Twaalf jaar MS-onderzoek in Nederland (5)

Ons land kent sinds maart 1995 een speciale MS-neuroloog: prof. dr. Chris Polman. Zijn aanstelling was een bijzonder ijkpunt in de Nederlandse deelname aan de wetenschappelijke wedloop tegen MS. In een serie artikelen wil MSzien antwoord geven op de vraag wat sindsdien is bereikt. In die reeks komt nu als vijfde prof. dr. Erik Boddeke aan het woord, op weg naar stamceltherapie voor mensen met MS. Een weg die mogelijk via Peking naar Groningen loopt.

Door: Raymond Timmermans

Al meer dan twintig jaar zijn er wetenschappers die denken dat er resultaat valt te halen in de strijd tegen MS door middel van stamceltransplantatie: het vervangen van zieke basiscellen van het lichaam door gezonde. Anderhalf jaar geleden waren er trouwens al twee Nederlandse privéklinieken die zeiden de transplantatie van stamcellen bij mensen met MS daadwerkelijk te kunnen laten uitvoeren. Het kostte een vermogen, maar dan had je wel wat.

afbmszien0507twaalfjaarmsboddeke1

Prof. dr. Erik Boddeke

Het kan prof. dr. H.W.G.M. (Erik) Boddeke (1960) nog boos maken. “Die malafide praktijken van organisaties zoals Cells4health in Leuvenheim en het Preventief Medisch Centrum in Rotterdam, die ten onrechte beweerden dat stamceltherapie nu al toepasbaar is, hebben mij in hoge mate geïrriteerd”.

Vanaf 1 januari 2007 geldt voor die twee klinieken een verbod op de toepassing van stamceltherapie. Sindsdien komen alleen nog de academische medische centra en het Nederlands Kankerinstituut in aanmerking voor een vergunning tot het werken met stamcellen.

Boddeke, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), is een van die toegestane onderzoekers. In Nederland geldt hij als een bij uitstek deskundige. “Als we op termijn een mens met MS echt nieuwe stamcellen kunnen geven, en hem daarmee verlossen van MS, is dat natuurlijk echt fantastisch. Maar er zijn nog grote hindernissen te overwinnen zoals de optimale toediening van celpreparaten. Om al die problemen op te lossen zijn zeker nog enige jaren nodig. We zullen dus nog geduld moeten hebben”.

Microglia

Desgevraagd legt hij uit dat stamcellen inderdaad de basiscellen zijn in het menselijk lichaam. Zij houden door voortdurende deling niet alleen zichzelf in stand maar produceren bovendien cellen die tot specifieke weefselcellen elders in het lichaam uitgroeien. “De bekendste uitgegroeide stamcel is de bevruchte eicel waaruit zich het menselijk lichaam ontwikkelt”. Een andere heel belangrijk stamcelvolkje zorgt ervoor dat ons beenmerg levenslang bloedcellen levert. En voor mensen met MS richten onderzoekers zich op de stamcellen die het hersenverkeer regelen, de zogeheten neurale stamcellen. Maar het gaat volgens Boddeke niet alleen om die neurale stamcellen maar ook om speciale immuuncellen die rond de neurale stamcellen actief zijn, de zogeheten microglia.

Over zijn nieuwste bevindingen op dit gebied heeft hij samen met drie collega’s op 19 oktober 2007 een artikel geschreven in het vermaarde internationale vakblad Trends in Neuroscience (Ontwikkelingen in Hersenenwetenschappen). Hun betoog in het kort: Het immuunsysteem in de hersenen blijkt een belangrijke rol te spelen in het dagelijks onderhoud van de hersenen. Hiervoor heeft het brein speciale immuuncellen, de microglia, die continu de omgeving controleren en schade proberen te voorkomen.

Behalve in het onderhoud van de hersenen spelen de microglia echter ook een belangrijke rol bij ernstige storingen. Bepaalde prikkels uit de omgeving blijken deze cellen soms namelijk aan te zetten tot het zelf produceren van schadelijke, afbrekende stoffen. Ze breken de isolatie af, waardoor harde plekken, laesies, ontstaan en het brein gestoord raakt. Boddeke verduidelijkt: “Tot nu toe is de zenuwcel als een passief slachtoffer van die activiteit van de microglia beschouwd. Maar we hebben ontdekt dat dit niet helemaal waar is. Zenuwcellen blijken ook zelf voor hun eigen afbraak te kunnen zorgen. Dit betekent dat de neurale stamcel dus ook zelf aan het begin kan staan van een ziekte als MS en bijvoorbeeld ook Alzheimer en Parkinson”.

Maakt zo’n ontdekking dan veel verschil voor de aanpak van MS?
“Mogelijk wel. Om MS te behandelen zijn tot nu toe vooral pogingen gedaan om de activiteit van het immuunsysteem in de hersenen te remmen, omdat daar de oorzaak leek te liggen van de afbraak. Nu moeten we ons misschien meer op die neurale stamcel zelf gaan richten. Proberen het afbrekende gedrag van die cellen te beïnvloeden door een bewuste, positieve aansturing van de microglia daar in de buurt”.

Of de stamcellen vervangen door nieuwe?
“Inderdaad. We zouden dat dan het liefst doen met zeer jonge witte-stof-cellen die de aangetaste witte stof moeten kunnen aanvullen. Het is de bedoeling die cellen te ontwikkelen uit stamcellen van de hersenen zelf. Bij muizen lukt ons dat al. We willen nu zo snel mogelijk de volgende stappen zetten. Zo zijn we al bezig met het ontwikkelen van jonge witte-stof-cellen uit hersenmateriaal van mensen”.

GSCC

Boddeke is met een team van een twintigtal mensen , verdeeld over diverse onderzoeksgroepen, verbonden aan wat The Groningen Stem Cell Cluster (GSCC) heet. Bovendien heeft hij over dit onderwerp contact met vakbroeders in de hele wereld. Zo was hij anderhalve maand geleden op bezoek bij prof. Li Lingsong in Peking, directeur van het – vertaald – Stamcellen Onderzoeks&Toepassingscentrum daar, en zijn vooral in de Verenigde Staten op dit vakgebied geschoolde collega’s. Groningen en Peking hielden er een gezamenlijk symposium waarop Erik Boddeke een lezing hield.

9e7mszien0507twaalfjaarmsboddeke2

De Chinese en Groningse
stamcelonderzoekershielden in
oktober 2007 een gezamenlijk
symposium in Peking.

Loopt misschien de kortste weg naar stamceltransplantatie straks via Peking naar Groningen?
“Wie weet, al vind ik die veronderstelling voorbarig. Het gaat in Peking om zeer basaal neuraal stamcelonderzoek. Maar wellicht zal hun technologie in de toekomst ook van nut zijn voor ons stamcelonderzoek. Ik heb in elk geval met de stamcelspecialisten van de universiteit van Peking de nodige afspraken gemaakt over samenwerking voor de komende twee jaar. En er zijn afspraken gemaakt om mensen van Peking bij ons in Groningen afsluitend promotieonderzoek te laten doen. Ik verwacht er veel van”.

Apotheker

Als je Boddeke ziet denk je eerder aan een sportprof dan een mediprof. Opgewekt, joviaal, meteen je/jij, beweeglijk, liefhebber van jazz.
Eigenlijk apotheker van zijn vak, farmaceut. Dat studeerde hij aan de universiteit van Amsterdam, de UvA. “Maar ik wilde niet echt apotheker worden. Ben promotieonderzoek gaan doen bij de afdeling farmacologie in Amsterdam”. Hierna ging hij zich actief bezig houden met het zoeken naar medicijnen die gestoorde hersenprocessen gunstig kunnen beïnvloeden: farmacologie en neurofysiologie. Vervolgens vertrok hij vrij snel naar het Zwitserse Bazel, waar hij van 1987 tot 1998 als onderzoeker werkte bij de medicijnenfabrikant Sandoz Pharma, later bij het moederbedrijf Novartis Pharma. “Eerst onderzoek naar de ziekte van Alzheimer, vervolgens de zogeheten neurodegeneratieve ziekten als MS”.

In ’98 benoemd tot hoogleraar Medische Fysiologie in Groningen. De wetenschap van de lichamelijke hoofdfuncties van de mens. Daarin geeft hij les op hoog wetenschappelijk niveau. Daarnaast zoals gezegd een van de leidende krachten van de onderzoeksgroep GSCC. Spitst zich toe op de hersenfuncties, de neurofysiologie. Preklinisch onderzoek, onderzoek voordat sprake is van de daadwerkelijke, medische behandeling van een patiënt. Erik Boddeke: “Beroepshalve heb ik nog nooit direct met een man of vrouw met MS te maken gehad. Maar als preklinisch onderzoeker probeer ik met mijn groep nieuwe inzichten wat betreft neuroimmunologie en stamcelbiologie wel concreet toepasbaar te maken voor de MS-patiënt”. In 2004 benoemd tot lid van de adviesraad van de Stichting MS Research.

Heeft al een kleine 120 officiële publicaties op zijn naam staan, vooral over het immuunsysteem in het centrale zenuwstelsel. “De invloed van het immuunsysteem op de hersenen heeft mij altijd gefascineerd. De periode waarin de publicaties van mijn groep zijn verschenen heeft al belangrijke nieuwe inzichten opgeleverd. En gelukkig wordt er nog steeds grote progressie gemaakt in het hersenonderzoek. Ik hoop daar nog de nodige bijdragen aan te leveren”.

Rol overheid

Zijn groep werkt intensief samen met vele andere MS-onderzoekers in binnen- en buitenland. “Want we moeten uiteraard met het beperkte budget dat we hebben zo goed mogelijk met elkaar samenwerken en expertise delen. En gelukkig gebeurt dit ook in grote mate”. Dat brengt hem op de rol van de overheid in dit proces. Dat er een einde is gemaakt aan de stamcelpraktijk van privéklinieken bevalt hem zeer. En ook overigens is hij niet zo ontevreden over de bemoeienis van politici en ambtenaren met zijn vak. “Uiteraard zijn er sluitende overheidsregels noodzakelijk voor het werk met menselijk materiaal zoals stamcellen. Al moeten we erg oppassen dat we niet te véél regels maken; dat zou het onderzoek kunnen hinderen en vertragen. Bij de huidige regelgeving gaat er immers al aanzienlijk veel tijd verloren. En dat zou ook het geval kunnen zijn als er bijvoorbeeld extra procedurele remmen komen op dierproeven. De wetgeving in Nederland is streng genoeg om te garanderen dat er geen zinloos gebruik van proefdieren plaats vindt”.

Ook de recente brief van staatssecretaris Jet Bussemaker over stamcellen vindt Boddeke “redelijk verstandig”. De staatssecretarisschreef in haar Beleidsbrief Ethiek aan de Tweede Kamer dat het Kabinet het onderzoek naar de behandelingsmogelijkheden met volwassen lichaamstamcellen wil stimuleren, dit onder meer in het besef dat dit van belang kan zijn bij het bestrijden van de ziekte MS.
Maar Boddeke hoopt dan wel dat stimuleren ook betekent: meer financiële steun. “De Nederlandse overheid wil niet alleen voor medisch onderzoek maar eigenlijk voor de meeste takken van onderzoek al jaren voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Dat kan natuurlijk eigenlijk niet langer”.

Anders maar terug naar het bedrijfsleven, de farmaceuten, waar ze wel veel geld over hebben voor onderzoek?
Hij laat zich niet tot een tot een ja verleiden. “We doen fundamenteel onderzoek bij de universiteit en dat is bij ons goed op zijn plaats”.

Eerder gaven in deze artikelenserie prof. dr Chris Polman, prof. dr. Frederik Barkhof, dr.Rogier Hintzen en prof. dr. Jon Laman hun oordeel over de stand van zaken bij het onderzoek naar MS en de ontwikkelingen van therapieën en medicatie. Boddeke zou nu graag wel eens het woord geven aan een deskundige bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Of anders iemand uit de farmaceutische industrie, zo voegt hij er meteen aan toe.
Gaan we allebei voor zorgen.

MSzien, jaargang 2007, nr. 5 (december)

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.