Ook had hij in de eenzame opsluiting van een toilet de nodige problemen. Allereerst de vraag: ging hij zitten of bleef hij staan? Als hij ging zitten, hoorde hij met enig geluk wanneer hij was uitgeplast, hij had helemaal geen gevoel of dat werkelijk zo was. Het was hem meermalen overkomen dat hij werd verrast door een vrolijk nagekomen straaltje, wat zijn inmiddels opgehesen broek bevochtigde. Als hij bleef staan, kon de plotseling in kracht wisselende straal hem op alle mogelijke manieren verrassen.
Het beste was voor hem toch zo’n urinoir op enige hoogte. Dat kon er trefzeker worden geplast en was er prima zicht op het wel of niet uitgeplast zijn. Maar ja, die hingen meestal weer niet in de toiletten die hij bezocht.
De laatste tijd had hij een stiekeme oplossing gevonden in het meestal wel aanwezige fonteintje om je handen te wassen. Het hing op de perfecte hoogte. Als hij er gebruik van maakte spoelde hij grondig na en eventuele spetters droogde hij af met wc-papier. Hij trok de wc door en eventuele aanwezigen dachten slechts normale wc-geluiden te hebben gehoord: geklater, handen wassen en doortrekken.
Op een keer kwam hij er toch mee in de problemen. Hij was aanwezig op een vergadering bij iemand aan huis. De vergadering liep wat uit en hij voelde dat hij aandrang kreeg om te plassen. Hij vroeg of hij van het toilet gebruik mocht maken en hem werd de weg gewezen. De gastheer verontschuldigde zich voor de verbouwing die gaande was, maar het toilet was volgens hem wel bruikbaar.
De nood werd hoger, dus met enige haast zocht hij het toilet op. Omdat hij de onderbreking van de vergadering al vervelend genoeg vond, wou hij trefzeker in één keer goed uitplassen. Het was dan ook een opluchting dat zowel het toilet als het fonteintje intact leek te zijn. Wat de verbouwing inhield was niet helemaal duidelijk, er werd wat behangen of zo.
De ene opluchting van de aanwezigheid van het fonteintje werd gevolgd door een andere, de plas zelve. Na het verrichten van de schijnheilige doortrekhandeling kwam hij echter tot een verbijsterende ontdekking. Het naspoelen van het fonteintje niet ging lukken. Het fonteintje was nog niet op de waterleiding aangesloten!
Een tweede ontdekking was nog dramatischer. Het fonteintje was niet alleen nog niet op de waterleiding aangesloten, ook de afvoerpijp stond nog los in de hoek… Al het geklater wat hij had geproduceerd was op de vloer terecht gekomen. En dat niet alleen, ook zijn schoenen en broek waren nat. Letterlijk zeiknat dus. Wat een ellende!
De andere deelnemers aan de vergadering moeten terecht het idee hebben gekregen dat hij “niet zo lekker” was. Een andere verklaring voor de lange duur van zijn toiletbezoek, het meerdere keren doortrekken en de drie rollen wc-papier die het opruimen kostte heeft hij niet gegeven. Groen en geel van ellende en gêne kwam hij terug.
GJ september 2001