Atrofie van grijze stof en invaliditeit

In de hersenen bevindt zich witte stof (met daarin axonen: de zenuwuitlopers) en grijze stof (met daarin de zenuwcellen). Atrofie (krimp) van de grijze stof is al aanwezig in het beginstadium van MS. Hoe zich dit in de tijd ontwikkelt, was nog niet bekend.

De Europese studiegroep MAGNIS heeft nu bestudeerd in welke volgorde de grijze stof gebieden in volume afnemen bij de verschillende typen van MS. Zij ontdekten ook dat de atrofie van de grijze stof een duidelijk verband heeft met de toename in invaliditeit van mensen met MS.

Om dit te onderzoeken, kregen 1417 mensen in 7 verschillende Europese centra meerdere MRI-scans en een beoordeling van de mate van invaliditeit (EDSS-score). Van deze deelnemers had 253 clinically isolated syndrome (CIS), 708 relapsing-remitting MS (RRMS), 128 secundairprogressieve MS (SPMS), 125 primair progressieve MS (PPMS) en 203 mensen waren gezonde controlepersonen.

De gemiddelde onderzoekstijd van de deelnemers was 2,4 jaar. De onderzoekers berekenden voor alle deelnemers het volume van de grijze stof in de hersenen en hersenstam. Per onderzoekdeelnemer bekeken zij wanneer en in welke hersengebieden het volume van de grijze stof afnam.

De eerste hersengebieden waar atrofie voorkwam bij mensen met CIS en RRMS bleken de achterste cingulate* hersenschors en de precuneus* te zijn. Daarna volgde atrofie in de middelste cingulate hersenschors, de hersenstam en de thalamus.

Bij mensen met PPMS werden dezelfde gebieden aangetast, maar ook de cuneus, precuneus, en pallidum vertoonden krimp. In de kleine hersenen, de nucleus caudatus en het putamen zagen de onderzoekers atrofie in een vroeg stadium bij RRMS, maar juist in een laat stadium bij PPMS. Mensen met SPMS vertoonden de hoogste mate van atrofie bij de start van de studie.

Alle deelnemers met MS, behalve die met CIS, hadden een sneller verloop van atrofie van de grijze stof dan de gezonde deelnemers. Het aantal laesies en de ziekteduur waren gerelateerd aan de atrofie. Het onderzoek toonde echter geen effect van ziekte remmende medicijnen op atrofie aan. Er was wel een duidelijk verband tussen de atrofie van de grijze stof en de toenemende invaliditeit.

De onderzoekers concluderen dan ook dat de atrofie van grijze stof zich gedurende de ziekteduur verspreid en duidelijk gerelateerd is aan de toename in invaliditeit van mensen met MS.

*Precuneus: De precuneus (Latijnse schrijfwijze: praecuneus) of voorwig is een deel van de pariëtale kwab van de grote hersenen. Hij vormt een onderdeel van de mediale oppervlak en wordt aan de onderkant begrensd door de sulcus parietooccipitalis van de cuneus

*cingulate hersenschors: cortex cingularis is een structuur in de prefrontale schors van de hersenen

Bron: Eshaghi e.a., the MAGNIS STUDY GROUP, Europe
Brain 2018, May 8 [Epub ahead of print]

Samenvatting: www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29741648

Hersenentwerken

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.