Het eiwit fetuïne-A in de cerebrospinale spinale vloeistof is een biomarker. Je kunt het gebruiken als maat voor ziekteactiviteit en voor het beoordelen van de reactie op behandeling met Tysabri (natalizumab) bij mensen met MS.

Er is een dringende behoefte aan een maatstaf (‘biomarker’) bij MS, waarmee je op een betrouwbare manier de ziekteactiviteit kan meten ten behoeve van het beoordelen van ontstekingen, neuro-degeneratie en de- en remyelinisatie. Onlangs concludeerden onderzoekers dat de aanwezigheid van het eiwit fetuïne-A in de cerebrospinale vloeistof (‘liquor’) als biomarker voor MS moet worden gezien. Dit is van groot belang aangezien fetuïne-A ook een rol speelt bij immuun processen in het lichaam.

Een groep onderzoekers in New York was nu benieuwd of dat belangrijke eiwit als een directe indicator van de ziekteactiviteit van MS kan worden beschouwd. Zij vonden een correlatie tussen een verhoogde hoeveelheid fetuïne A in liquor en ziekteactiviteit. Ook ontdekten ze aanzienlijk verhoogde hoeveelheden in gedemyeliniseerde laesies en in de grijze stof van de hersenen bij mensen met MS. Daarbij vonden zij diezelfde verhoogde fetuïne-A niveaus in gedegenereerde neuronen rond de laesies van muizen met muizen-MS (EAE).

Voor dit onderzoek maten de onderzoekers de hoeveelheid fetuïne-A in de liquor en bloedplasma van patiënten met MS . Ze correleerden deze bevindingen vervolgens naar klinische ziekteactiviteit en tysabri respons. Daarnaast maakten ze gebruik van de gegevens van muizen met EAE. Hiermee konden zij zich richten op de pathogene rol die fetuïne-A heeft bij het ziekteproces.

Bij patiënten die natalizumab kregen toegediend was na een jaar behandeling een verminderd fetuïne-A niveau te zien. Deze vermindering correleerde bovendien met de therapeutische respons van de behandeling. Muizen, die zij kunstmatig deficiënt hadden gemaakt voor fetuïne-A bleven langer ongevoelig voor het krijgen van EAE en kregen een minder ernstige vorm ervan.

Dit onderzoek toont aan dat het eiwit fetuïne-A een biomarker voor de ziekteactiviteit van MS is. Bovendien wijst het erop dat dit eiwit mogelijk een pathologische rol in het ziekteproces heeft.

Bron: Harris VK, Donelan N, Yan QJ, Clark K, Touray A, Rammal M, Sadiq SA.- Multiple Sclerosis Research Center of New York, USA.-Mult Scler. 2013 Feb 25. [Epub ahead of print]

Samenvatting: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23439582