Duits onderzoek laat zien dat de manier waarop en de frequentie van een behandeling een belangrijke rol speelt in de voorkeur van mensen met MS voor een bepaalde behandeling.
Het wordt voor mensen met MS steeds belangrijker om een vinger in de pap te hebben bij de besluitvorming over welke behandeling ze willen ondergaan. We hebben het hier over het toenemende aantal ziekte beïnvloedende behandelingen voor MS.
De onderzoekers beoordeelden de voorkeuren van mensen voor orale toediening versus injecties en stelden vast welke factoren de keuze van mensen met MS beïnvloedden.
156 mensen met RRMSRelapsing Remitting Multiple Sclerose (RRMS) is een vorm van MS, waarbij perioden met klachten worden afgewisseld door perioden van geheel of gedeeltelijk herstel. Meer... vulden een vragenlijst in om te zien waar hun voorkeur naar uitging. Ze moesten hierbij uit 2 hypothetische behandelingen kiezen. Op basis van de gegevens uit die vragenlijsten werd de analyse uitgevoerd.
De manier waarop en de frequentie van toedienen van een medicijn lieten een sterke voorkeur van iemand blijken als je dat vergelijkt met het optreden of de kans op bijwerkingen. De bijwerkingen waren voor mensen die nog geen behandelingen hadden ondergaan belangrijker dan voor mensen die al ervaringen hadden met ziekte beïnvloedende behandelingen.
Hoe hoger de EDSSExpanded Disability Status Scale (EDSS) is een veelgebruikte score, gebaseerd op neurologisch onderzoek, die de actuele stoornissen en beperkingen bij iemand met MS aangeeft. Daarbij geldt dat hoe hoger de score komt, des te slechter het met de patiënt gaat. Meer... score hoe meer de voorkeur uitging naar tabletten met weinig bijwerkingen.
93% van de deelnemers gaf de voorkeur aan tabletten boven injecties als de frequentie van toedienen hetzelfde bleef en dat gold ook voor de bijwerkingen.
Er was een voorkeur voor injecties boven het innemen van tabletten als de tabletten 3x daags ingenomen moesten worden en als er maar 1x per week geïnjecteerd moest worden.
Ook ging de voorkeur uit naar injecties als de tabletten geassocieerd werden met de frequentie van het optreden van bijwerkingen.
Bron: K.S. Utz, J. Hoog, A. Wentrup, S. Berg, A.Lämmer, B. Jainsch, A. Waschbisch, D.H. Lee, R.A. Linker, T. Schenk, Department of Neurology, Friedrich-Alexander University Erlangen-Nuremberg, Schwabachanlage 6, 91054 Erlangen, Germany.
Department of Neurology, Friedrich-Alexander University Erlangen-Nuremberg, Erlangen, Germany. Ther Adv Neurol Disord. 2014 Nov;7 PMID:25371708[PubMed]
Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25371708