Relatie grijze stof, witte stof en cognitie in vroege MS
Amerikaanse onderzoekers hebben gekeken naar de relatie tussen grijze stofDe gebieden in de hersenen die met zenuwcellen gevuld zijn. Deze gebieden zien er grijs uit als je de hersenen doorsnijdt en bekijkt. Meer..., witte stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... en cognitieHet geheel van informatieverwerkingsprocessen waartoe de mens in staat is. De hogere hersenfuncties die bestaan uit de volgende functies: begrips-en spraakvermogen, rekenvermogen, geheugen, aandachtsvermogen en functies zoals plannen, probleemoplossing, enzovoort. Meer... in patiënten met vroege relapsing-remitting MS. Ze vonden een verband tussen een verminderd volume van verschillende grijze stof structuren diep in het brein en afwijkingen in de witte stof banen die daarmee verbonden zijn. Daarnaast hadden laesies in de banen die belangrijk zijn voor visuele informatieverwerking gerelateerd aan het cognitieve domein informatieverwerkingssnelheid.
Eerdere studies hebben laten zien dat er naast schade aan de witte stof, ook schade aan de grijze stof ontstaat bij MS. De onderzoekers onderzochten de relatie tussen atrofieTeruggang in de voedingstoestand der organen waardoor deze verkleinen of verschrompelen. Meer... (verminderd volume) van de grijze stof en afwijkingen in de witte stof in relatie tot informatieverwerkingssnelheid (een cognitief domein dat reeds vroeg in de ziekte aangedaan kan zijn). Het doel was om te bekijken of afwijkende patronen gemeten door middel van een hersenscan (MRI) herkend kunnen worden en of deze gerelateerd zijn aan verwerkingssnelheid.
Aan dit onderzoek deden 121 vroege RRMSRelapsing Remitting Multiple Sclerose (RRMS) is een vorm van MS, waarbij perioden met klachten worden afgewisseld door perioden van geheel of gedeeltelijk herstel. Meer... patiënten mee (er zat maximaal 5 jaar tussen het eerste symptoom en het onderzoek), en 15 gezonde controles. De cognitieve test SDMTInstrument voor het screenen op hersenstoornissen. Ook kan de test worden gebruikt om cognitieve veranderingen over tijd in kaart te brengen. De taak van de SDMT is het omzetten van geometrische vormen in cijfers. Meer... (Symbol Digit Modalities Test), die informatieverwerkingssnelheid meet, werd afgenomen. Daarnaast is een MRI gemaakt, op basis hiervan werden verschillende maten berekend zoals het volume van diepe grijze stof structuren en de hersenschors maar ook afwijkingen (laesies in en veranderingen in de kwaliteit van) de witte stof. Ook werd de ‘netwerk modificatie tool’ gebruikt om veranderingen in verbindingen tussen hersenstructuren te schatten door witte stof afwijkingen te projecteren op grijze stof gebieden.
De onderzoekers vonden een verband tussen een verminderd volume van verschillende grijze stof structuren (de thalamuseivormige, grijze stof, gelegen in beide hersenhelften. Aan de onderkant vergroeid met de hypothalamus en aan de zijkant met de grote hersenen. Meer... en putamenis een kern in de hersenen die gerekend wordt tot de basale kernen. Hij is onder meer betrokken bij de regulatie van motoriek Meer...) die diep in het brein liggen en afwijkingen in de witte stof banen die daarmee verbonden zijn.
Concluderend stellen de onderzoekers dat diepe grijze stof structuren kwetsbaar kunnen zijn voor inflammatie en/of demyelinisatie in de witte stof. Daarnaast waren laesies die zich bevonden in de banen die belangrijk zijn voor visuele informatieverwerking, gerelateerd aan informatieverwerkingssnelheid.
Bron: Kuceyeski AF, Vargas W, Dayan M, Monohan E, Blackwell C, Raj A, Fujimoto K, Gauthier SA.Modeling the relationshipamong gray matter atrophy, abnormalities in connectingwhite matter, andcognitive performance in early multiple sclerosisZiekelijke verharding van weefsel. Bij MS gaat het om de vorming van verspreide harde plekken in hersenen en ruggenmerg. Meer.... Am J Neuroradiol. 2014 Nov 20.
Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25414004