
Portret Babet Kuckelkorn
Naasten op het werk
Het is fijn een warm netwerk aan naasten te hebben. Dat geldt voor iedereen, maar zeker voor wie MS heeft. Mensen die bekend zijn met de situatie en zo nodig hulp kunnen bieden zijn dan onmisbaar. Dit kunnen familieleden of vrienden zijn, maar als je werkt zeker ook collega’s. Al is de verhouding vaak wel heel anders.
Door: Marijn de Vries
Babet Kuckelkorn (30) heeft zelf MS en werkt als trainer/adviseur bij Pameijer (een instelling die zorg verleend aan mensen met een verstandelijke of psychische beperking ). Via de MS Vereniging heeft ze ook een cursus gedaan als ervaringsdeskundige op het vlak van chronisch ziek zijn en werk. Ze geeft telefonisch advies, maar zoals ze zelf zegt: “Ik zou het interessanter vinden als je mij eens een hele dag inhuurt om workshops of trainingen te geven, want dat is een beetje waar mijn kracht zit. Dus dat ga ik nog doen voor hun.”
Energie
Werken met MS is niet altijd makkelijk, maar volgens Babet wel belangrijk: “Als je niet meer werkt, dan stap je er een beetje uit. Ik geloof dat je door jezelf uit te dagen ook gezonder blijft. Daar krijg je energie van.” Maar MS of niet, volgens haar is een goede balans heel belangrijk: “Als je iets doet wat je eigenlijk niet zo leuk vindt, dan is dat is indirect ook niet goed voor je gezondheid.”
Collega’s
Werken betekent natuurlijk ook contact met collega’s. “Voor mij spelen collega’s een belangrijke rol” vindt Babet, “Als het contact met hen niet fijn is, ga je met tegenzin naar je werk.” En dat vergt weer kostbare energie, terwijl je juist energie uit je werk wilt halen en mee wil blijven doen ondanks de MS.
Maar collega’s kies je niet zelf en zij kiezen jou niet.
En als daar nog een, vaak relatief onbekende, chronische aandoening bij komt kijken kan dat overbezorgdheid of juist onbegrip opleveren. Dat is dan weer negatief voor de werksfeer en zo kom je in een vicieuze cirkel. “Ik probeer altijd wel zo open en eerlijk mogelijk te zijn, en mijn kwetsbaarheid niet te verbergen” vertelt Babet, “Dat wekt sympathie en ook nieuwsgierigheid. Die nieuwsgierigheid kan ertoe leiden dat collega’s toenadering zoeken.” Ze weet uit ervaring dat als je een vertrouwensband kunt opbouwen met je collega’s, zij ook sneller vragen durven te stellen.
Openheid
Maar het is niet altijd makkelijk open te zijn naar mensen die je niet heel goed kent. En je kiest je collega’s nu eenmaal niet zelf uit. De trainer/coach herkent dit wel: “MS kan heel zwaar vallen bij anderen.” De mensen met wie je werkt kunnen bijvoorbeeld het gevoel krijgen dat ze zaken van jou over moeten nemen om je te ontzien en daardoor kunnen kromme werkomstandigheden ontstaan.
Babet vertelt uit eigen ervaring: “Ik heb dat wel met een vorige manager gehad, die zei: ‘Gezien je gezondheid is het misschien beter dat je dat niet doet.’ Daar ben ik juist allergisch voor, dan denk ik ‘ik bepaal zelf wel wanneer ik iets wel of niet kan.”

Daar speelt openheid dus een belangrijke rol. Als collega’s weten wat er aan de hand is én wanneer ze aan de rem moeten trekken, ontstaan er ook geen misverstanden. Babet voegt daar als ervaringsdeskundige aan toe: “Ook als je geen MS hebt kan het fijn zijn dat als je te hard loopt, collega’s dat zien en je daar op aanspreken. Natuurlijk is dat extra belangrijk als MS hebt dat je daarop let, maar ik denk dat het sowieso fijn is als collega’s op je letten en waarschuwen als zij denken dat je teveel aan het doen bent.”
Betutteling
Maar er is wel het risico betutteld te worden. Dat mensen op eigen gezag beslissen wat jij wel of niet kan. “Ik zou het collega’s kwalijk nemen als ze dat zouden doen zonder het met mij te overleggen,” vertelt Babet, “Dat ze zeggen ‘laten we Babet maar ontzien, die heeft MS’, dat zou ik echt erg vinden.” Openheid van zaken is dus ook om die reden belangrijk, dan weet iedereen waar hij of zij aan toe is.
Lees hier meer over de MS-coaches van de MS Vereniging
Lees online de brochure ‘MS en Werk’ van de MS Vereniging
Eerder verschenen in MSzien 2018, nr. 3
Dit bericht heeft 0 reacties