
In het centraal zenuwstelsel (CZS) van patiënten met multiple sclerose worden niet alleen afwijkingen (laesies) in de witte stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... waargenomen, maar ook in de grijze stofDe gebieden in de hersenen die met zenuwcellen gevuld zijn. Deze gebieden zien er grijs uit als je de hersenen doorsnijdt en bekijkt. Meer.... Opvallend is dat er in witte stof laesies veel ontstekingscellen aanwezig zijn die vanuit de bloedbaan komen, terwijl dat in grijze stof laesies veel minder het geval lijkt te zijn.
Promotie: Marloes Prins 31 mei 2016, VUmc
Dit impliceert dat het proces onderliggend aan de vorming van witte en grijze stof laesies verschillend is. Grijze stof laesies spelen een grote rol bij o.a. het ontstaan van cognitieve klachten bij MS. Daarom is het van groot belang om niet alleen meer te weten te komen over de eigenschappen en het ontstaan van witte stof laesies, maar ook van grijze stof laesies in MS. Marloes Prins onderzocht de verschillen tussen witte en grijze stof laesies. Op dinsdag 31 mei promoveert zij aan het VUmc.
Ontstekingsprocessen
Het is nog onbekend waardoor er in witte stof laesies meer ontstekingscellen worden gevonden dan in grijze stof laesies, maar mogelijk spelen gliacellenGliacellen of gliale cellen, de niet zenuwcellen in het centrale zenuwstelsel. Astrocyten, microglia en oligodendrocyten zijn gliacellen. Meer..., de immuuncellen van het brein, hierbij een belangrijke rol. Er zijn verschillende soorten gliacellen, waaronder astrocyten en microglia. Gliacellen in de witte stof reageren anders dan gliacellen in de grijze stof. Een belangrijke bevinding is dat astrocyten in de witte stof veel meer CCL2 produceren dan astrocyten in de grijze stof. CCL2 is een eiwiteen chemische stof, die is opgebouwd uit een aaneenschakeling van kleine moleculen (aminozuren. Die bevatten als kenmerk alle stikstof. Van die aminozuren zijn er 20 verschillende. De volgorde waarin ze aan elkaar geknoopt worden is geregeld vanuit de kernen van de cellen volgens een daarin opgeslagen vaste volgorde van 4 stoffen, de 'basen'. De volgorde waarin de basen aan elkaar geknoopt zijn is dus bepalend voor de samenstelling van een eiwit. Zo'n streng basen vormt samen een molecuul DNA. Het bevindt zich in één van de kernlissen in de kern -zie chromosomen. Een hoofdtaak van eiwitten is het regelen van de stofwisseling - zie enzymen. Eiwitten kunnen ook dienen als bouwmateriaal voor het lichaam. Ze maken dan onderdeel uit van de stofwisseling. Meer... waarvan is aangetoond dat deze een cruciale rol speelt in het aantrekken van ontstekingscellen uit de bloedbaan. De verhoogde aanwezigheid van CCL2 in de witte stof zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de verhoogde aanwezigheid van ontstekingscellen uit de bloedbaan in de witte stof laesies.
Neurotransmitters
Naast ontstekingsfactoren bestudeerde Marloes Prins ook neurotransmitters in de hippocampus van MS patiënten. Ongeveer de helft van mensen met MS krijgt last van cognitieve problemen. Een grijze stof gebied dat een essentiële rol speelt bij geheugenprocessen is de hippocampus. Effectieve signaaloverdracht tussen neuronen in de hippocampus door middel van neurotransmitters vormt de basis voor leren en geheugen. Marloes toont aan dat er afwijkingen zijn in twee neurotransmittersystemen in de hippocampus van MS patiënten vergeleken met gezonde personen: het GABAerge en het cholinerge neurotransmittersysteem. Ook hier was er weer een opvallende rol weggelegd voor astrocyten. Astrocyten in de witte stof van de hippocampus produceerden veel meer van het enzym GAD67, dat betrokken is bij de aanmaak van GABA, dan astrocyten in de grijze stof.
Therapie
Het onderzoek van Marloes Prins maakt duidelijk dat er in witte en grijze stof inderdaad bepaalde factoren meer of minder aanwezig zijn die betrokken zijn bij het ontstaan van een laesie, en dat gliacellen hier een belangrijke rol in spelen. Deze informatie zou kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe therapieën gericht op het voorkomen of remmen van laesievorming. Daarbij dient dan wel rekening gehouden te worden met de verschillen tussen witte en grijze stof laesies.
Proefschrift: Neuronal and glial changes in white and grey matter of Multiple SclerosisZiekelijke verharding van weefsel. Bij MS gaat het om de vorming van verspreide harde plekken in hersenen en ruggenmerg. Meer... patients
Promotoren: prof.dr. J.J.G. Geurts en prof.dr. H.E. de Vries
Copromotoren: dr. A.M.W. van Dam en dr. B. Drukarch
Curriculum Vitae
Personalia:
Naam: Marloes Prins
Geboren: Steenwijk, 26 december 1983
Opleiding:
2002 – VWO Rijks Scholen Gemeenschap Steenwijk
2007 – Master Psychologie, Rijks Universiteit Groningen
2009 – Master Behavioural and Cognitive Neurosciences, Groningen
Werkervaring:
2010 – 2014 – Onderzoeker afdeling Anatomie en Neurowetenschappen;
2015 – heden – medewerker programma EVA, Elektronisch Patiëntendossier VUmc/AMC
31 mei 2016, VUmc Amsterdam
Al vanaf de start van mijn studie Psychologie raakte ik geïnteresseerd door de werking van de hersenen. Neurowetenschappelijk onderzoek bleek mij zodanig te fascineren dat ik besloot een promotietraject te volgen in het veld van de neurowetenschappen.
In eerste instantie was de keuze voor MS als onderwerp van mijn promotie een theoretische keuze, gedreven door interesse in de neurowetenschappen in het algemeen. Het stond voor mij vast dat het onderwerp van mijn promotie in ieder geval over een aandoening van het centraal zenuwstelsel zou moeten gaan, omdat ik graag mijn kennis van neurowetenschappen wilde combineren met een (voor mij) maatschappelijk relevant onderwerp.
De keuze voor MS in plaats van een andere neurologische aandoening was dan eigenlijk ook toevallig. Dat een goede vriendin van mij tijdens mijn promotietraject de diagnose MS kreeg maakte wel dat het onderwerp van mijn onderzoek ineens wel heel dichtbij kwam. De impact van deze ziekte op de kwaliteit van leven werd daarmee voor mij ook heel zichtbaar.
Ik ben dan ook blij dat ik met mijn onderzoek een steentje heb kunnen bijgedragen aan de zoektocht naar de mogelijke oorzaak van MS.
Dit bericht heeft 0 reacties