De werkzame stof Fampridine (merknaam Fampyra) om vaardigheden bij MS te verbeteren, werkt helaas bij minder dan de helft van de mensen met MS. Medici van de Uniklinik voor Neurologie in Würzburg hebben onderzocht hoe met behulp van magneetstimulatie het aanslaan van Fampridine al voordat begonnen wordt met inname ingeschat kan worden. Onnodige behandeling kan op die manier voorkomen worden.

Fampridine blokkeert de kaliumkanalen aan de oppervlakte van zenuwceluiteinden, waardoor een betere geleiding van prikkels mogelijk is. In eerste instantie is dit merkbaar aan de loopvaardigheid maar ook aan de meer subjectieve zelfverzekerdheid hierover. Helaas is al tijdens het bestuderen van Fampridine bekend geworden dat nog niet eens de helft van de mensen met MS van dit effect profiteert, terwijl bij de rest helemaal geen effect merkbaar is. Op basis daarvan is het medicijn slechts toegelaten op voorwaarde dat aan een langdurig voorschrift steeds een testfase van twee weken voorafgaat.

Wetenschappers van de Universiteit van Würzburg zijn wat dat aangaat een stap verder gekomen. Met behulp van een magneet kan op het voorhoofd een magnetisch veld worden opgewekt, wat daarachter liggende gedeelten van de hersenen stimuleert. Op die manier is samenhang tussen geleiding van motorische zenuwbanen en het eventuele effect van Fampridine op loopstoornissen nauwkeuriger te onderzoeken.

De pilotstudie toont aan dat de kans dat een MS-patiënt door Fampridine een verbetering van zijn vaardigheden zal ervaren, met behulp van magneetstimulatie al op voorhand is in te schatten.

Twintig mensen met MS zijn onderzocht. Voorafgaand aan de inname van Fampridine is met behulp van magneetstimulatie de zogeheten Centraalmotorische Latentie (CML) bepaald. De CML weerspiegelt de mate van beschadiging van zenuwbanen als gevolg van ontstekingshaarden. Ook is de tijd gemeten die een elektrische prikkel nodig heeft om van de hersenschors naar de zenuwwortel ter hoogte van de wervelkolom te gaan.

Zowel voorafgaand aan de behandeling als op dag 14 van inname van Fampridine is de loopvaardigheid gemeten. Wanneer deze over twee verschillende afstanden met tenminste 20% verbeterd was, werd gesteld dat de therapie was aangeslagen.

Aangetoond is dat de Centraalmotorische Latentie significant overeenkomt met de veranderingen onder invloed van Fampridine. Des te duidelijker de CML voor aanvang van de therapie was verhoogd, des te beter reageerden patiënten op het medicijn. Bovendien was de gemiddelde CML aan het begin van de therapie hoger bij mensen die wél op Fampridine reageerden. (Overigens ook bij sommige deelnemers die niet op Fampridine reageerden). Alle respondenten met een normale CML reageerden niet op Fampridine.

Auteurs: Daniel Zeller, Karlheinz Reiners, Stefan Bräuninger, Mathias Buttmann: Gangstörung bei Multipler Sklerose: Vorhersage des Therapieerfolgs durch Magnetstimulation?

Bron: http://www.dmsg.de

Eerder verschenen als: Motor conduction time may predict response to fampridine in MS patients, J Nerurol Neurosurg Psychiatry, 19-12-2013.