
Neurofilamenten als biomarker voor SPMS
Neurofilamenten in het bloed duiden op beschadiging van zenuwcellen. Duits onderzoek heeft nu een link gelegd tussen de concentratie neurofilamenten in het bloed en achteruitgang zonder schubs en de overgang naar SPMSSecundair Progressieve MS (SPMS) Vorm van MS waarin (bijna) geen aanvallen meer voorkomen, maar lichaamsfuncties wél beschadigd kunnen raken. Meer....
Neurofilamenten
Neurofilamenten zijn eiwitten die zenuwcellen hun geraamte geven. Als zenuwcellen beschadigen, worden er neurofilamenten teruggevonden in het hersenvocht en in het bloedplasma. De concentratie van deze neurofilamenten kan in het bloed gemeten worden. Een bepaald type neurofilamentNeurofilamenten zijn eiwitten die uitsluitend in zenuwcellen voorkomen en deze stabiliseren en hen een geraamte geven. Er zijn meerdere varianten van de neurofilamenten waarvan de zogenaamde Neurofilament Light chain voor MS heel passend blijkt te zijn. Meer..., neurofilament light chain (NfL) lijkt een nieuwe biomarkerEen gegeven waaraan een onderzoeker of arts de symptomen van een ziekte kan herkennen. Meer... voor de ernst van MS te kunnen zijn. Meerdere onderzoeksgroepen zijn bezig met bekijken hoe deze biomarker het beste kan worden gebruikt.
Duitse onderzoekers hebben nu gekeken of NfL in het bloedserum (sNfL) een voorspeller kan zijn voor achteruitgang zonder schubs en de overgang van RRMSRelapsing Remitting Multiple Sclerose (RRMS) is een vorm van MS, waarbij perioden met klachten worden afgewisseld door perioden van geheel of gedeeltelijk herstel. Meer... naar SPMS. De overgang van RRMS naar SPMS is moeilijk vast te stellen. Nu de eerste SPMS-medicijnen beschikbaar zijn, is het belangrijk om de overgang naar SPMS tijdig te kunnen vaststellen of zelfs voorspellen. Als sNfL kan voorspellen wie ziekteprogressie of een overgang naar SPMS gaat krijgen, kan dat bijdragen aan een betere behandeling van mensen met MS.
Het onderzoek
De onderzoekers keken in een 6 jaar durende studie naar de voorspellende waarde van sNfL op ziekteprogressie en overgang naar SPMS aan het begin van de studie en tijdens de follow-up. Zij deden dit bij 196 mensen met relapsing-remitting MS (RRMS) of clinically isolated syndrome (CISClinically Isolated Syndrome (CIS) is een eerste episode van neurologische symptomen veroorzaakt door ontsteking en demyelinisatie in het centrale zenuwstelsel. De episode, die per definitie ten minste 24 uur moet duren, is kenmerkend voor multiple sclerose, maar voldoet nog niet aan de criteria voor een diagnose van MS, omdat mensen die een CIS ervaren al dan niet doorgaan met het ontwikkelen van MS. Meer...) uit het Neurofilament-and-longterm-outcome in-MS (NaloMS) cohort. Hetzelfde bekeken zij nogmaals bij een ander cohort van 204 mensen.
Resultaten
Gedurende het laatste jaar van de studie ging bij 17% van de deelnemers van het NaloMS cohort de EDSS-score achteruit, zonder dat zij schubs hadden. Verder bleek in de totale studieduur 14% naar de SPMS-fase te zijn overgegaan. In het andere cohort betrof dit 21% en 12% van de deelnemers.
De sNfL-waarde aan het begin van de studie was gemiddeld gezien hoger bij mensen die achteruitgang zonder schubs ervaarden: 10,8 pg/ml tegenover 7,2 pg/ml bij de anderen. De onderzoekers konden met een accuraatheid van 82% in het NaloMS cohort en 83% in het andere cohort aan de hand van sNfL-concentraties voorspellen wie achteruitgang zonder schubs zou gaan ervaren.
Bij de mensen die naar de SPMS-fase overgingen, bleek de ratio tussen de follow-up en baseline-waarde van sNfL verhoogd te zijn: 1,16 tegenover 0,96 bij de anderen. De voorspellende waarde hiervan op de overgang naar SPMS was 72% in het NaloMS-cohort en 63% in het andere cohort.
Conclusie
sNfL-waarden voorspelden in deze 6-jaar durende studie MS-achteruitgang zonder schubs. Ook konden de onderzoekers door middel van sNfL-waarden mensen onderscheiden die naar de SPMS-fase overgingen. sNfL zou dus een waardevolle biomarker kunnen zijn om in een eerder stadium te kunnen voorspellen wie er risico lopen op achteruitgang of overgang naar SPMS.
Bron: T Uphaus, F Steffen, M Muthuraman, N Ripfel, V Fleischer, S Groppa, T Ruck, SG Meuth, R Pul, C Kleinschnitz, E Ellwardt, J Loos, S Engel, F Zipp, S Bittner; DuitslandEBioMedicine 2021 Sep 24 [Online ahead of print]
Samenvatting: pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34571362/
Dit bericht heeft 0 reacties