
Volhardende verandering
Column Hanneke Hulst | Afgelopen september had ik het ineens besloten: het is tijd om gezonder te gaan leven. Niet meer op maandagavond de balletles overslaan omdat ik te lang in het VUmc ben blijven hangen en niet elke vrijdagavond uit gemakzucht een pizza bestellen. Gewoon zoals ‘vroeger’: sporten en gezond eten.
Simpel gezegd, maar niet simpel gedaan. En daarom kwam, naast Mark, Sietse in mijn leven. Elke woensdag sporten we samen, noteert hij mijn gewicht en vraagt hij hoe het is gegaan met eten.
Even voel ik de verleiding om niks te vertellen over het stukje overheerlijke taart wat ik heb genuttigd, of over de pizza die op wonderbaarlijke wijze op vrijdagavond ons huis is binnengetreden. Uiteindelijk wil ik zelf gezonder worden en dus biecht ik het allemaal braaf op. Ook dat het me (weer) niet gelukt is om thuis mijn krachttraining te doen…
En terwijl ik zelf probeer de ongezonde gewoontes te veranderen, denk ik ineens terug aan een gesprek met een revalidatiearts. Het was een gesprek over hoe we cognitieve klachten (o.a. geheugenproblemen, aandacht- en concentratiestoornissen) bij mensen met MS in de toekomst het beste kunnen tegengaan.
De ultieme behandeling is er helaas nog niet. Op basis van aanwijzingen uit kleine studies zijn er ook in ons MS centrum onderzoeken gestart die kunnen bijdragen aan vernieuwende inzichten met betrekking tot cognitieve revalidatie bij mensen met MS.
Zo zijn we geïnteresseerd in het effect van dans en computertraining op het cognitieve functioneren van mensen met MS en kijken we tevens, met behulp van MRI scans, naar het effect van deze interventies op de hersenen. We hopen dat deze onderzoeken ons richting kunnen geven over wát werkt (of wat niet) in de strijd tegen cognitieve achteruitgang.
Uit de wetenschappelijke literatuur is bekend dat dit soort cognitieve interventies met een bepaalde frequentie en met een bepaalde intensiteit moeten worden gedaan om een optimaal effect te bereiken.
Bijvoorbeeld: als je te weinig oefent, meet je (wellicht ten onrechte) geen effect van de interventie; maar teveel trainen is ook niet wenselijk en zonde van de energie en tijd van de mensen met MS. Als we de literatuur volgen, blijkt echter steeds weer dat regelmatige training noodzakelijk is. Daarom moet er drie keer per week een uur computertraining worden gedaan en moesten de deelnemers aan het dansonderzoek 2 x per week naar het Muziektheater komen om daar lessen van een uur te volgen.
Het lijkt eigenlijk op dat wat Sietse van mij vraagt: met regelmaat (frequentie: elke dag) met een bepaalde intensiteit (tenminste 30 minuten) conditie of kracht trainen.
Het gesprek met de revalidatiearts gaat verder. Ik zeg: ‘gelukkig zijn het allemaal relatief onschuldige interventies, waarbij de kans op bijwerkingen (in tegenstelling tot medicijnen) nihil is. Baat het niet dan schaadt het niet toch?’
Dan volgt er een bedenkelijke stilte: ‘Ik vind het nogal wat. De interventies zijn dan misschien wel relatief mild, maar de impact die het heeft op iemands leven als je ineens drie keer per week een bepaalde interventie moet gaan doen, vind ik best heftig’.
Ik denk aan het doorbreken van mijn eigen ongezonde gewoontes. Ja, dat is zeker heftig. Maar uiteindelijk hoop ik dat door volhardend door te zetten, het gezonde leven een gewoonte wordt met als hoofddoel mijn gezondheid behouden. Net zoals ik ’s ochtends en ’s avonds mijn tanden poets tegen gaatjes.
Maar voordat ik verzand in twijfel of mensen met MS wel zitten te wachten op dergelijke intensieve interventies, moet ik eerst maar eens zien aan te tonen dat deze interventies ook daadwerkelijk de cognitieHet geheel van informatieverwerkingsprocessen waartoe de mens in staat is. De hogere hersenfuncties die bestaan uit de volgende functies: begrips-en spraakvermogen, rekenvermogen, geheugen, aandachtsvermogen en functies zoals plannen, probleemoplossing, enzovoort. Meer... verbeteren. Volhardend ga ik door met het onderzoek. Op zoek naar verandering. Wordt vervolgd.
Eerder verschenen in MSzien 2017, nr. 1
Dit bericht heeft 0 reacties