Uit Brits onderzoek blijkt dat het moment waarop MS overgaat in Secundaire Progressieve MS (SPMS) sterk bepalend is voor de vooruitzichten op langere termijn. Het zo lang mogelijk uitstellen van dat moment moet daarom het belangrijkste doel van de behandeling zijn. 

Ziektekenmerken als het aantal schubs in een vroeg stadium en de leeftijd van de patiënt bij het begin van SPMS kunnen worden gebruikt om groepen te identificeren die een hoger risico hebben op het ontwikkelen van ernstige invaliditeit.

Het onderzoek vond plaats bij een groep van 806 patiënten met een begin van de schubvorm van MS (RRMS). Uit het onderzoek bleek het volgende:
Naarmate de ziekte langer duurde, nam de kans toe om in de Secundair Progressieve fase (SP-fase) te raken.
De ontwikkeling van de SP-fase werd niet beïnvloed door de duur van de RR-fase.

Als de latente fase voorafgaand aan SPMS kort duurt, duurt de fase tot ernstige invaliditeit ook kort.

Mannen met MS, patiënten die MS op relatief hoge leeftijd krijgen en patiënten die in een vroeg stadium van hun ziekte vaak schubs hebben, hebben een aanzienlijk groter risico op SPMS. Bij hen verergert de ziekte ook sneller.

Bij MS-patiënten die in een vroeg stadium van de ziekte relatief veel schubs hebben (≥ 3 aanvallen) was de periode vanaf het begin van SPMS tot het stadium van bedlegerigheid significant korter dan bij overige MS-patiënten. Dit gold ook voor MS-patiënten met symptomen in het cerebellum en de hersenstam.

Bron: Scalfari A, Neuhaus A, Daumer M, Muraro PA, Ebers GC.
Division of Experimental Medicine, Centre for Neuroscience, Imperial College London, , London, UK
Journal of Neurology, Neurosurgury, and Psychiatry 2013 Mar 13. [Epub ahead of print]