Een recente Britse studie laat zien dat mensen met een bepaalde genetische variant van het HLA-DRB1-gen tijdens vroege fasen van primair progressieve multiple sclerose (PPMS) een verhoogde toename hebben van beschadigingen aan het hersenweefsel (afname van myeline en axonen, toename van laesies).

Bij mensen met PPMS kan de toename van beperkingen en beschadigingen in hersenen en ruggenmerg erg verschillen, vooral in een vroeg stadium van de ziekte. Het was tot nu toe onbekend of de snelheid van de ziekteprogressie samenhangt met genetische factoren. Deze studie heeft gekeken naar het effect van het allel HLA-DRB1*15 op de progressie in vroege PPMS.

HLA-DRB1 is een gen dat je lichaam instructies levert voor het maken van eiwitten die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem. Het HLA-DRB1 gen is onderdeel van het human leukocyte antigen (HLA) complex. Dit HLA complex helpt het immuunsysteem om onderscheid te maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde eiwitten. Variaties op het HLA-DRB1 gen, zoals het HLA-DRB1 *15 allel, zijn al eerder verbonden met een verhoogd risico op het ontwikkelen van multiple sclerose. Het was echter nog steeds onduidelijk of en hoe deze variatie van het gen het verloop van MS beïnvloedt.

Voor dit onderzoek werden 41 mensen met PPMS (max. 5 jaar vanaf eerste symptomen) en een gezonde controle groep (18 mensen) met elkaar vergeleken. Binnen de PPMS groep werd verder getest of mensen HLA-DRB1*15-positief of HLA-DRB1*15-negatief waren. Aan het begin van de studie werd een MRI scan gemaakt en vervolgens elk half jaar gedurende 3 jaar, en dan nog eens na 5 jaar. Op basis van de MRI scans werd informatie verkregen over o.a. volumes voor grijze en normale witte stof in de hersenen, de hoeveelheid laesies en oppervlakte van doorsneden van het ruggenmerg. Verder werden bij elk bezoek o.a. verschillende klinische scores opgenomen om beperkingen in kaart te brengen, o.a. de Expanded Disability Status Scale (EDSS).

Aan het begin van de studie waren er geen verschillen tussen PPMS mensen met of zonder HLA-DRB1*15. Er bleken na 5 jaar echter wel verschillen tussen de twee PPMS groepen, terwijl de gemeten waardes bij de gezonde groep niet veranderden. Bij HLA-DRB1*15-positieve mensen met PPMS bleek er een sterkere afname in brein Magnetization Transfer Ratio (MTR) voor de grijze en normale witte stof in de hersenen. Dit zou kunnen duiden op een sterkere afname in myeline en axonen dichtheid. Ook werd er een snellere toename in de hoeveelheid laesies gemeten en een groter volume van deze laesies op alle meettijden, ook na correctie voor ziekteduur. Er waren geen verschillen tussen de groepen in de snelheid van verandering in volume van de normale witte stof en grijze stof, oppervlakte van de doorsnede van het ruggenmerg en de mate van beperkingen .

Omdat mensen met PPMS die het HLA-DRB1*15 allel hebben een groter risico hebben op hersenweefsel beschadigingen, raadt deze studie vroege en doelgerichte therapeutische behandeling van deze groep aan.

Bron: Tur C, Ramagonapalan S, Altmann DR, Bodini B, Cercignani M, Khaleeli Z, Miller DH, Thompson AJ, Ciccarelli O. From the Departments of Brain Repair and Rehabilitation and Neuroinflammation, University College of London Institute of Neurology, UK; Multiple Sclerosis Centre of Catalonia, Neurology-Neuroimmunology Department, Vall d’Hebron University Hospital, Barcelona, Spain; Blizard Institute, Queen Mary University of London; Medical Statistics Department, London School of Hygiene and Tropical Medicine, University of London; Clinical Imaging Sciences Centre, Brighton and Sussex Medical School; and National Institute for Health Research, University College London Hospitals, Biomedical Research Centre, UK.

Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25298310

Informatie HLA-DRB1: http://ghr.nlm.nih.gov/gene/HLA-DRB1