
Vanaf hun diagnose MS zijn 156 mensen tien jaar lang gevolgd in hun dagelijks functioneren.
Om het beloop van het dagelijkse functioneren in de eerste tien jaar na hun diagnose ‘definitief MS’ te bepalen hebben Amsterdamse onderzoekers 156 patiënten met MS tien jaar gevolgd.
Zij onderzochten de deelnemers systematisch, te beginnen meteen na de definitieve diagnose, vervolgens na 6 maanden, 1, 2, 3, 6 en 10 jaar.
Zij stelden verschillende aspecten van het dagelijks functioneren vast d.m.v. de EDSS-schaal ( zie woordenlijst), een schaal voor het meten van de mate van onafhankelijk kunnen functioneren en een uitvoerige scorelijst voor de algemene medische conditie.
Resultaten: de neurologische invaliditeit en het lichamelijk functioneren verslechterde aanzienlijk gedurende periodes die afhankelijk waren van de vorm van MS die de patiënt had (schubvorm of niet).
Cognitief en sociaal functioneren verslechterde aanzienlijk na verloop van tijd, maar met het zelfde (versnelde) tempo bij zowel de groepen met de schubvorm als de andere groepen.
De scores voor geestelijke gezondheid, fysiek en algemene gezondheid veranderden maar weinig.
Conclusie: in de eerste tien jaar na de definitieve diagnose lieten patiënten met MS een meer uitgesproken achteruitgang in lichamelijk functioneren dan in cognitief en sociaal functioneren zien. Er was geen tijdsafhankelijke achteruitgang in geestelijke gezondheid, in de sociale invloed van lichamelijke beperkingen, of de algemene gezondheid.
Bron:Beckerman H, Kempen JC, Knol DL, Polman CH, Lankhorst GJ, de Groot V.
Department of Rehabilitation Medicine and EMGO Institute for Health and Care Research, VU University Medical Center, Amsterdam, The Netherlands
Journal of Rehabilitation Medicine 2012 Oct 25. [Epub ahead of print]