IgG is een antistof die in de hersenvloeistof van mensen met MS wordt gevonden. Toekomstige behandelingen van MS zouden de hoeveelheid IgG in de hersenvloeistof terug moeten dringen. De huidige medicijnen doen dat niet of nauwelijks.

In de hersenvloeistof van mensen met MS komt vanaf het allereerste begin van de ziekte de antistof IgG (immunoglobuline G) voor. Dit blijft zo gedurende het hele leven van de patiënt. De aanwezigheid van IgG komt door de ontstekingen in het centraal zenuwstelsel.

De Franse onderzoeker Mickael Bonnan stelt daarom dat een succesvol medicijn tegen MS de hoeveelheid IgG in de hersenvloeistof zal terugdringen.
Bonnan is daarom nagegaan wat het effect is op de hoeveelheid IgG van alle bekende MS-medicijnen.

  • Steroïden (prednison) verminderen de hoeveelheid IgG omdat zij het ontstekingsproces tijdelijk stil leggen maar na afloop van de kuur stijgt de hoeveelheid IgG weer;
  • Natalizumab (Tysabri) lijkt wel een beetje effect te hebben, hoewel Bonnan daar vraagtekens bij plaatst;
  • Alle andere behandelingen hebben geen enkel effect op de hoeveelheid IgG. Dit geldt voor bestraling, Interferon beta, Azathioprine, Cytarabine, Lomustine, 5-FU, Methotrexate, Cyclophosphamide, Cyclosporine A, Mitoxantrone, Alemtuzumab, Rituximab, Cladribine, Daclizumab, Fingolimod en stamceltransplantatie.

Bron: Bonnan M., Mult Scler Int. 2015;2015:296184. doi: 10.1155/2015/296184. Epub 2015 Jan 8.

Samenvatting en volledig artikel: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25653878