS patiënten in OMC te Sittard en daarnaast is Yvonne werkzaam als onderzoeker bij het Academisch MS Centrum Limburg, dat ook gevestigd is in OMC te Sittard.