Het transdermaal , dus door de huid heen, toedienen van myelinepeptiden lijkt een veelbelovende therapie voor patiënten met de schubvorm van MS (RR-MS).
Gedacht wordt dat bij mensen met MS immuuncellen van het immuunsysteem het lichaamseigen myelineVetachtige, witte stof die in de vorm van de zogenaamde myelineschede de zenuwvezels isolerend omhult. De myeline draagt bij tot een efficiënte zenuwgeleiding; bij myelinebeschadiging, zoals bij MS, loopt de zenuwgeleiding mank of is ze zelfs afwezig. Dit kan leiden tot diverse symptomen. Meer... aanvallen. De huidige therapieën richten zich met name op het onderdrukken van dat systeem in het algemeen. Maar die therapieën zijn maar in beperkte mate succesvol en hebben bovendien als bijwerking dat de patiënt gevoeliger wordt voor het krijgen van bepaalde infecties. Het zou daarom beter zijn om alleen dát deel van het immuunsysteem te onderdrukken dat verantwoordelijk is voor het aanvallen van myeline.
Myeline is een vettige isolatielaag rondom een zenuwbaan en bestaat uit verschillende eiwitten. De drie belangrijkste eiwitten zijn myelin basic pprotein(MBP), myelin oligodendrocyte glycoprotein (MOG) en proteolipid protein (PLP). Deze eiwitten zijn, net als alle andere eiwitten in ons lichaam, opgebouwd uit aminozuren. Een klein groepje bij elkaar horende aminozuren noemt men een peptide en vormt dus een onderdeel van het eiwiteen chemische stof, die is opgebouwd uit een aaneenschakeling van kleine moleculen (aminozuren. Die bevatten als kenmerk alle stikstof. Van die aminozuren zijn er 20 verschillende. De volgorde waarin ze aan elkaar geknoopt worden is geregeld vanuit de kernen van de cellen volgens een daarin opgeslagen vaste volgorde van 4 stoffen, de 'basen'. De volgorde waarin de basen aan elkaar geknoopt zijn is dus bepalend voor de samenstelling van een eiwit. Zo'n streng basen vormt samen een molecuul DNA. Het bevindt zich in één van de kernlissen in de kern -zie chromosomen. Een hoofdtaak van eiwitten is het regelen van de stofwisseling - zie enzymen. Eiwitten kunnen ook dienen als bouwmateriaal voor het lichaam. Ze maken dan onderdeel uit van de stofwisseling. Meer.... Onderzoekers zijn er al in geslaagd om de peptiden van de myeline-eiwitten te identificeren waartegen het immuunsysteem zich richt in mensen met MS. Het is mogelijk om een peptide zodanig aan te passen dat wanneer je deze in een lage concentratie toedient er geen immuunreactie plaatsvindt, maar juist immuuntolerantie. De huid is een goede plek om aan peptiden bloot te stellen, omdat deze veel immuuncellen bevat om schadelijke stoffen van buitenaf onschadelijk te maken. Eerder onderzoek liet al zien dat muizen met MS die myelinepeptiden op de huid kregen geplakt (transdermale toediening) minder symptomen hadden van MS.
Poolse onderzoekers wilden weten of transdermale toediening van myeline-peptides bij mensen met MS een positief effect zouden hebben op het verloop van de ziekte. Zestien patiënten met de schubvorm van MS (RR-MS) kregen een jaar lang een mix van MBP-, MOG- en PLP-peptiden transdermaal toegediend. Elke drie maanden werd er een MRI scan gemaakt en het aantal schubs per jaar werd bijgehouden. Tien MS-patiënten kregen een placebobehandeling: zij kregen ook een transdermale behandeling, maar deze bevatte geen myelinepeptiden.
Na een behandeling van een jaar zagen de onderzoekers dat MS patiënten die de behandeling kregen een vermindering van 66,5% hadden in het aantal nieuwe laesies in vergelijking met de placebogroep. Ook het volume van de laesies en het aantal schubs was statistisch aantoonbaar lager in de behandelde groep. Daarnaast ging ook de EDSSExpanded Disability Status Scale (EDSS) is een veelgebruikte score, gebaseerd op neurologisch onderzoek, die de actuele stoornissen en beperkingen bij iemand met MS aangeeft. Daarbij geldt dat hoe hoger de score komt, des te slechter het met de patiënt gaat. Meer... score van de behandelde groep minder snel omhoog.
De onderzoekers concluderen dat het transdermaal toedienen van myeline-peptiden een veelbelovende therapie is voor patiënten met RR-MS.
Bron: Walczak A, Siger M, Ciach A, Szczepanik M, Selmaj K.-Department of Neurology, Medical University of Lodz, Lodz, Poland.- JAMA Neurol. 2013 Jul 1:1-6. [Epub ahead of print]
Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23817921