Medicatie na fingolimod

Onderzoek wijst uit dat mensen met MS die stoppen met fingolimod beter kunnen overstappen naar ocrelizumab of natalizumab dan naar cladribine. Het doel van dit onderzoek was om te bepalen welke medicatie het effectiefst is bij mensen met RRMS wanneer zij stoppen met fingolimod.

overstappen op andere medicatieHet onderzoek

In het onderzoek zijn gegevens gebruikt uit een internationaal MS-register. De onderzoekers analyseerden gegevens van mensen met RRMS die minstens zes maanden fingolimod hadden gebruikt en daarna waren overgestapt naar ocrelizumab, cladribine of natalizumab. Voor die groepen vergeleken de onderzoekers het aantal terugvallen en veranderingen in invaliditeit.

De resultaten

1045 personen stapten over van fingolimod naar één van de drie andere medicijnen. Hiervan stapten 445 mensen over naar ocrelizumab, 76 mensen naar cladribine en 524 naar natalizumab. Uit het onderzoek bleek dat het risico op een schub het kleinst was in de groep die wisselde naar ocrelizumab, namelijk een risico van 7% per jaar.

In de groep die wisselde naar natalizumab was dit risico 11% en in de groep die wisselde naar cladribine was dit 25%. De gemiddelde tijd tot de eerste schub was het langst in de ocrelizumab-groep en het minst lang in de cladribine-groep.

Voor ocrelizumab en natalizumab analyseerden de onderzoekers ook hoe lang deelnemers doorgingen met de medicatie en of er effecten waren op invaliditeit. Met ocrelizumab gingen deelnemers langer door dan met natalizumab. Daarentegen was de kans op afname van invaliditeit groter in de natalizumab-groep.

De kans op toename van invaliditeit was hetzelfde bij natalizumab en ocrelizumab. De cladribine-groep was te klein voor deze analyses, vandaar dat er alleen resultaten zijn voor ocrelizumab en natalizumab.

Conclusie

Na gebruik van fingolimod waren ocrelizumab en natalizumab effectiever tegen terugvallen dan cladribine. Maar de kans op een terugval was in alle drie de groepen relatief klein. Om te kunnen zeggen of ocrelizumab en natalizumab ook op lange termijn effectiever zijn, moeten de deelnemers voor langere tijd gevolgd worden.

Bron: Chao Zhu, et al. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 2022;93:1330-1337

Samenvatting: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36261289

 

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *