Mensen met MS, die oligoclonale G-banden in hun liquor hebben, hebben meer hersenatrofie dan mensen met MS die geen oligoclonale G-banden in hun liquor hebben.
Oligoclonale banden (OCB’s) in het liquor worden vaak bepaald als onderdeel van de diagnostiek naar multiple sclerose. Oligoclonale banden zijn een kwalitatief kenmerk voor de aanwezigheid van immunoglobulinen. Verschillende bandpatronen passen bij verschillende soorten (neurologische) aandoeningen en kunnen behulpzaam zijn bij het stellen van de diagnose.
De aanwezigheid van OCB’s duidt op verhoogde concentraties van immunoglobulinen. OCB’s als zodanig hebben geen enkele voorspellende waarde voor het hebben van MS. Indien de diagnose MS op klinische gronden wordt vermoed, is de aanwezigheid van OCB’s hierbij soms echter een sterke onderbouwing.
Een groep Zweedse onderzoekers heeft onderzocht of mensen met MS met en zonder dergelijke OCB’s een verschil laten zien in de afname van het hersenvolume. Hiertoe hebben zij 28 zgn. OCB-negatieve en 35 OCB-positieve mensen met MS onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat de groep van OCB-positieven meer liquor, minder grijze stofDe gebieden in de hersenen die met zenuwcellen gevuld zijn. Deze gebieden zien er grijs uit als je de hersenen doorsnijdt en bekijkt. Meer... in de basale ganglia en een kleiner volume witte stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... in het corpus callosum, hersenstam en cerebellum(kleine hersenen). Deel van de hersenen gelegen boven de hersenstam dat instaat voor het evenwicht en de coördinatie van de bewegingen. Meer... liet zien dan de groep van OCB-negatieven. OCB-negatieve mensen met MS verschillen genetischErfelijk, de erfelijkheid betreffend. Meer... van OCB-positieve mensen met MS en hebben minder hersenatrofie.
Deze resultaten onderschrijven het idee dat OCB-negatieve mensen met MS mogelijk een klinisch relevante subgroep betreffen.
Bron: Ferreira D, Voevodskaya O, Imrell K, Stawiarz L, Spulber G, Wahlund LO, Hillert J3, Westman E, Karrenbauer VD.
Department of Neurobiology, Department of Clinical Neuroscience Karolinska Institutet, Center for Molecular Medicine, Stockholm, Sweden.
Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24999245