Speciale studiebeurs voor toponderzoeker

Als je ervan uitgaat dat veel van de hinder van MS zijn grond vindt in de afbraak van myeline, is daarvoor langs drie wegen een oplossing te zoeken: de afbraak voorkomen, de myeline herstellen of – het waarschijnlijkst – een combinatie van die twee. Dr. Wia Baron is vooral op zoek naar myelineherstel en de Stichting MS Research heeft haar daarvoor op 16 juni 2004 een speciale studiebeurs van 365.000 euro gegeven. Een moment en een vrouw om iets langer bij stil te staan.
Door: Raymond Timmermans

0b5mszien0304wiabaron1
Dr. Wia Baron ontvangt behalve een studiebeurs ook de mini-sculptuur MenS in Beeld.

Een deel van al die wetenschappers richt zich vooral op de bij MS geconstateerde afbraak van myeline, de isolatie rondom zenuwbanen. Zonder die isolatie raakt de doorgifte van zenuwsignalen verstoord en dat nu is precies bij mensen met MS het geval.

Naar dat proces en in het bijzonder of het omkeerbaar is speuren ook enkele Nederlandse onderzoekers. Van hen kreeg dr. Wia Baron, verbonden aan de medische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, op woensdag 16 juni 2004 het MS Fellowship, de officiële aanduiding voor een speciale studiebeurs van 365.000 euro. Met het toekennen van een MS Fellowship wil de Stichting MS Research ervaren, gepromoveerde toponderzoekers in staat stellen, langjarige onderzoeksprojecten uit te voeren.

Wia Baron is de derde ‘MS Fellow’ van MS Research, de derde vrouw ook met dit predikaat. Dr. Sandra Amor van het Rotterdamse MS-centrum ErasMS en dr. Inge Huitinga van het Nederlands instituut voor Hersenonderzoek gingen haar voor.

Superlaborant

Dr. Wia Baron: van beroep medisch celbioloog. Al tien jaar mede studerend op de ontwikkeling van – wat heet – oligodendrocyten. Daarvoor onder meer een tijdje in Cambridge geweest.

“Het afremmen of zelfs terugdringen van de ontstekingsreactie is natuurlijk van groot gewicht bij MS. Maar ik vind het toch net zo belangrijk, te proberen de al aangerichte schade te herstellen, als het kan door heraanmaak van myeline”, aldus de nieuwste ‘MS Fellow’. “En dan heb je het dus over oligodendrocyten”.

Zij wijst erop dat van die heraanmaak ook nu al vaak sprake is, zonder ingreep van buitenaf. “Je kunt zelfs stellen dat dit in de helft van de gevallen spontaan gebeurt. Maar mij gaat het om die andere helft. In die gevallen waar het dus niet gebeurt, daar is stimulatie van heraanmaak van myeline nodig om uiteindelijke afsterving van de zenuwen te voorkomen”.

Lab

Even meen je haar te herkennen. Alsof je haar eerder hebt gezien. Maar waar dan? Kan haast niet. Weelderige, bruinrode haardos; blauwgroene ogen; oorknoppen; een brede glimlach, de linker wenkbrauw ietsje opgetrokken. Een vrouw die je even onverklaarbaar als onverwacht doet denken aan een van die sfinxachtige beelden langs de Fontanka in St. Petersburg, een leeuwin met een menselijk gezicht.

Weinigen zullen haar echt direct herkennen, trouwens, zo valt te veronderstellen. Want veel van haar tijd zit ze in haar lab. Een superlaborant als het ware. En anders is ze wel ergens in een ver buitenland op een congres.

Haar hele wetenschappelijke leven is ze al op jacht naar die ene prooi: een deugdelijke myelinehersteller. De ‘leeuwin van Groningen’ zou intussen een toepasselijke eretitel zijn, al is ze dan een geboren Friezin – in 1969 – wat aan haar tongval nog is te horen trouwens. Wietske Baron uit Oosterwolde. “Mijn ouders hebben mij Wia genoemd en zo is het gebleven”. Kort, duidelijk, zonder omhaal.

Myeline

Oligodendrocyten… een onuitspreekbare term voor een basiselement in het zenuwstelsel. Het zijn de cellen in het centraal zenuwstelsel die de myeline maken. En die myeline bestaat uit een aantal eiwitten en vetachtige stoffen die nergens anders in het lichaam voorkomen, elk op zichzelf bijzonder en voorzien van een eigen kenmerk, een eigen gen.

De drijfveer voor Wia Baron, zich hierop te concentreren, is de ontdekking dat onaangetaste restanten van de afgebroken myeline in staat blijken een nieuwe myelinelaag te maken. “Het bijzondere is dat in een deel van de gebieden waarin bij MS afbraak van myeline is opgetreden er nog potentiële myelinevormende cellen aanwezig blijken. Ik probeer aan die cellen signalen te geven die ze brengt tot nieuwe activiteit. Het proces een slag keren”.

Wia Baron legt uit dat het haar opzet is, die heraanmaak van myeline te laten uitvoeren door een soort van voorlopercellen van de oligodendrocyten. “Dat zijn de cellen die zo’n proces in gang zetten, te vergelijken met de aanmaak van de myeline na de geboorte”.

Communicatie

Het gaat haar erom goed te leren bevatten, hoe de communicatie verloopt tussen de zenuwcellen en de oligodendrocyten, de cellen dus die de myeline aanmaken. “Om die communicatie en de daarbijbehorende signaalstoffen te analyseren onderzoeken we de oligodendrocyten van ratten. Het blijkt dat die, zonder dat er zenuwcellen in de buurt zijn, zelfstandig myeline – in de vorm van vellen – kunnen maken”.

Wia Baron heeft van ratten ook een in kweek gebracht myeliniserend systeem opgezet van zenuwcellen en oligodendrocyten in één kweekschaal. “Daardoor kunnen we goed zien wat er gebeurt, en of en hoe we met het geven van de juiste signalen de aangroei van myeline zouden kunnen stimuleren”.

Het klinkt als iets van een achternamiddag, maar in werkelijkheid is ze er dus al een decennium mee bezig. “In de eerste acht jaar hebben we uiteindelijk gevonden dat er in het lichaam sprake is van signalen die precies over de aanmaak van myeline gaan, dus de oligodendrocyten controleren. Essentieel is het correct communiceren tussen die oligodendrocyten en de zenuwcellen, de volgorde van die signalen, de plaats waar dit gebeurt en de dosering. Mijn veronderstelling is, dat in geval van MS de oligodendrocyten door gebrek aan de juiste signalen niet meer toekomen aan de aanmaak van myeline”.

Voor een juiste ontwikkeling van de oligodendrocyten, en daarmee de aanmaak van myeline, zijn volgens Wia Baron twee soorten signalen nodig: op afstand, om het proces groen licht te geven, en van heel dichtbij, de contactsignalen, waarbij daadwerkelijk fysiek contact nodig is tussen de zenuwcellen en de oligodendrocyten.

“Twee jaar geleden zijn we begonnen de mogelijkheden te onderzoeken om deze signalen te dirigeren met behulp van wat we anti-lichamen noemen. Met die anti-lichamen blijken we namelijk zowel het signaal van veraf als het contactsignaal te kunnen nabootsen”.

Eiwit

De naam van het eiwit Fibronectine valt. Een eiwit dat wel aanwezig is in sommige gebieden die door MS zijn aangedaan, maar niet in gezonde hersencellen. “Moet je je voorstellen: wat we dus eigenlijk proberen is, anti-lichamen te gebruiken voor de heraanmaak van myeline in de aangetaste gebieden. De mogelijkheden daarvan te onderzoeken, dat is de kern van waar ik mee bezig ben”, aldus Wia Baron. “En waarvoor we dit geld van MS Research de komende vier jaar gaan gebruiken. Wat we daarbij willen bereiken is, dat onze gekweekte oligodendrocyten myeline gaan aanmaken, onafhankelijk van de signalen van buitenaf, dus ook in de aanwezigheid van Fibronectine. Lukt dat, dan betekent dit dat we de aanmaak van myeline daadwerkelijk kunnen beïnvloeden”.

Wia Baron denkt heel dichtbij te zijn. “We hebben in Groningen al een flink aantal anti-lichamen getest en we hebben er één gevonden die in de aanwezigheid van Fibronectine de aanmaak van myeline stimuleert, en als het ware het effect van Fibronectine opheft. Maar verder onderzoek is noodzakelijk, omdat het eruitziet dat juist die ene in de nog gezonde myeline schade aanricht”.

Al is Wia Baron in Nederland een van de weinigen die speciaal op dit punt actief is, in de wereld is ze niet de enige. “Iedereen heeft weer een andere insteek. Door de krachten te bundelen kunnen we eerder bij de benodigde resultaten uitkomen Bovendien moet je bedenken dat het ziektebeeld van MS zeer complex is en dat dus waarschijnlijk niet één therapie afdoende is. Hoe meer insteken hoe beter, en hoe meer overleg via congressen, hoe beter de samenwerking tot stand komen”.

Claim

Niettemin zijn er toch al af en toe onderzoeksgroepen die zeggen de oplossing gevonden te hebben. Zo claimde laatst een Australisch onderzoeksteam onder leiding van dr. Tana Karnezis (La Trobe Universiteit, Melbourne) een doorbraak. Zij schreef te hebben ontdekt “dat het uitschakelen of verwijderen van het proteïne Nogo A bij muizen leidt tot een vertraging van de ziekteverschijnselen van een op MS lijkende aandoening van het centraal zenuwstelsel. En dat haar onderzoek laat zien dat dit eiwit wellicht een rol speelt bij de ontwikkeling van MS bij mensen”.

Wia Baron over dat optimisme: “Ik vind het woord claimen wat overdreven. Ten eerste maakt ook de Australische groep nog uitsluitend gebruik van diermodellen en voor zover we weten zijn er nog niet echt diermodellen die helemaal gelijk zijn aan MS bij mensen. Een echte doorbraak zou er naar mijn mening zijn, als de oorzaak bekend is, en daardoor meer duidelijkheid is over het complexe ziektebeeld”.

Maar ze verwijt die misschien wat overdreven claim niet haar collega-onderzoekster “Zoals vaak halen dit soort berichten te vaag en te vroeg de pers. Dikwijls ook nog onvolledig en verkeerd. Hoe dikwijls MS niet een spierziekte is genoemd, zoals laatst bij de berichtgeving over het Max Planckinstituut dat het signaal was gevonden dat de dikte van de myelinelaag controleert”.

Nog jaren

Onderzoek, onderzoek, onderzoek. Het zal waarschijnlijk nog jaren vergen eer er antwoord is op de vele vragen in verband met MS. Zoals dus de vraag of je in een lijf waarin de beschermende stof rondom de zenuwbanen, de myeline, almaar afbreekt, dit proces kunt omkeren?

Wia Baron probeert het antwoord te vinden, in dienst van de wetenschap maar toch vooral in dienst van de mensen met MS zelf.

MSzien 29 juni, nr. 03-04

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.