
Ellen Broens (1963) krijgt een enorme schubeen terugval in - of opflakkering van - MS. Een een periode met klachten, die ook wel aanval of exacerbatie wordt genoemd. Meer... als ze 23 jaar is. Dat hele jaar (1986) is ze uit de running maar daarna houdt de MS zich lange tijd rustig. Twee jaar na de diagnose begint Ellen met de vakopleiding natuursteenbewerken. Ze werkt ook in die branche maar stapt daarna over naar de zwakzinnigenzorg. In 1999 richt zij een bedrijf op in Persoonlijke Grafmonumenten.
Door : Nora Holtrust
“Op mijn 23-ste heb ik een vreselijke schub gehad”, vertelt Ellen. “Ik liep slingerend over straat. Ik wist absoluut niet wat er met me aan de hand was”. Ik stond soms heel vroeg op en ging hardlopen, met het idee dat mensen dan niet konden zien hoe gek ik liep. Een paar keer ben ik plat op mijn gezicht in de modder gevallen. Mijn vriendin Flory, die medicijnen studeerde, zei, ik weet niet wat je hebt, maar je moet wél naar de dokter”.
Zo komt Ellen bij een neuroloog in het ziekenhuis van Nieuwegein terecht en moet meteen blijven. Twee-en-een-halve maand heeft ze daar gelegen. Na een maand met allerlei testen is wel duidelijk wat ze heeft maar naar huis gaan is geen optie. “Ik kon in die tijd helemaal niks. Rechts had ik totale uitval. Ik kreeg prednison en ACTH. Het heeft zeker een jaar geduurd voordat ik weer redelijk functioneerde. Maar daarna is het tien jaar rustig gebleven”, vat Ellen, zonder veel omhaal, de eerste tien jaar van haar ziektegeschiedenis samen.
Ellen groeit op in het Groningse Haren in een gezin met drie kinderen. Na de middelbare school vertrekt ze naar Driebergen om eerst een jaartje Vrije Hogeschool te doen. Ellen heeft altijd al met haar handen willen werken en kiest daarom voor de lerarenopleiding handenarbeid. Maar eenmaal op die opleiding denkt ze: “Ik wil eigenlijk helemaal geen les geven”.
Steenhouwerschool
Via een kennis gaat Ellen een kijkje nemen op de steenhouwerschool in Utrecht en ze schrijft zich meteen in voor die vakopleiding. Alleen heeft ze inmiddels wel MS. “Vrienden van me zeiden, dat moet je niet doen. Je moet gewoon de secretaresse-opleiding volgen, dat kun je veel langer volhouden. Maar ja, ik wilde gewoon dat ambacht leren”. Gelukkig kreeg zij alle medewerking van de directeur. “Hij kende de ziekte want hij had een nichtje met MS en ik mocht van hem de opleiding in deeltijd doen”.
Het is een zwaar ambacht, steenhouwen. “Je werkt met hele grote stukken Belgisch hardsteen en begint met het maken van een recht vlak. Na een maand hakken zijn je handen helemaal stuk maar is het vlak recht”, herinnert Ellen zich. “Daarna moet je een hoek maken en dan een holletje en een bolletje en ga zo maar door tot je op een gegeven moment leert letters in te hakken”. Ellen veert helemaal op als ze dit vertelt. Handgehakte letters hebben duidelijk haar voorliefde. “Je leert dus echt hakken in steen. Beeldhouwer, kun je natuurlijk ook worden, maar ja dan moet je wel zó goed zijn. Wie kan daar nou van leven in Nederland”?
Tijdens het werken in de steenhouwerij heeft ze meteen via de streekschool haar vakdiploma’s gehaald “dus werken en leren tegelijk. Het hakken is uiteindelijk veel te zwaar voor mij maar ik ken dus wel alle technieken, ik weet wat er kan en niet kan”. Met al die kennis in huis gaat Ellen in de verkoop werken. Het contact met de klant en het daaruit vormgegeven monument geeft veel voldoening”.
Eigen bedrijf
Erg lang houdt Ellen het niet vol in de verkoop. “Ik had het daar na een paar jaar wel gezien en besloot een heel andere kant op te gaan”. Ellen gaat met verstandelijk gehandicapte kinderen werken, in een tehuis in Huis ter Heide. Heel ander werk waar ze met plezier op terugkijkt. Tien jaar heeft ze dat werk gedaan, toen is ze afgekeurd.
Maar Ellen is er het type niet naar om bij de pakken te gaan neerzitten. Op de dag dat ze daadwerkelijk wordt afgekeurd, schrijft ze haar eigen bedrijf Persoonlijke Grafmonumenten in bij de Kamer van Koophandel. Ellen wil weer met steen gaan werken, daar ligt nog steeds haar liefde. Dat blijkt ook wel uit het feit dat ze tijdens haar baan in de zwakzinnigenzorg vaak op zaterdagen en in de vakanties in de steenhouwerij was te vinden om te helpen bij de verkoop.
Zelf uitvoeren doet Ellen inmiddels niet meer. Ze adviseert en ontwerpt. “De wereld van de grafmonumenten is in beweging. Het is niet alleen meer standaard. De nabestaanden willen wat zeggen met een graf. Vroeger was alles grijs. Zo rond 1800 komen er voor het eerst begraafplaatsen in Nederland en het natuursteen kwam met paard en wagen uit België. Allemaal Belgisch hardsteen. Daarom zijn al er zoveel grijze grafmonumenten op de Nederlandse kerkhoven. Tegenwoordig komt natuursteen of graniet uit India of Afrika, dat is veel goedkoper”.
Symbolen
“Mensen komen met hun eigen ideeën”, vertelt Ellen “en ik probeer die ideeën te vertalen in een ontwerp. Het mooie van mijn werk is dat ik altijd een symbool mag vormgeven”. Ellen laat foto’s zien. “Kijk een graf zonder steen in het midden, want moeder hield zo van tuinieren. Of een oude mevrouw die met twee kleine beeldjes bij me kwam. Ze vroeg of die beeldjes ook op het graf konden staan, want die had ze net voordat haar man overleed zelf gemaakt. Ik heb die twee beeldjes laten namaken, in een veel groter formaat. Eerst met de dochter gezocht naar de zelfde kleur steen bij de groothandel en toen laten namaken. Ik koop zelf graniet en marmer en werk samen met ambachtelijke beeldhouwers en steenhouwers. Maar ik werk ook met andere materialen, zoals brons of glas of staal al dan niet samen met natuursteen.
Ellen laat nog een foto zien van een grafmonument met een bronzen bal. De vraag was: maak een mooi graf waar deze bal in uitkomt. De bal was dus al gemaakt door een beeldhouwer. Ik heb die bronzen bal laten ophangen tussen twee zuilen. Twee, want het is het graf van een tweeling. Op de bal zitten de afdrukken van de handjes van de zusjes en die van de ouders en de sterretjes erop symboliseren het contact met boven.
Ellen heeft tot nu toe één keer een grafmonument voor iemand met MS gemaakt. Een familiegraf van mooie natuursteen. Voor een man die al heel lang MS had. “Ik kende de man zelf niet maar ik kende zijn zus nog van voordat ik MS kreeg. Zij heeft zich altijd heel erg betrokken bij mij gevoeld, omdat zij wist wat MS was. Dus voor haar was mijn diagnose een enorme schok. Toch kon zij juist heel goed begrijpen dat ik steenhouwer wilde worden. Je bent gek, zei ze, maar ik vind het toch leuk. Haar broer heeft heel lang in een verpleeghuis gelegen. Zij en haar andere broer gingen er elke week naar toe om hem voor te lezen”.
Thuis
Toen Ellen in 1999 met haar bedrijf begon liep ze nog wel met een stok. Ze ging in die beginperiode naar haar klanten toe en had het best moeilijk met de gedachte hoe mensen haar zouden zien. “Ik had het idee dat als mensen me zagen aankomen met die stok, dat ze dan misschien zouden denken: wie komt daar nou aan”?
Inmiddels woont Ellen nog steeds samen met Flory, de vriendin die haar naar de neuroloog stuurde. Het huis is makkelijk te vinden want de tuin laat duidelijk zien waar de voorliefde van in ieder geval één van de bewoners naar uitgaat: natuursteen. De eetkeuken, woonkamer en werkkamer lopen op een leuke manier in elkaar over, zonder deuren en zonder drempels. Prachtige houten vloer. De hond braaf in zijn mand. Sinds een jaar ontvangt Ellen de mensen bij haar thuis in Naarden en dat bevalt prima. Daar heeft ze ook al haar spullen. Kan ze voorbeelden laten zien. “En als ik de deur opendoe zien mensen het gelijk. Het is duidelijker omdat ik nu in een rolstoel zit”.
Laatst had ze een hele oude mevrouw die niet goed meer kon lopen. Ze kwam met haar twee kinderen voor het graf van haar man. Ellen zei: “We kunnen wel even naar de begraafplaats gaan om naar het graf van uw man te kijken. Maar dat was te ver lopen voor haar. Toen heb ik haar meegenomen in mijn auto, want ik mag daarmee de begraafplaats op. Wij zachtjes rijden en bij elk graf dat ik gemaakt had, of wat zij mooi vond, deden we de deur open en kon ze zo even kijken. Zo heeft een rolstoel soms ook een voordeel”.
MSzien, jaargang 2005, nr. 6