MS-onderzoek in Nederland (35): dr. Jan Meilof

In Nederland is sprake van hooggekwalificeerd onderzoek naar MS. Eind vorige eeuw extra gestimuleerd door de eerste MS-professor, dr. Chris Polman (MS-centrum VUmc, het medisch centrum van de Vrije Universiteit in Amsterdam). Met hem begon MSzien acht jaar geleden deze artikelenserie. Daarin kwamen al heel wat Amsterdamse onderzoekers voorbij, op de voet gevolgd door die van het MS-centrum van het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum. Intussen klopt steeds harder Groningen aan de deur, dr. Jan Meilof voorop.

Door: Raymond Timmermans

150617-mszien-msonderzoek-Meilof-groningen-myelineHet mag zo zijn dat zich in Amsterdam en Rotterdam de grootste en bekendste MS-onderzoekscentra bevinden van Nederland, ook elders zijn Nederlandse wetenschappers hard op zoek naar de antwoorden op de vele vragen die met MS samenhangen. Bijvoorbeeld hoe het komt dat bij MS sprake is van afbraak van myeline, de beschermende isolatie rondom zenuwbanen en hoe die te herstellen, remyelinisatie zoals dat heet. Bovendien het vraagstuk van de mechanismen die leiden tot een progressieve fase van MS. Allemaal thema’s met sinds enkele jaren Groningse onderzoekers in de voorlinie.

Heeft te maken met een recente bundeling van zorg- en onderzoekskrachten tot het MS Centrum Noord Nederland (MSCNN), een conglomeraat van artsen en onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het in Groningen gevestigde Martini Ziekenhuis. Samenwerkend met het revalidatiecentrum Beatrixoord in Haren. Ook geregeld in contact met het Medisch Centrum Leeuwarden (MCl). Financieel gesteund door de Stichting MS Research – dé geldinzamelaar voor onderzoek naar MS in Nederland – en bij het denkwerk door de regionale werkgroep Groningen van de MS Vereniging Nederland (MSVN). “Geen aparte bv of stichting, geen gebouw, maar een virtuele organisatie”, aldus dr. Jan Meilof, mede-oprichter. Behandelend neuroloog – in het Martini – en onderzoeker – bij het UMCG.

Jan Meilof (1961): “Er is in Nederland natuurlijk maar ruimte voor één allesomvattend MS-onderzoekscentrum en dat is het centrum van het VUmc. Maar andere centra kunnen daar een zeer goede aanvulling op zijn als het om speciale onderdelen gaat. Rotterdam waar het bijvoorbeeld MS en erfelijkheid betreft, MS en kinderen ook, en Groningen dus, in elk geval op het gebied van de remyelinisatie en de progressieve MS. Zonder meer een volwassen onderzoeksrol”, vindt hij.

Hij wist zich bij de opzet meteen verzekerd van de steun van prof. dr. Erik Boddeke (nummer 5 in deze artikelenserie) en dr. Sjef Copray (net als Boddeke neurowetenschapper), celbioloog dr. Wia Baron (die al voorkomt in nummer 8) en zijn collega-neuroloog dr. Thea Heersema (nummer 27). Van hen is dr. Jan Meilof in de praktijk vooral de ‘coördinator zorg’ – “Want geen tijd meer om achter een computer of labtafel zélf onderzoek te doen”. Daarom heeft Wia Baron de supervisie van het onderzoekswerk.

Zorg

Meilof haast zich om op te merken dat onderzoek overigens niet het eerste doel is van het MSCNN. “Het verbeteren van de zorg van de ongeveer 2000 Groningers, Friezen en Drenten met MS staat voorop. We willen dat de zorg voor die mensen zo dicht mogelijk in hun omgeving wordt geleverd. Dat zij niet voor specialistische zorg of bijvoorbeeld een second opinion helemaal naar Amsterdam of Rotterdam moeten”.

In het magazine van de MSVN-regio Groningen legt hij uit: “Het MS Centrum Noord Nederland moet een kenniscentrum worden voor alle neurologen en andere behandelaars in de regio. Het is de bedoeling dat patiënten gewoon bij hun eigen specialist blijven maar de voordelen hebben van de onderlinge samenwerking”.

Hij voelt zich meer dokter dan doctor, al zijn die twee rollen wat hem betreft niet los van elkaar te zien. “Ik werk gemiddeld drie dagen per week op de poli neurologie. Dan zie ik veel mensen met MS. Bij toerbeurt ook periodes aan een stuk op de afdeling neurologie, zonder spreekuur. Heb ik zonodig telefonisch contact met mensen met MS. Al dat praktische behandelwerk is ook goed om te weten te komen welk onderzoek zinvol is. Door goed op te letten hoor je namelijk van je patiënten waar de gaten in onze kennis liggen. De kunst is dan om dit te vertalen in een onderzoeksvraag die ook daadwerkelijk te beantwoorden is. Door zelf actief te zijn in de behandeling van MS kan ik goed adviseren hoe het onderzoek zo vorm te geven dat de betekenis voor mensen met MS zo groot mogelijk is, en daar gaat het natuurlijk toch om”.

Jon Laman en Wia Baron

Voor de zoektocht naar herstel van de myeline kan hij sinds kort ook terecht bij – de van het Rotterdamse Erasmus afkomstige – prof. dr. Jon Laman (nummer 4 van deze artikelenserie). In Groningen is overigens op dit gebied al sinds 1994 dr. Wia Baron actief. Zij heeft onder meer ontdekt dat bij MS-patiënten in het zenuwstelsel het eiwit fibronectine samenklontert, en dat deze klonten een kink in de kabel zijn voor het herstel van myeline. Het Groningse onderzoek is er nu op gericht, manieren te ontwikkelen om de fibronectine-klonten in de aangetaste gebieden te verwijderen.

Jan Meilof zoekt daarnaast financiering voor een onderzoek naar de mogelijkheid om menselijk myeline af te beelden, zichtbaar te maken. “Om zo te kunnen meten of een behandeling effect heeft. Bij muizen is dat door middel van nucleair beeldvormend onderzoek, zogeheten PET-scans, gelukt. We willen graag weten of dat ook bij mensen kan”.

Fluox-PMS

Als het gaat om de inbreng in de strijd tegen progressieve MS gaat het mede om de deelname van Groningse patiënten aan het internationale onderzoek dat de codenaam Fluox-PMS heeft. Een codenaam die verwijst naar het gebruik van het medicament fluoxetine dat de voortgang van progressieve vormen van MS zou kunnen afremmen. Onderzoek dat een kleine tien jaar geleden in Groningen is begonnen door de toenmalige voorman van de Groningse neurologen, de Belgische professor dr. Jacques De Keyser – (nummer 15 in deze serie).

Dr. Meilof is zelf op dit moment betrokken bij onderzoek waarbij bloed en hersenvocht, het liquor, van mensen met MS wordt geanalyseerd om te kijken of de overgang van de relapsing-remitting vorm van MS naar de progressieve vorm valt te bepalen. Dit onderzoek staat onder leiding van dr. Sebo Withoff. “We zijn dichtbij. Daarnaast levert dit veel informatie op over welke ziekteprocessen er in de verschillende vormen van MS een rol spelen. Probleem is dat er over de latere fase van multiple sclerose vrij weinig bekend is. Er is wel medicatie waarmee het ziekteproces in de eerste fase valt te onderdrukken maar nog niet echt voor de verdergaande progressieve fase. Daarom wil ik er graag aan meewerken een behandeling van elk type MS te krijgen, zonder gevaarlijke bijwerkingen en voor een prijs die voor de Nederlandse samenleving goed is op te brengen”.

Klaske Wynia

Maar hij is ook in de slag voor gewone zaken als het om de zorg voor mensen met MS gaat. Zoals een betere meetmethode om te bepalen of het beter of slechter gaat met een bepaalde patiënt. Ter vervanging van de bij mensen met MS bekende EDSS-schaal. In deel 18 van deze artikelenreeks gekritiseerd door prof. dr. Bernard Uitdehaag (VUmc). Die stelde dat het niet goed te doen was alles in één cijfer onder te brengen, zoals bij de EDSS, en dat het beter zou zijn de diverse aspecten van iemand met MS periodiek te meten. Apart bij te houden hoe het gaat met iemands lopen, zien, de armfunctie, de blaas et cetera.

Dr. Jan Meilof: “Heeft Uitdehaag helemaal gelijk in. Bij ons in Groningen is dat jaren geleden opgepakt door Klaske Wynia. Zij heeft een systeem ontwikkeld onder de naam van MS Impact Profile, MSIP. Een meetschaal die niet alleen het loopvermogen maar vrijwel alle beperkingen van een MS-patiënt vastlegt in maat en getal. Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst, zodat je een betrouwbaarder profiel krijgt. Nog niet perfect, want het vraagt erg veel tijd. Niet alles is ook eenvoudig op elk gewenst moment te meten. Maar we werken eraan de bruikbaarheid van dit systeem steeds groter te maken. Als dat internationaal wordt ingezien, en vooral in Amerika, zullen we over enkele jaren de EDSS nog maar weinig meer gebruiken”.

Versie 2Een vijftiger inmiddels. Hagenaar van geboorte. Lange, slanke man. Zachte stem, gulle lach. Bril. Kort, beetje rossig haar. Blauwe ogen. Nauwkeurige gesprekspartner, opmerkingen meteen opschrijvend. Twee kinderen. Woont in Haren – “op fietsafstand van Groningen”. Zegt wat over zijn sportieve inslag. Maar wat dat betreft vooral zeiler. “Als het even kan ontspan ik graag door een uurtje te gaan zeilen op het Paterswoldsemeer”. Een plas ten zuidwesten van Groningen, op de grens met de provincie Drenthe.

Bloed

Geneeskunde gestudeerd in Leiden. Vervolgens drie jaar in Amsterdam gewerkt bij het Centrale Laboratorium Bloedtransfusiedienst van het Rode Kruis – dat in 1998 fuseerde met de Nederlandse Bloedbanken tot de stichting Sanquin, een organisatie die in Nederland de totale bloedverzorging voor haar rekening neemt. Met de kennis daar, de doctorstitel behaald op een onderzoek naar het ontstaan van een hartritmestoornis bij pasgeborenen door stoffen die van moeder op kind worden overgedragen tijdens de zwangerschap –“een immunologisch onderwerp”.

Steeds meer geïnteresseerd geraakt in neurologie. Interne geneeskunde gedaan aan het Andreasziekenhuis Amsterdam – inmiddels gefuseerd met het Lucasziekenhuis, en dus nu het Sint Lucas Andreas. Tot neuroloog opgeleid aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) Amsterdam. Daarna overgestapt naar het MS-centrum van het VUmc. In 2001 naar Groningen. “Mijn vrouw kreeg een goede baan als onderzoeker in Groningen. Kwam ook een functie vrij voor mij, dus daar zag ik mogelijkheden”. Zijn vrouw is de UMCG-bioloog dr. Machteld Hylkema, internationaal bekend van onderzoek naar astma en de chronische longziekte COPD.

Jan Meilof is tevens opleider van arts-assistenten in het Martiniziekenhuis. “Daarnaast zit ik in verschillende ziekenhuiscommissies die de organisatie van zorg betreffen. En in de landelijke commissie die de jaarlijkse nascholing voor neurologen organiseert”. Sinds 2004 tevens lid van de wetenschappelijke adviesraad van de Stichting MS Research – net als Wia Baron trouwens.

Spreekt ook geregeld met een afvaardiging van de MSVN als vertegenwoordigers van de patiënten. Werkt met hen ook samen bij kleinschalige bijeenkomsten met aandacht voor onderzoek. Soms met gespecialiseerde onderwerpen als ‘MS en zwangerschap’, ‘MS en seksualiteit’ en de ontwikkeling van de zoektocht naar de mogelijkheid van stamceltransplantatie bij MS.

Maar het meest trots op het oprichten en volop in gang houden van het MSCNN. “Ondanks forse bezuinigingen en bestuurlijke koerswijzigingen zijn we daarmee actief kunnen blijven voor zowel zorg voor patiënten met Multiple Sclerose in de drie noordelijke provincies als onderzoek naar MS”.

MSzien is deze artikelenserie begonnen in het voorjaar van 2007. Eerder kwamen aan het woord prof.dr. Chris Polman, prof.dr. Frederik Barkhof, prof.dr. Rogier Hintzen, prof.dr. Jon Laman, prof.dr. Erik Boddeke, dr. Eric Ronken, drs. Hugo Hurts, dr. Sandra Amor, dr. Inge Huitinga, dr. Wia Baron, dr. Leonie Boven, dr. Bert ’t Hart, dr. Jeffrey Bajramovic, dr. Brigit de Jong, prof.dr. Raymond Hupperts, dr. Freek Verheul, dr. Sjef Jongen, dr. Stephan Frequin. prof.dr. Jacques De Keyser, prof.dr. Otto Roelf Hommes, prof.dr. Bernard Uitdehaag, drs. Dorine Siepman, dr. Wieneke Mokkink, Marco Heerings (Nurse Practitioner) , prof.dr. Elga de Vries, dr. Lizette Ghazi-Visser, prof.dr. Jack van Horssen, prof.dr. Piet Stinissen, prof.dr. Jeroen Geurts, dr. Thea Heersema, dr. Hanneke Hulst, dr. Inge Huitinga, dr. Immy Ketelslegers, dr. Menno Schoonheim, drs. Veronica Popescu en dr.ir. Charlotte Teunissen. De artikelen in deze serie zijn geschreven door Raymond Timmermans. Eindredactie Louis Weltens.
MSweb archiveert de artikelen in de rubriek Meer over MS > wetenschap  onder het motto: ‘MS-onderzoek in Nederland’. De meest recente afleveringen zijn ook te vinden in de rubriek Maazine.

MSzien nr 2, 2015. Jaargang 14, juni 2015

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.