
Vera Pouw (1956) is een echte Utrechtse. Ze volgde de Lerarenopleiding Tekenen en Textiele werkvormen in haar geboortestad en werkt er nu als beeldend kunstenaar in ateliergroep Tij in de wijk Lombok. Haar werk hangt inmiddels in diverse galeries. Het schilderij ‘Zware benen’ roept een wereld van herkenning op voor een mens met MS, maar gáát het ook over MS? MSzien vraagt het aan de kunstenaar zelf.
Door: Marja Morskieft
Vera Pouw maakt schilderijen, of liever: ze bewerkt ze intensief. Dat is te zien in haar atelier: hier werkt iemand zich in het zweet. Verfspatten bedekken de grote tafel in het midden, beschilderde vellen papier liggen eronder, en aan de wand hangen schilderijen in de ontstaansfase.
Toen Vera als jonge afgestudeerde docent Tekenen en Textiele Werkvormen aan de slag ging in het onderwijs en cursussen gaf aan volwassenen, merkte ze al snel dat er angstaanjagende dingen gebeurden met haar lichaam. ‘Ik kon niet lopen, niet staan.’ Een jaar duurde de zoektocht naar de oorzaak van haar klachten, tot haar huisarts haar ronduit durfde te vertellen dat ze MS had: ‘De neuroloog durfde dat blijkbaar niet! Het was een vreselijk jaar, mijn beroerdste tijd, omdat je denkt: het ligt aan mij!’ Uiteindelijk was ze opgelucht dat er een diagnose was, en het gaf ook duidelijkheid. Ze was toen 28.
Lichtblauwe ogen, een grijzende kuif, een open en vrolijk gezicht. ‘Het gaat toch niet over MS?’ vraagt ze? Er is meer in het leven, bijvoorbeeld kunst. Al heeft het één wel met het ander te maken: doordat ze afgekeurd werd voor het onderwijs kon ze full time vrij kunstenaar worden.
Werkwijze
Ze laat me zien hoe haar werk, acrylverf op doek, ontstaat: papier met acrylverf bestreken drukt ze op het gespannen doek. Met wat voorhanden is tekent ze, krast ze de lijnen op het doek. En dit herhaalt ze laag na laag. Waardoor haar werk ‘gelaagd’ genoemd wordt. Als ik voor haar werk Zware benen sta, zie ik dat ze met deze werkwijze evenzeer iets onthult. Iets mysterieus dat er altijd al was. Misschien een werkelijkheid die uit vroeger tijden stamt? In elk geval iets met een doorleefde geschiedenis.
Vera’s werk lijkt abstract, maar als je goed kijkt zijn er mensfiguren te herkennen. Zoals in Zware benen. Hoewel bijna ieder mens de ervaring kent zware benen te hebben, na een dagje slenteren bijvoorbeeld, is het voor mensen met MS een wel heel herkenbaar beeld. Bij deze voorstelling echter zie je het omgekeerde van die ervaring: de benen zweven. Hoe heerlijk zou het zijn om de betonnen zuilen die je meesleept, als ballonnen gevuld met helium omhoog te voelen stijgen!
Zo wordt een kijkervaring een helende ervaring, één die je blik kantelt en een andere werkelijkheid laat zien. De werken dragen titels als: Moe van het reizen, Wel de botjes bewaren, Gewicht van steen. Alleen bij laag water. ‘Titels van schilderijen noteer ik in een boek, als bron van verder denken, ze kunnen daarna nog veranderen, om passend te zijn bij een schilderij’, zegt Vera.’ Maar het gaat allemaal over Tijd.
Sporen uit een verleden
Vera: ”Je zou een schilderij van mij ook als een huid kunnen zien, waarin sporen te zien zijn van wat er onderhuids heeft plaatsgevonden, van wat er hiervoor is geweest.” De lijnen zouden spieren of zenuwen kunnen zijn. Soms lijken het bladnerven, of de lijnen van een schelp. In een hoek van het atelier staat een rek met fraaie schelpen: de associatie met de natuur is niet ver weg. De natuur met haar vergankelijkheid, verweerdheid, en doorleefdheid.
De doeken gaan ook over structuren en textuur, ze zijn aanraakbaar. Soms doen ze ook aan ragfijne stoffen denken die een extra laag leggen. De ledematen of silhouetten van mensfiguren zijn niet statisch: er is beweging, er gebeurt iets. De lijven zijn bekrast en belijnd, ze lichten op in zachte aardetinten: oker, bruin, grijsbruin. Als rotstekeningen die vertellen van een ver verleden, of fresco’s op eeuwenoude muren. Je ziet de tijd. Of zoals Vera het uitdrukt: ’het met de tijd anders beleven van de dingen.’ De erosie die van alle tijden is.
Hard werken
Pouw ziet kunst maken als een vak, fysiek hard werken met kwasten, linnen, papier, verf. ‘Wat het spannend maakt is dat je er iets in te vertellen hebt dat bijna niet in woorden is te vatten’. Ze gelooft niet zo in het heilige woord ‘inspiratie’. Gewoon aan de slag gaan in je atelier; je laten raken door teksten, beelden of iets dat gebeurt. Ze vertelt over recensies die soms hoogdravende, zweverige analyses geven van haar werk: zelf is ze aards.
Haar werk gaat over wat leven met mensen doet: ouder worden, verlieservaringen. Natuurlijk heeft ook MS daar een plaats in. Ze tilt nog steeds zelf de zware opgespannen doeken van de muur. ‘Al moet ik wel vaker pauzeren; er wordt hier veel koffie gedronken ’ lacht ze. Dat doet ze met collega-kunstenaars van de belendende ateliers: Tij is een verzameling ateliers aan een binnenplaatsje, van twaalf kunstenaars die al meer dan twee decennia met elkaar optrekken. Vera: ‘Al werk ik niet meer in het onderwijs, ik heb zo toch collega’s.’
Boekjes
Een boek dat ze op aandringen van een bevriend drukker maakte bij haar 50e verjaardag pakte zo mooi uit dat ze nu al een aantal jaren kleinere boekjes maakt, met een overzicht van haar werk. Vanaf 2007 is er elk jaar één verschenen, soms zijn de afbeeldingen vergezeld van tekst. Ook in deze boekjes, die in een verzamelband passen, komt de gelaagdheid van haar werk tot uiting: verschillende stadia, of onderliggende lagen, worden weergegeven op pergamenata, doorschijnend papier. ‘Die tussenvelletjes geven de onderlaag, of de bron weer’ vertelt Vera. Ze zijn wonderschoon. Het vijfde, laatste boekje in de serie wordt 10 maart a.s. ten doop gehouden bij Kunstliefde in de Nobelstraat in Utrecht.
En nu? Vera werkt inmiddels aan een nieuw thema: de straat. Dat doet ze samen met andere leden van Kunstliefde, een kunstenaarsgenootschap in Utrecht. Hiervoor gebruikt ze kleuren die ze tot nu toe niet vaak gebruikte: zoals ultramarijn, een felblauw, samen met zwart. Heel anders dan het subtiele kleurenschema waar ze voorheen in schilderde, maar net zo spannend.
Groter dan jezelf
Op de vraag: wat ervaar je als ultiem geluk, in je werk, antwoordt ze: ’Als ik iets gemaakt blijk te hebben dat groter dan mezelf is. Zodat mijn adem even stokt. Iets wat uit een bron komt waar je geen weet van had. Nou ja, dat klinkt weer zo zweverig! Maar soms heb je iets gemaakt, mensen zien iets, dat ik niet van te voren bedacht of gepland had. Dat zijn spaarzame momenten, het overkomt je. Dat is ultiem geluk!’
MSzien jaargang 12, maart 2013 (1)