MS-onderzoek in Nederland (29): dr. Inge Huitinga
Vanaf de benoeming eind vorige eeuw van MS-professor dr. Chris Polman is in Nederland sprake van hooggekwalificeerd onderzoek naar MS. Zowel naar de vraag hoe de ziekte ontstaat, als naar mogelijkheden die te beteugelen. Sommige wetenschappers hebben daarnaast een functie die voor alle onderzoekers van belang is: dr. Inge Huitinga bijvoorbeeld, onderzoeker en onder meer directeur van de Nederlandse Hersenbank (NHB). Zij komt aan het woord in nummer 29 van deze artikelenserie.
Door: Raymond Timmermans
De video ‘De oplossing zit in de hersenen’ begint confronterend: Hanneke Douw-Faut, in haar rolstoel, door de supermarkt. Meteen daarop aan de keukentafel in haar luxe woonboot aan de Amstel in Amsterdam. Geen krullen meer. Duidelijk beelden uit de fase dat ze werd behandeld voor kanker. “In 1991 zakte ik door mijn rechterbeen…”.
Dan een beeld van Hanneke’s beruchte, felrode 45-kilometer-autootje waarmee ze geregeld door de stad scheurde. Vertelt hoe ze in het ziekenhuis is terechtgekomen drie weken later, en tien weken daarna de diagnose MS kreeg. “Ben lid geworden van de MS Vereniging Nederland, voorzitter van de afdeling Amsterdam en in allerlei koepels gaan zitten”. Zo kwam ze bij de Hersenbank. ”Wat MS is weet je pas als je dáár hersens ziet onder de microscoop. (…) Toen dacht ik: heel belangrijk dat mensen hun hersens afstaan na hun dood. Heel belangrijk voor onderzoek”.
Dan komt dr. Inge Huitinga (1960) in beeld. Medisch-bioloog, iemand die de basisleer van alle levende wezens en de geneeskunde combineert. Directeur van de Nederlandse Hersenbank (NHB). Achter haar een zwart-wit foto van hersenen, zoals op vele plekken in het gebouw. Naast haar een microscoop. Rustige verteller. Tamelijk zachte stem. “Het is verbijsterend hoe weinig oplossingen we nog maar hebben voor MS, terwijl we toch wel vrij ver gevorderd zijn met therapieën tegen kanker bijvoorbeeld”.
De gedachten dwalen af. Schokkend eigenlijk deze stelling, temeer in het besef dat Hanneke indertijd niet aan haar MS, maar aan de gevolgen van darmkanker is overleden…
Bevriend met Hanneke
Heel bijzonder, Hanneke zes jaar na haar dood zo terug te zien. Je kijkt naar deze dvd in het voortdurende besef dat ook van Hanneke de hersenen ergens in deze bank anoniem zijn opgeslagen. Hanneke sprak vaak met Inge. Onder meer interviews voor dit digitale MSweb-magazine MSzien. Wie met Inge nu over die tijd praat, krijgt een foto te zien waar ze beiden opstaan. “Ik ben met haar bevriend geraakt. Krachtige vrouw. Ze heeft indertijd met overtuiging uitgedragen dat ze haar hersenen aan ons wilde doneren en waarom. Dat heeft ons extra bekendheid gegeven. Overigens is die dvd dus nog steeds verkrijgbaar via de site van de NHB” (*).
Leeftijdgenoten. Hanneke met de wortels in de uiterste zuidoosthoek van Nederland, Inge daar diagonaal tegenover, Den Helder.
Nog steeds MS-onderzoeker
Inge Huitinga noemt zichzelf met een glimlachHersenbankier. Feitelijk ook precies wat ze is: directeur van de NHB. Maar maak niet de fout haar alleen daarop aan te spreken: “Het is wat mij betreft iets complexer. Het NHB-werk doe ik maar voor halve dagen. Voor de andere helft van de dag ben ik echt nog steeds bezig als onderzoeker, elders in dit gebouw”.
Een groot pand met het naambordje van het Nederlands Herseninstituut (NHI), voorheen Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen; een instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Aan de achterkant van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.
Inge is sinds 1988 gespecialiseerd in MS-onderzoek, als een van de eersten in Nederland. In 1999 als allereerste door de Stichting MS Research bekroond met het zogeheten MS Fellowship. Met daaraan gekoppeld een subsidiebedrag voor onderzoek. Niet lang daarna ook NHB-directeur geworden. Leidt vanaf 2007 tevens een eigen onderzoeksgroep op het gebied van de neuro-immunologie bij het NHI. Een groep die in het Engels NeuroIMMunology Research Group (IMM) heet.
Immunologie is de wetenschap die afweermechanismen onderzoekt, in het bijzonder in relatie tot de neuronen, belangrijke cellen van ons centrale zenuwstelsel. Een relatie waarmee bij MS heel wat mis gaat. Om dat te onderzoeken, daar werkt Inge Huitinga dus vooral aan met haar IMM-groep. “Daarbij sta ik dan weliswaar zelf niet meer in het lab, maar ik kijk soms nog wel mee door de microscoop naar MS-hersenweefsel en bespreek de onderzoeksresultaten van de mensen in de groep”. Zo is het accent voor haar steeds meer komen te liggen op leidinggeven en dit aan gemiddeld twintig medewerkers, vooral wetenschappelijke onderzoekers; daarnaast vooral rapporten beoordelen, subsidieverzoeken schrijven, bijeenkomsten organiseren, tot de ontvangst in juni 2008 van toen nog prinses Maxima.
8 studies
Op dit moment verantwoordelijk voor 8 verschillende studies, terug te vinden op de internetsite van de groep; alleen allemaal in het Engels want dat blijkt dé onderzoekstaal geworden. Van studies naar de invloed van vitamine D als het gaat om MS, tot een onderzoek naar mogelijkheden tot herstel van de myelineVetachtige, witte stof die in de vorm van de zogenaamde myelineschede de zenuwvezels isolerend omhult. De myeline draagt bij tot een efficiënte zenuwgeleiding; bij myelinebeschadiging, zoals bij MS, loopt de zenuwgeleiding mank of is ze zelfs afwezig. Dit kan leiden tot diverse symptomen. Meer..., de bij MS als regel beschadigde isolerende laag rondom zenuwstrengen.
Inge Huitinga is, zoals ze zelf zegt “een vrij gedreven” onderzoeker. “Ik heb eigenlijk nooit iets anders willen worden”. Als student al begonnen met een studie naar de rol van macrofagen, letterlijk uit het Grieks vertaald veelvraten: lichaamscellen die bijvoorbeeld in staat zijn myeline te beschadigen, waardoor in de zenuwsignalen de voor MS zo kenmerkende storingen ontstaan. Daarop met de hoogst mogelijke cijfers de doctorstitel behaald.
Op, of mede op haar naam staan inmiddels bijna honderd wetenschappelijke publicaties. Ze werkte daarbij samen met onderzoekers uit binnen- en buitenland, onder wie ook enkelen die eerder in deze onderzoekserie voorbij zijn gekomen. Begeleidde een vijftigtal top-studenten in hun eigen onderzoek, bezocht ook diverse laboratoria in het buitenland, organiseerde een tiental symposia, gaf zo’n dertig lezingen over de hele wereld, maakte heel wat vliegkilometers om congressen en symposia over MS te bezoeken en dat alles vooral om, zoals ze ook in de dvd zegt, al doende te proberen “het laatste orgaan in het lichaam te kraken dat nog gekraakt moet worden”.
Voegt er nu aan toe: “Nog steeds zoek ik ernaar hoe het komt dat de myeline als het ware wordt opgegeten door andere cellen en hoe we dit kunnen voorkomen. Daarnaast kijk ik steeds meer naar de invloed daarop van geslachtshormonen en stresshormonen en zou ik graag willen ontrafelen waarom mannen en vrouwen als regel een verschillende vorm van MS hebben. Om zo hopelijk uit te komen op een therapie die effectief de ziekte MS kan stoppen of voorkomen”. Kortom: een hersenbankier met een onderzoeksmissie.
Swaab
Daarmee de voetsporen volgend van prof. dr. Dick Swaab (1944), een van de oprichters van de Hersenbank. “Zonder meer mijn grote inspirator”. Swaab kwam in 1985 op het idee van de Hersenbank omdat er geen andere methode is de hersenen echt te bestuderen zolang ze nog in een mens in werking zijn. Hij wist heel goed duidelijk te maken dat het onderzoek naar menselijk hersenweefsel hard nodig is omdat hersenziekten heel ingewikkeld zijn en allerlei belangrijke functies in het lichaam zoals het denken, het geheugen, bewegingen, zien en communicatie kunnen verstoren. Klachten die mensen met MS bekend voorkomen.
De NHB heeft nu van ongeveer 3700 overleden mensen de hersenen uitgenomen, van wie circa 1000 mensen zonder hersenziekte. “Want bij elk onderzoek is het nodig dat je van elke hersencel die ziek is ook dezelfde hersencel kan vinden die gezond is”. Er zijn op dit moment ongeveer 2800 Nederlanders ingeschreven die een speciaal hersencodicil hebben ondertekend. Van hen zijn er ongeveer 480 MS-patiënt. Al dit werk is mede mogelijk dankzij financiële steun van onder meer de Stichting MS Research, de VriendenLoterij, de Hersenstichting, het Parkinsonfonds, de Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek en de wetenschappelijke centra die gebruik maken van hersenweefsel van de NHB.
De Hersenbank doet zelf geen specifiek onderzoek naar hersenziekten. Dat gebeurt uitsluitend in universitaire centra, door onderzoekers die het weefsel bij de NHB aanvragen. “Soms ben ik die aanvrager zelf, vanuit mijn stoel bij de immunologiegroep van het Nederlandse Hersensinstituut. Soms ook buitenlandse onderzoekers. In Canada bijvoorbeeld, waar professor Geurts van het VUmc af en toe werkt en waar ze zelf geen hersenbank hebben”.
Prof. dr. Jeroen Geurts is grootgebruiker en is daar zeer enthousiast over. “De NHB is op meerdere vlakken uniek. Ze hebben in samenwerking met ons hard geïnvesteerd in hersenweefsel en hebben daar ook veel van, ook van verschillende typen MS. Van bijna alle weefselstukjes zijn er bovendien beelden. MRI-scans. Dat vergemakkelijkt het onderzoekwerk”.
Bankpasje
Alle donoren krijgen zelf een bankpasje van de NHB. En in een instructie staat wat er gebeurt bij overlijden. Dat hun lichaam binnen 4 tot 8 uur moet zijn overgebracht naar een speciale onderzoeksruimte van het VUmc. De NHB heeft hiervoor contracten met Amsterdamse begrafenisondernemers die voor het vervoer heen en terug zorgen. Bij het VUmc staat dan een team van deskundigen paraat, dag en nacht oproepbaar. Inge Huitinga: “Deze infrastructuur maakt de Nederlandse Hersenbank bijzonder. Daardoor zijn wij in staat snel en nauwkeurig hersenweefsel van zeer goede kwaliteit te bezien en te bewaren. Als je bijvoorbeeld langer zou wachten is het meestal niet meer geschikt voor de nieuwste onderzoekstechnieken”.
Alle hersenweefsel gaat in een paraffine – een soort van kaarsvet – of wordt ingevroren en bewaard in grote vriezers. Daar heeft de NHB er elf van. Alle voor onderzoek noodzakelijke gegevens gaan de computer in. En vanaf dat moment zijn al die gegevens niet meer gekoppeld aan de levende mensen bij wie de hersens hebben gehoord. “Zo hoort dat volgens de wet”.
Tegen het eind van de dvd komt Hanneke weer terug. “Als ik dan na mijn overlijden mijn hersenen aan onderzoekers kan afstaan die er raad mee weten, weten hoe je dat goed moet houden en vervolgens gebruiken voor onderzoek… Dan hoef ik niet lang na te denken… Komt misschien ook omdat ik een kind heb. Is het dan niet meer voor mijn generatie, voor de mensen om mij heen met MS die ik meemaak, en van wie ik zie hoe erg MS er kan uitzien, dan is dat in elk geval goed voor mijn kind (…) en haar kinderen weer…”
(*) De video ‘De oplossing zit in de hersenen’ heeft de NHB vervaardigd met steun van de Stichting MS Research. De website van de NHB en de Engelstalige site van het NHI. |
Door Hanneke Douw geschreven artikelen:
Hersenbank zoekt MS-donoren en
Een dag bij het Herseninstituut.
Lees meer over Hanneke Douw: Een bijzondere vrouw met MS.
Foto 2: Een historische foto uit 2005: dr. Inge Huitinga (rechts) in gesprek met de in 2007 overleden Hanneke Douw-Faut.
MSzien is deze artikelenserie begonnen in het voorjaar van 2007. Eerder kwamen aan het woord prof. dr. Chris Polman, prof. dr. Frederik Barkhof, prof. dr. Rogier Hintzen, prof. dr. Jon Laman, prof. dr. Erik Boddeke, dr. Eric Ronken, drs. Hugo Hurts, dr. Sandra Amor, dr. Inge Huitinga, dr. Wia Baron, dr. Leonie Boven, dr. Bert ’t Hart, dr. Jeffrey Bajramovic, dr. Brigit de Jong, prof. dr. Raymond Hupperts, dr. Freek Verheul, dr. Sjef Jongen, dr. Stephan Frequin, prof. dr. Jacques De Keyser, prof. dr. Otto Roelf Hommes, prof. dr. Bernard Uitdehaag, drs. Dorine Siepman, dr. Wieneke Mokkink, Marco Heerings (Nurse Practitioner), prof. dr. Elga de Vries, dr. Lizette Ghazi-Visser, prof. dr. Jack van Horssen, prof. dr. Piet Stinissen, prof. dr. Jeroen Geurts, dr. Thea Heersema en drs. Hanneke Hulst. Eindredactie Louis Weltens.MSweb archiveert de artikelen in de rubriek Meer over MS > wetenschap onder het motto: ‘MS-onderzoek in Nederland’. De meest recente afleveringen zijn ook te vinden in de rubriek Magazine. |
Eerder verschenen in MSzien magazine, Jaargang 12, december 2013
Dit bericht heeft 0 reacties