
Door patronen te herkennen op MRI-scans kunnen klachten bij multiple sclerose beter worden begrepen. Martijn Steenwijk deed onderzoek naar de aanwezigheid van patronen van hersenkrimp (atrofieTeruggang in de voedingstoestand der organen waardoor deze verkleinen of verschrompelen. Meer...) bij mensen met MS. Hij zag dat bepaalde krimppatronen in de hersenschors sterk samenhingen met de klachten die MS-patiënten ervaren.
Promotie: Martijn D. Steenwijk, 26 april 2016 VUmc
Door patronen te herkennen op MRI-scans kunnen klachten bij multiple sclerose (MS) beter worden begrepen, zo concludeert Martijn Steenwijk in zijn proefschrift.
Steenwijk deed onderzoek naar de aanwezigheid van patronen van hersenkrimp (atrofie) bij mensen met MS. Hij zag dat bepaalde krimppatronen in de hersenschors sterk samenhingen met de klachten die MS-patiënten ervaren. Steenwijk promoveert op 26 april aan VUmc.
De hersenschors bevindt zich aan de buitenkant van de hersenen en bevat een groot deel van de zenuwcellen. Witte stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... bevindt zich aan de binnenkant van het brein en bevat de banen die de zenuwcellen met elkaar verbinden.
Uit eerder onderzoek blijkt dat niet zozeer de MS-afwijkingen in de witte stof, maar afname van de hoeveelheid grijze stofDe gebieden in de hersenen die met zenuwcellen gevuld zijn. Deze gebieden zien er grijs uit als je de hersenen doorsnijdt en bekijkt. Meer... (grijze stof atrofie) verantwoordelijk is voor het toenemen van de beperkingen bij mensen met MS.
Voor zijn onderzoek bepaalde Steenwijk kenmerkende patronen van weefselafbraak in de hersenschors. Uit het onderzoek blijkt dat de afbraak van zenuwcellen in de hersenschors plaatsvindt volgens specifieke patronen.
De MRI-scans van ruim 200 mensen met MS en 60 gezonde proefpersonen werden onderzocht op de aanwezigheid van krimppatronen. De patronen vergeleek hij met de aanwezigheid van fysieke achteruitgang (bijvoorbeeld problemen met hand- of loopfunctie, voelen of plassen) en cognitieve achteruitgang (bijvoorbeeld tragere informatieverwerking of slechter geheugen).
Drie patronen blijken sterk samen te hangen met de klinische achteruitgang. Twee daarvan verklaren cognitieve achteruitgang beter dan atrofie in de gehele hersenschors. Daarnaast lijkt het erop dat de patronen in de toekomst kunnen worden gebruikt om de ontwikkeling van de ziekte te voorspellen.
Daarnaast vond Steenwijk dat grijze stof atrofie met name in het begin van de ziekte aan de aanwezigheid van witte stof laesies gelinkt is en dat de locatie van grijze stof atrofie belangrijk is voor de klachten die mensen ervaren.
Het onderzoek is gefinancierd door een subsidie van Stichting MS Research als onderdeel van de programmasubsidie 2010-2014. Het VUmc MS Centrum Amsterdam deed binnen deze programmasubsidie onderzoek naar de bescherming van hersencellen bij mensen met MS. Om schade aan hersencellen te voorkomen is het van groot belang om eerst beter te begrijpen hoe deze schade ontstaat.
Proefschrift: Understanding the shrinking brain in MS: multimodal MRI studies
Promotoren: prof.dr. F. Barkhof en prof.dr. J.J.G. Geurts
Copromotoren: dr.ir. H. Vrenken en dr, P.J.W. Pouwels
Curriculum Vitae
Personalia:
Naam: Martijn D. Steenwijk, M.Sc.
Geboren: Rotterdam, 22 augustus 1986
Opleiding:
2004 – Melanchton College Rotterdam
2008 – Electrical Engeneering, Delft
2010 – Biomedical Engeneering, Specialisatie: Medical Imagining, Leiden, Cum Laude.
Werkervaring:
Vice-voorzitter van de patiëntenorganisatie Lupus Nederland
Vrijwilliger bij de Stichting Brein in Beeld, voor het begrijpelijk overbrengen van medische informatie op patiënten
2015 –postdoc onderzoeker bij Afd Radiologie & Nucleaire Geneeskunde en de afd Fysica & Medische Techologie.
26 april 2016, VU Amsterdam
Het eerste jaar dat Martijn in Delft studeerde belandde hij met gezondheidsproblemen in het ziekenhuis. Hij bleek de autoimmuunziekte lupus erythematosus (SLE) te hebben. Hij knapte weer op en haalde in 2008 zijn bachelor maar besloot van studierichting te veranderen. Zijn masteropleiding deed hij in de Biomedische Technologie met als specialisatie medische beeldvorming. Hij slaagde cum laude.
Het afstudeerproject in Leiden had zijn belangstelling voor mutidisciplinair onderzoek in de neurowetenschappen gewekt en zo kwam hij bij het MS Centrum van het VUmc terecht. Vervolgens meldde hij zich aan als vrijwilliger bij MSweb (vertaler wetenschappelijk onderzoek) en bij de stichting Brein in Beeld. In zijn Dankwoord besteedt Martijn speciaal dankwoorden aan MSweb.
Heel interessant Martijn!
Is het mogelijk om een kopie van je proefschrift te krijgen/kopen?
Vriendelijk groet,
Inge Zijl