MS Onderzoek in Nederland (39): dr. Sjef Copray (II)

‘Stamceltransplantatie bij MS nog geen veilige oplossing’

In Nederland is sprake van hooggekwalificeerd MS-onderzoek. Gestimuleerd door de eerste MS-professor, dr. Chris Polman. Met hem begon MSzien negen jaar geleden deze artikelenserie. Sindsdien kwamen tientallen onderzoekers voorbij. Velen werkzaam bij de bekendste Nederlandse MS-onderzoekscentra, die van Amsterdam en Rotterdam. De laatste tijd steeds vaker ook wetenschappers uit Groningen. Een van hen is dr. Sjef Copray. Op zoek naar mogelijkheden tot herstel van myeline, de isolatiestof die bij mensen met MS ernstig is beschadigd.

Door: Raymond Timmermans

dr. Sjef Copray.
dr. Sjef Copray.

Groningse wetenschappers zijn dichtbij succes met een methode tot reparatie van myeline, de vetachtige isolatielaag rond de uitlopers van zenuwcellen. Zoals de neurobioloog Sjef Copray (*1952) al liet doorschemeren in de vorige aflevering van deze onderzoekserie, mikken hij en zijn collega’s vooral op een therapie met gebruik van IPS. Die drie letters staan voor Induced Pluripotent Stemcells, een baanbrekende ontdekking, op naam van de Japanse bioloog Shiniya Yamanaka. Hij heeft daarvoor in 2012 de Nobelprijs gekregen.

“Dan hebben we het over, zeg maar, een soort embryonale stamcellen, die na enige herprogrammering eigenlijk uit elke lichaamscel is te maken”, aldus Copray. “Het gemakkelijkst gaat dit uit de huid. Vanuit zo’n IPS-cel is vervolgens een onbeperkte hoeveelheid van elk mogelijk type lichaamscel te produceren”.

Dus ook de cellen waar het hem om te doen is: het door MS aangetaste omhulsel van myeline, de zogeheten myelineschede. “Die beschermt normaal gesproken de uitlopers van de zenuwcellen en zorgt voor een snelle geleiding van elektrische signalen door het hele circuit van zenuwcelverbindingen in de hersenen. Waar de myeline is beschadigd gaat de signaal-doorgifte echter heel veel trager en dooft zelfs op den duur uit”.

HSCT

Copray was ook in aflevering 38 aan het woord over stamcellen, toen over de zogeheten hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT). Een ingreep die plots nieuw in beeld is geraakt. Dit mede door de keus die daarvoor is gemaakt door de inmiddels veelbesproken MS-patiënt Boaz Spermon, zijn gang hiervoor naar het universitair medisch centrum van het Zweedse Uppsala, plus Boaz’ roep in en op diverse media om hiertoe ook mogelijkheden te scheppen in Nederland.

Sjef Copray maakte daarbij een forse kanttekening: “Voor de meeste mensen met MS is dit absoluut geen relevante oplossing. Hooguit voor een kleine groep MS- patiënten met een zeer ernstige vorm van Relapsing Remitting MS, RR MS”. Wat Copray betreft dus niet zomaar op grote schaal aan te bevelen als ‘de behandeling bij uitstek’ voor iedereen die MS heeft en zelfs niet voor iedereen met RR MS.

Jaren van onderzoek

Op enkele plaatsen in de wereld richten steeds meer MS-onderzoekers zich de laatste tijd vooral op een andere therapie: herstel van de afgebroken myeline. Zonder myeline-isolatie raakt de doorgifte van zenuwsignalen verstoord en dat nu is precies bij mensen met MS het geval. Met dat myeline-afbraakproces en in het bijzonder de vraag of dat nog omkeerbaar is, houdt zich al vele jaren een onderzoeksgroep bezig van het MS Centrum Noord Nederland. Dat is een hier eerder besproken bundeling van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), het Martini Ziekenhuis Groningen en het revalidatiecentrum Beatrixoord Haren.

Al in deel 8 van deze serie is de koers naar myelinereparatie door de Groningse celbioloog dr. Wia Baron onder de aandacht gebracht. Zij en dr. Copray wijdden aan dit onderwerp in oktober 2013 in Groningen een internationaal symposium. Sindsdien is wat dit onderwerp betreft Sjef Copray steeds vaker de boodschapper. Net met vervroegd pensioen maar nog bezig zijn lopende werk af te ronden en enkelen van zijn studenten te begeleiden naar de eindstreep.

“Dat laatste was ook lang een belangrijk onderdeel van mijn werk. Naast natuurlijk het opzetten van onderzoeksprojecten. Dan gaat het niet alleen om het idee maar ook om het binnenhalen van financiering, het rekruteren en instrueren van onderzoekers en uiteindelijk het interpreteren en analyseren van de resultaten, het schrijven daarover en het verwerken in colleges aan de studenten”.

Yamanaka

Tussendoor even een kort college speciaal voor ons. “Het basisidee is dat je een stappenplan ontwikkelt, een protocol. Dat voorziet erin om eerst de uit huidcellen van een MS-patiënt verkregen IPS-cellen te laten veranderen, differentiëren, tot myelinevormende cellen, de zogeheten oligodendrocyten. Vervolgens moeten die ingeplant in het centrale zenuwstelsel van die MS-patiënt, ter vervanging van de afgestorven oligodendrocyten”.

IPS schema
Op dat door Yamanaka ingezette pad zijn Copray’s Groningse onderzoeksgroep en vergelijkbare groepen in Japan, de Verenigde Staten en Duitsland verder gegaan. “Wij werken daarbij onder meer samen met de universiteit van Leiden en het onderzoekscentrum BPRC in Rijswijk”.

Het is opvallend dat hij, ondanks zijn pensioen, nog in de tegenwoordige tijd spreekt. Maar eigenlijk ook niet zo vreemd, want Sjef Copray is er zeker van dat wat hij heeft opgebouwd in Groningen een voortzetting krijgt bij de onderzoeksgroep van Wia Baron. Bovendien heeft zijn IPS-onderzoek onlangs geleid tot de oprichting van een grote IPS-eenheid aan het UMCG, voor het verdere MS IPS-werk.

“Na succes bij muizen bleek ook bij apen, waar een op MS lijkende ziekte was opgewekt, dat uit IPS verkregen jonge oligodendrocyten inderdaad, na implantatie, de plekken waar de myeline is afgebroken, de MS-laesies, gaan opzoeken en – heel spectaculair – daar nieuw myeline gaan vormen”.

Maar nu de stap naar de mens met MS… “In ons onderzoek hebben we de afgelopen jaren belangrijke en internationaal erkende nieuwe inzichten verworven over hoe een IPS-cel is aan te zetten tot de vorming van myeline-producerende oligodendrocyten bij de mens. Omdat het gaat om IPS-cellen van een individuele MS-patiënt zelf – het zijn dus eigen cellen – zal er geen sprake zijn van afstoting na implantatie”.

RR MS/SP MS

Sjef Copray denkt dat deze op IPS-stamcellen gebaseerde transplantatie-therapie in het bijzonder van toepassing kan zijn op MS-patiënten in de overgang van RR MS naar Secondaire Progressieve MS, SP MS. “De eerste stappen zijn gezet. Voor het verkrijgen van de huidbiopten van de MS-patiënten hebben we samengewerkt met de afdeling dermatologie, huidziekten, van ons universitair medisch centrum. Bij tien patiënten met MS, vijf RR MS en vijf SP MS, zijn kleine stukjes huid weggenomen om daar uiteindelijk die IPS-stamcellen van te maken. Maar natuurlijk is de weg nog lang en kostbaar, onder meer omdat nog goed gekeken moet worden of dit veilig kan, dus zonder risicovolle bijwerkingen”.

Tot nu toe is de IPS-technologie nog maar één keer uitgeprobeerd op de mens en wel in Japan bij netvlies-veroudering – de zogeheten maculadegeneratie. “Dat was zeer succesvol. Ik verwacht dan ook al snel de eerste toepassingen van de IPS- technologie bij Parkinson- en diabetespatiënten. En dan komt hopelijk ook snel de MS-patiënt aan de beurt”.

Het brein

Zijn exacte naam is dr. Sjef Joseph Christofoor Vincentius Maria Copray – “Inderdaad van katholieke huize, nu overtuigd atheïst… maar geen anti-theïst hoor”. Geboren Amsterdammer. Zegt zich voor de leer van levende wezens, de biologie, al te zijn gaan interesseren op het gymnasium van het Keizer Karel College in Amstelveen. “Waar ik inspirerende biologieleraren had. Vanaf 1988 heb ik me toegelegd op ons veruit meest interessante, uitdagend-gecompliceerde orgaan: het brein en daarnaast het zenuwstelsel”.

Daarbij heeft hij zich vooral verdiept in de processen die de werking van het centraal zenuwstelsel verstoren of juist weer doen herstellen, de zogeheten neurodegeneratieve en neuroregeneratieve processen. Dit bijvoorbeeld bij ziekten als Huntington, ALS, Alzheimer, Parkinson en dus ook MS. “Waar MS in het verleden voornamelijk het onderzoeksterrein van immunologen was, wordt het dat naar mijn waarneming steeds meer van neurobiologen”.

SCT-deskundige

Sjef Copray heeft aan vele tientallen verschillende wetenschappelijke projecten meegewerkt en gold de laatste tijd als uitgesproken stamceltransplantatie (SCT)-deskundige. “Eigenlijk merkwaardig want ik ben absoluut niet de enige in Nederland die daarvan wat weet. Er zijn immers al veel beenmerg-stamcelbehandelingen gedaan in Nederland, in het bijzonder bij mensen met een ernstige bloedziekte. De artsen die dat doen zijn natuurlijk de echte stamceltransplantatie-experts.

Ik ben geen arts, geen MS-neuroloog, maar wetenschappelijk onderzoeker, neurobioloog en daarnaast opleider. Maar OK; ik ben wel de enige in Nederland die met mijn onderzoeksgroep bezig is met stamcellen in het kader van MS. Dat is waarom ik steeds benaderd wordt als het over dit onderwerp gaat”.

Net als steeds meer vakbroeders denkt hij dat MS begint in de hersenen. “Ieder mens heeft in de hersenen dagelijks vele, heel kleine lokale kortsluitingen, maar weet die te herstellen met hulp van adequaat reagerende lokale ontstekings- en surveillerende, infiltrerende immuuncellen. Bij mensen met MS lijkt die hulp volledig door te schieten en treedt er een overdreven, agressieve reactie op die meer kapot maakt dan herstelt, om te beginnen de afbraak van myeline, met de bekende MS-symptomen tot gevolg”.

Complex en ingewikkeld

OnderzoekenHij steunt de opvatting dat bij het optreden van MS een groot aantal factoren een rol spelen. “MS is een complexe, multifactoriële neurologische aandoening die ontstaat uit een ingewikkelde interactie tussen allerlei omgevingsfactoren en een zekere genetisch vastgelegde vatbaarheid”. Onder die omgevingsfactoren rekent hij naast voedsel – “onder meer het eten van rood vlees”- en het gehalte aan vitamine D, de invloed van hormonen, virusinfecties, stress, roken, alcohol en leefstijl.

Wat betreft de genetisch vastgelegde vatbaarheid voor MS: “Er is van tienduizenden mensen met MS het genetisch patroon bepaald en het lijkt erop dat zij een aantal genen anders hebben dan de doorsnee mens. Dat kan komen door van alles. Het gaat echt om een interactie; het is vast niet zo dat iedereen die veel rood vlees eet en een laag vitamine D-gehalte heeft, MS krijgt; daar heb je dan ook de MS-vatbaarheidsgenen voor nodig. Omgekeerd is het zo dat niet ieder die genetisch voor MS vatbaar is, ook MS krijgt, daar heb je dan ook weer een combinatie van andere factoren voor nodig”.

Een onderzoeker pur sang met in zijn redeneringen steeds weer enerzijds/anderzijds.

Heeft u eigenlijk ooit wel eens iets anders willen worden of zijn?

“Net als waarschijnlijk iedereen, heb ik uiteraard wel eens gefantaseerd over andere beroepskeuzes. Als ik geen bioloog, wetenschappelijk onderzoeker was geworden, was ik nu misschien geschiedkundige of schrijver, tekstdichter, cabaretier of schilder geweest. Of een combinatie daarvan”.

Wie weet, komt dat er allemaal ooit nog eens van.

MSzien is deze artikelenserie begonnen in het voorjaar van 2007. Eerder kwamen aan het woord prof. dr. Chris Polman, prof. dr. Frederik Barkhof, prof. dr. Rogier Hintzen, prof. dr. Jon Laman, prof. dr. Erik Boddeke, dr. Eric Ronken, drs. Hugo Hurts, dr. Sandra Amor, dr. Inge Huitinga, dr. Wia Baron, dr. Leonie Boven, dr. Bert ’t Hart, dr. Jeffrey Bajramovic,  dr. Brigit de Jong, prof. dr. Raymond Hupperts, dr. Freek Verheul, dr. Sjef Jongen, dr. Stephan Frequin. prof. dr. Jacques De Keyser, prof. dr. Otto Roelf Hommes, prof. dr. Bernard Uitdehaag, drs. Dorine Siepman, dr. Wieneke Mokkink, Marco Heerings (Nurse Practitioner), prof. dr. Elga de Vries, dr. Lizette Ghazi-Visser, prof. dr. Jack van Horssen,  prof. dr. Piet Stinissen, prof. dr. Jeroen Geurts (de delen 25 en 26), dr. Thea Heersema, drs. Hanneke Hulst, dr. Inge Huitinga, dr. Immy Ketelslegers, dr. Menno Schoonheim, drs. Veronica Popescu, dr. ir. Charlotte Teunisse, dr. Jan Meilof, prof. dr. Jan J. Sixma en in twee delen dr. Sjef Copray. Alle artikelen in deze serie zijn geschreven door Raymond Timmermans. Eindredacteur is Louis Weltens.

MSweb archiveert de artikelen in de rubriek Meer over MS > wetenschap  onder het motto: ‘MS-onderzoek in Nederland’. De meest recente afleveringen zijn ook te vinden in de rubriek Magazine.

Dit artikel verscheen eerder in MSzien nr 2, 2016. Jaargang 15, juni 2016

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *