
MS? Daar zit een luchtje aan
De elektronische neus of eNose
We weten dat er getrainde honden zijn die darmkanker kunnen herkennen. Reuzehandig voor een moeite- en pijnloze check omdat het sneller tot een diagnose of uitsluiting van kanker kan leiden. Bovendien hoeven vervelende en kostbare onderzoeken niet gedaan te worden. Die goede neus van de hond is er sinds kort ook in elektronische vorm. De eNose: Zo kan het nóg moeitelozer.
Door Karen van Dalsem
De elektronische neus, of eNose, wordt binnenkort gebruikt voor detectie van darmkanker – en ook voor longkanker kan deze worden ingezet. Nu kunnen we ons allemaal wel voorstellen dat longen en het maagdarmkanaal ‘luchtjes’ uitscheiden die meetbaar zijn. Maar zit er ook zo’n luchtje aan multiple sclerose?

Onder leiding van Rozemarijn Ettema en Cecile de Vos heeft het Medisch Spectrum Twente vorig jaar een haalbaarheidstudie gedaan naar de inzet van de eNose voor het detecteren van MS. In deze studie is onderzocht of de eNose onderscheid kan maken tussen de uitgeademde lucht van mensen met MS en van mensen die geen MS hebben. Er deden 124 mensen met de diagnose MS mee en 129 personen zonder MS.
Uit dit onderzoek blijkt dat het inderdaad mogelijk lijkt te zijn mensen met MS te onderscheiden van gezonde controlepersonen.
Een veelbelovend resultaat, en daarom zijn Rozemarijn Ettema, projectleider van het onderzoek, Cecile de Vos, klinisch fysicus en Esther Zeinstra, MS Neuroloog, nu bezig met een vervolgonderzoek in Medisch Spectrum Twente en het Isala ziekenhuis in Meppel, waar zich een MS centrum bevindt. Het doel is om uiteindelijk meer ziekenhuizen bij de studie te betrekken.
Niet één luchtje
Ettema vertelt dat de eNose niet op zoek is naar één speciale stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... in de adem van iemand die verdacht wordt van MS, één luchtje is het niet. “De eNose meet een scala aan stoffen waar geen individuele bestanddelen uit gedestilleerd kunnen worden. Het apparaat meet dus een totaalmix van stoffen, en bij die metingen bij meerdere personen herkent de eNose een vast patroon.”
MS is een demyeliniserende ziekte waar ontstekingen in het centraal zenuwstelsel een rol spelen. De cellen die betrokken zijn bij deze ontsteking produceren andere afvalstoffen dan gezonde cellen. Deze afvalstoffen komen via de bloedbaan onder andere in de uitgeademde lucht terecht. De eNose kan patroon van deze stoffen in de uitgeademde lucht herkennen.
De inzet van de elektronische neus kan het diagnostische traject verkorten. De testresultaten van de eNose geven aan of verdere testen of onderzoeken noodzakelijk zijn. De arts kan dus gerichter zoeken en sneller beslissen met de inzet van de eNose als aanvullend onderzoek.
Ettema verwacht nog meer van de eNose. “Zo hopen we dat hij in de toekomst kan worden ingezet bij het onderscheiden van welke vorm van MS iemand heeft. Goed om te weten wanneer iemand de relapse remitting fase voorbij is en de secundair progressieve fase is in gegaan”.
Ook willen de onderzoekers kijken of de elektronische neus kan worden ingezet bij het bepalen van de werkzaamheid van medicatie bij individuele patiënten. Niet alleen is hierdoor veel tijd te winnen, het levert ook een verbetering in de kwaliteit van leven van de patiënt op.
De inzet van de eNose wordt al enige tijd onderzocht bij andere ziektes. Vanaf de start van een onderzoek tot daadwerkelijke toepassing in de praktijk zit meestal een jaar of 5 á 10. Gezien de positieve resultaten en het gemak van het gebruik van een eNose verwacht Ettema binnen 5 jaar de eNose voor MS te kunnen gaan inzetten in de kliniek. Allereerst zal deze bij de neuroloog worden gebruikt. En wie weet, in de toekomst bij de huisarts. Dan vertelt de huisarts op basis van een gesprek met de patiënt aan de eNose naar welke aandoening hij moet zoeken, en de elektronica doet de rest.
Ik geloof eveneens dat het mogelijk moet zijn om via de geur mensen met MS te onderscheiden. Getuige volgend verhaal.
Mijn dochter heeft in 2014 de kans gekregen om als gastgezin gedurende 2 jaren een assistentiehond mee te helpen opleiden. Het feit dat deze hond héél sterk aan haar was gehecht, mag misschien niet als bijzonder worden beschouwd wegens de vaak hechte band tussen een hond en zijn baasje. Maar toch …
Na die 2 jaren opleiding kreeg de hond de kans om een toekomstig baasje ‘uit te kiezen’ waarvoor hij zich voor de rest van zijn leven zou inzetten om hem te helpen. Alhoewel de hond een prima opleidingsparcours had afgelegd en meerdere kandidaten-baasjes erg in hem waren geïnteresseerd, beslisten de verantwoordelijken van het opleidingscentrum toch om hem nog niet aan iemand te koppelen; zij voelden en zagen namelijk niet de gewenste klik van de hond naar die personen toe. Geen nood, want alle 6 maanden worden er dergelijke ‘koppelingssessies’ georganiseerd. In afwachting kwam de hond terug bij mijn dochter terecht.
Enkele weken later werd de hond toch vervroegd terug opgeroepen om getest te worden voor een koppeling aan een mevrouw wiens assistentiehond kort voordien was overleden wegens hoge leeftijd. Mijn dochter en ikzelf waren getuige bij deze sessie. Van de 4 beschikbare honden trok onze hond vrij vlug de aandacht omwille van zijn sterk positieve houding naar deze vrouw toe: een en al aandacht en een onmiddellijk vertrouwen in haar persoon. Het centrum besloot logischerwijs al vrij vlug om beiden aan elkaar te koppelen.
Na enige tijd kregen wij de kans om deze vrouw beter te leren kennen en om al onze ervaringen gedurende de afgelopen 2 jaren als gastgezin van haar ‘puppy’ met haar te delen. De vrouw vertelde ons dat ze MS had. Mijn dochter had op 19-jarige leeftijd tijdens het eerste opleidingsjaar in 2014 haar diagnose van MS te horen gekregen … Toeval? Denk ik niet.