
MS Onderzoek in Nederland (21): prof.dr. Elga de Vries
Vanaf de benoeming in 1995 van MS-professor dr. Chris Polman is in Nederland sprake van op academische leest geschoeid onderzoek naar Multiple Sclerose. In een artikelenserie belicht MSzien sedert 2007 waartoe dit inmiddels heeft geleid. In deel 21 een kennismaking met de nieuwste hoogleraar neuro-immunologie, professor dr. Elga de Vries. Zij houdt zich in het bijzonder bezig met onderzoek naar de rol van de zogeheten bloed-hersen-barrière met name bij het ontstaan van ziektes als MS.
Door: Raymond Timmermans
Er zijn onderzoekers die vooral eerst willen vaststellen wat nu precies MS veroorzaakt om met die wetenschap in de toekomst MS te kunnen voorkomen. Er zijn anderen die zich concentreren op het afremmen van de ziekte. Sommige wetenschappers zoeken naar middelen en methodieken om bepaalde hinderlijke gevolgen van MS te verminderen. Anderen willen eerst en vooral betere meetmethoden ontwikkelen. Een enkeling doet van alles wat.
Mevrouw dr. H.E. de Vries (1967) – “mijn roepnaam is Elga” – staat eigenlijk een beetje aan de rand van dit onderzoeksveld, als een van de weinige niet-artsen. Maar wat dit betreft wel in goed gezelschap. Van de bioloog en immunoloog prof. dr. Jon Laman bijvoorbeeld, de nummer 4 in deze serie (september 2007). Ook dr. De Vries beoefent de biologie, de wetenschap die zich bezig houdt met de voornaamste eigenschappen van alle levende wezens. En in het bijzonder celbiologie: gericht op de structuur en het gedrag van cellen, de kleinste eenheden van levende wezens.
Elga de Vries: bezocht van september 1985 tot september 1990 de universiteit van Utrecht; deed onderzoek om tot doctor te promoveren aan de afdeling Farmacologie en Biofarmacie van het Leids Amsterdams Centrum voor Geneesmiddelenonderzoek, verbonden aan de universiteit van Leiden; woont nu in Weesp; zorgt daar met haar partner voor haar twee dochters (acht en zes jaar); besteedt zoveel mogelijk van haar vrije tijd aan – in willekeurige volgorde -museumbezoek, tennis, fietsen, wandelen, boeken lezen, koken met vrienden, reizen. Wie het haar vraagt, krijgt te horen dat ze nooit iets anders had willen worden dan wat ze nu is. “Het begrijpen hoe een levend organisme werkt en wat er misgaat bij ziekte… dat heeft mij altijd geïnteresseerd”. En dat weet ze ook heel erg duidelijk te maken.
Een snelle prater. Aan niets meer te horen dat ze in Den Haag is geboren. “Kan ook moeilijk; ik heb daar maar kort gewoond. Heb over het hele land gezworven”.
Op 1 juli 2011 is zij benoemd tot hoogleraar neuro-immunologie aan het medisch centrum van de Vrije Universiteit (het VUmc) in Amsterdam. Immunologie: de biologische wetenschap die het immuunsysteem onderzoekt, de afweermechanismen. Neuro-immunologie behelst in het bijzonder het onderzoek van de wisselwerking tussen die afweersystemen en het hersenstelsel. Neuro komt van het Griekse woord neuronZenuwcel bestaande uit een celkern en één of meer uitsteeksels genaamd dendrieten en axonen. Meer..., dat zenuw betekent. En met die wisselwerking tussen het immuunsysteem en de zenuwcellen gaat waarschijnlijk bij multiple sclerose iets helemaal fout.
Binnendringers
Elga de Vries bestudeert met het oog daarop al enige jaren de zogeheten bloed-hersen-barrière. “Er zitten honderden kilometers aan bloedvaten in en rond de hersenen en het ruggenmerg. En die bloedvaten hebben daar een belangrijke nevenfunctie: zij moeten er onder meer voor zorgen dat de hersenen geen ongewenste binnendringers krijgen”.
Daar slaat het woord barrière op: Frans voor belemmering, hek.
“Hersenen zijn zeer gevoelig voor de effecten van cellen en stoffen. De bloedvaten zijn daarom gespecialiseerd in het tegenhouden van ontstekingscellen en schadelijke stoffen vanuit het bloed naar de hersenen toe. De cellen aan de binnenkant van de bloedvaten vormen als het ware de Deltawerken van de hersenen. Maar net als bij de echte Deltawerken zitten er schuifdeuren in, draaideuren eigenlijk. En met een duidelijk doel: de zenuwcellen in de hersenen moeten voldoende brandstof krijgen, glucose, om goed te kunnen werken. En die draaideuren moeten de glucose, verpakt in witte bloedcellen, ongehinderd naar binnen laten”.
Haar veronderstelling is dat met die brandstof ook stoffen binnenglippen die er niet thuishoren. Meeliften, als het ware, met de witte bloedcellen. “Die stoffen kunnen zich dan gaan ophopen zodat uiteindelijk schade aan weefsel gaat ontstaan, er bepaalde zenuwfuncties gaan uitvallen. Dat gaat er waarschijnlijk verkeerd met de barrière bij ziektes als MS”.
Vandaar haar Deltaplan: “Eerst precies bepalen hoe het kan dat schadelijke stoffen de hersenen ongewenst binnendringen, en als we dat begrijpen, iets zoeken om dit proces tegen te houden. We moeten dus proberen exact vast te stellen waaruit dit proces van migratie van ontstekingscellen naar de hersenen bestaat, en dan proberen die infiltratie af te remmen. En omdat we weten dat bij mensen met MS de zenuwcellen het minder goed doen in de hersenen moeten we tegelijkertijd ervoor zorgen dat de noodzakelijke brandstof wel blijft binnenkomen en die zenuwcellen beter zien te voeden. En dat kan dus alleen als we erin slagen de werking van de draaideuren te beïnvloeden”.
Ei van Columbus
Dat laatste zou wel eens het ei van Columbus kunnen worden. Want misschien bieden dezelfde draaideuren wel een sluipweg voor het binnenbrengen van medicijnen in de hersenen, zo liet ze op 15 oktober 2011 weten in een artikel in de Volkskrant. Dat artikel beschreef verder dat het Leidse bedrijf TO-BBB bezig is hiertoe in bolletjes verpakte ontstekingsremmers te ontwikkelen. En ook daarbij is de jonge professor betrokken.
Elga de Vries is sinds mei 1999 verbonden aan de afdeling Moleculaire Celbiologie en Immunologie binnen het MS-centrum van het VUmc en heeft daar al enige tijd een aparte onderzoeksgroep voor de bloed-hersen-barrière – vaak aangeduid met de Engelse term Blood-Brain Barrier (BBB). Dit met financiële steun van de stichting MS Research. Meegewerkt, en deels leiding gegeven aan vele studies op dit vlak, de meeste beschreven in proefschriften waarmee jonge doctorandussen de doctorstitel hebben behaald.
Publicaties
De meeste van die publicaties zijn terug te vinden elders op MSweb. Zoals die van Gerry Schreibelt, die in juli 2007 doctor werd met een onderzoek naar stofjes die zich via de witte bloedcellen aan de bloedvatwand in de hersenen hechten met als gevolg dat daar MS kan ontstaan. Of die van Gijs Kooij, die in december 2009 met succes een proefschrift afrondde waarin hij aantoonde dat transporteiwitten via de bloed-hersen-barrière schadelijke stoffen in de hersenen binnenbrengen.
“En zo zijn er nog veel meer enthousiaste promovendi en onderzoeksanalisten”, vult Elga de Vries aan. “Die allemaal gebruik hebben kunnen maken van diverse celkweekmodellen, van materiaal dat we van de Hersenbank krijgen, hersencellen van overleden mensen. Proefdiermodellen ook, al zijn we daar erg kritisch op; we testen alleen mogelijke nieuwe remmers in proefdieren als we op basis van ons vooronderzoek ervan overtuigd zijn, een effect te zien. Daarnaast zijn er andere onderzoekers die analyses maken van echt materiaal van levende patiënten, bloedcellen en hersenvocht, opgevangen via de bij veel mensen met MS bekende ruggenprikMet de ruggenprik is mogelijk in sommige gevallen een eerdere definitieve diagnose MS te stellen. De lumbale punctie, zoals de ruggenprik officieel heet, is een oude methode om hersenvocht uit te nemen, teneinde dit nader te bestuderen op bijvoorbeeld eigenschappen van MS. Zie ook lumbaalpunctie. Meer.... Dit alles om de mechanismen te ontrafelen die een rol spelen in het ontstaan van MS”.
Waaraan ze als “grootste teleurstelling” toevoegt “dat het uitvoeren van goed onderzoek afhankelijk is van financiering door externe fondsen, dat daar altijd een gebrek aan is en dat het dus teleurstellend en frustrerend is dat diverse aanvragen voor onderzoek niet kunnen worden ingewilligd”.
Lab
Weinig is ze nog te vinden op haar oorspronkelijke werkplek, het lab. “Helaas… al zit ik nog wel geregeld met de onderzoekers uit mijn groep achter de microscoop om bevindingen mee te beoordelen”.
Wat ze dan op een gemiddelde dag zoal doet?
“Er is nooit een dag gemiddeld, maar als ik niet op congres ben, schrijf ik onderzoeksvoorstellen, voer ik werkbesprekingen met onderzoekers die in het kort een overzicht geven van de resultaten van het lopende onderzoek, werk ik mee aan wetenschappelijke publicaties, schrijf ze of corrigeer ze, geef ik colleges aan studenten, in het bijzonder over MS, zowel aan biologen als aan medische studenten trouwens – en dat lesgeven is eigenlijk héél erg leuk – geef ik lezingen in binnen- en buitenland… en nog veel meer“.
Is dat sinds haar benoeming tot hoogleraar veranderd?
“Een groot deel van de werkzaamheden is hetzelfde gebleven. Mijn hoogleraarschap betekent wel meer aandacht voor dit aandachtsgebied en vooral voor het MS-onderzoek. Wat er concreet verandert, is dat ik nu zelf een promovendus van A tot Z kan en mag begeleiden. Verder ben ik van plan ook meer te communiceren naar de maatschappij, zoals al duidelijk werd uit de Volkskrant van 15 oktober”.
Elga de Vries is als gezegd geen medicus en behandelt dus geen mensen met MS. “Maar doordat mijn team onderdeel is van het MS centrum in Amsterdam vertalen we onze onderzoeksresultaten waar mogelijk direct naar de situatie van de patiënt, ook om op die manier nieuwe inzichten in het ziekteproces te krijgen”. Bovendien komt zij geregeld mensen met MS tegen op patiëntendagen, waar zij informatie geeft over de nieuwste ontwikkelingen. En ook op evenementen van de stichting MS Research. “Daarnaast heb ik twee vriendinnen met MS. Ook met hen praat ik over mijn werk. En als ze vragen hebben, weten ze me altijd te vinden”.
Gunstig voor meer ziekten
Nu is ze dus een tot professor benoemde super-onderzoeker. Belangrijk voor mensen met MS maar niet alleen voor hen. “Want het mag duidelijk zijn dat, als het lukt via de BBB een medicament het brein in te smokkelen, dit gunstig kan zijn voor de behandeling van veel meer ziekten en kwalen, niet alleen MS”. Zij denkt dan in de eerste plaats aan mensen met de ziekte van Alzheimer.
Als dat zo is, gaan we nog veel meer horen van professor dr. Elga de Vries. En waarschijnlijk neemt ze daar op 17 februari 2012 al een voorschot op, met haar oratie aan de universiteit, de plechtige redevoering waarmee zij formeel uitleg geeft aan haar nieuwe positie en werk. Een rede waarin zij opnieuw in het bijzonder aandacht wil gaan besteden aan de mogelijkheden tot herstel van de nuttige functies van de bloed-hersen-barrière. “Ik wil aangeven dat die barrière niet zomaar een dicht hek is, maar dat er poortwachters zijn”.
MSzien is deze artikelenserie begonnen in het voorjaar van 2007. Eerder kwamen prof. dr. Chris Polman, prof. dr. Frederik Barkhof, prof. dr. Rogier Hintzen, prof. dr. Jon Laman, prof. dr. Erik Boddeke, dr. Eric Ronken, drs. Hugo Hurts, dr. Sandra Amor, dr. Inge Huitinga, dr. Wia Baron, dr. Leonie Boven, dr. Bert ’t Hart, dr. Jeffrey Bajramovic, dr. Brigit de Jong, prof. dr. Raymond Hupperts, dr. Freek Verheul, dr. Sjef Jongen, dr. Stephan Frequin. prof. dr. Jacques De Keyser, prof. dr. Otto Roelf Hommes, prof. dr. Bernard Uitdehaag, drs. Dorine Siepman, dr. Wieneke Mokkink en Marco Heerings (Nurse Practitioner) aan het woord. |
Medisch adviseur voor de serie is Mart Mantel. MSweb archiveert de artikelen in de rubriek Meer over MS > Wetenschap onder het motto: ‘MS-onderzoek in Nederland’. De meest recente afleveringen zijn ook te vinden in de rubriek Magazine.
MSzien jaargang 10, december 2011 (4)
Dit bericht heeft 0 reacties