Zenuwontstekingen in het ruggenmerg

Onderzoekers hebben in kaart gebracht waar in het ruggenmerg zenuwontstekingen het vaakst voorkomen bij mensen met MS. Zij vonden dat dit bij mensen met progressieve MS vormen vaker aan de zijkant en in het centrale deel van het ruggenmerg was.  Terwijl dit bij mensen met RRMS en CIS vaker aan de achterkant (bij de rug) was. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen met progressieve MS meer problemen met bewegen hebben.

MRI van het ruggenmerg

MRI beelden van het ruggenmerg bevatten belangrijke informatie over de diagnose en prognose van mensen met MS. Zo geeft de aanwezigheid van zenuwontstekingen (ook wel laesies genoemd) informatie over gevoels- en bewegingsklachten.

Zenuwontstekingen in het ruggenmerg zijn echter niet goed in kaart gebracht. Dit heeft ermee te maken dat het ruggenmerg klein is en met de huidige MRI technieken moeilijk in beeld te brengen is. Nu hebben onderzoekers echter van 642 mensen met MS de MRI scans van het ruggenmerg bekeken en gedocumenteerd waar zich precies laesies bevonden.

Multicenter en systematische analyse

De 642 MRI scans waren afkomstig van centra van over de hele wereld en zijn door de onderzoekers op een systematische manier onderzocht. Zij noteerden de hoeveelheid laesies en de precieze locatie in het ruggenmerg. Dit hebben ze gedaan voor alle mensen met MS, maar ze keken ook naar verschillen tussen mensen met CIS, RR-, SP- en PPMS.

Resultaten

De onderzoekers vonden dat ruggenmerg laesies zich het vaakst in het hoge deel van het ruggenmerg bevonden (ter hoogte van de nek, bij de tweede en derde nekwervel).

Er waren echter ook patronen te zien tussen de verschillende vormen van MS: mensen met een progressieve MS vorm (SP- of PPMS) hadden ten eerste meer laesies in het ruggenmerg dan mensen met CIS of RRMS en daarnaast bevonden deze zich vaker aan de zijkant en in het centrale deel van het ruggenmerg.

Bij mensen met RRMS kwamen de laesies juist vaker voor aan de achterkant (de rugkant) van het ruggenmerg. Omdat er in de zijkant van het ruggenmerg vooral zenuwbanen lopen die belangrijk zijn voor het bewegen, zou deze studie mede kunnen verklaren waarom mensen met SP en PPMS vaker meer problemen met bewegen hebben.

Bron: Eden et al. (2019) spatial distribution of multiple sclerosis lesions in the spinal cord. Brain, Volume 142, Issue 3, March 2019, Pages 633–646.

Samenvatting: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30715195

Dit bericht heeft 2 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *