
Als Monique Doderlein de Win op een doordeweekse dag druk in de weer is met fax, zakentelefoontjes en e-mail, belt haar zus Mimi op. Ze vertelt dat ze een datum heeft gekozen voor haar euthanasie. Vanaf dat moment komt Monique in een draaikolk van emoties terecht. Haar gevoelens beschrijft ze in een boekje: Dag zus…straks ben je er niet meer.
Door: Marja Morskieft
Monique Doderlein de Win is 45 jaar, getrouwd en moeder van twee pubers. Ze is de jongste van een gezin van zes kinderen; haar zus Mimi is zeven jaar ouder. Mimi heeft al achttien jaar MS en de laatste jaren gaat haar gezondheid en de kwaliteit van haar leven met sprongen achteruit. Mimi heeft veel nare ervaringen in ziekenhuizen opgedaan. Incompetente artsen, bijna-fouten, ze voelt zich er niet meer veilig. Thuis, waar haar man de laatste jaren fulltime voor haar zorgt, is een vertrouwde en gelukkige omgeving voor haar. Ze kiest er dan ook voor om daar afscheid te nemen van iedereen die haar lief is, op haar eigen manier en op een moment dat ze zelf uitkiest.
Als Mimi haar euthanasiedatum aan Monique doorgeeft, resten er nog vier weken. Weken van intense, tegenstrijdige emoties, korte gesprekken, ontroerende ontmoetingen. Monique beschrijft ze in haar boekjeDag zus…straks ben je er niet meer. Een andere kijk op euthanasie. Het is het relaas van een vrouw die meemaakt dat haar oudere zus voor de dood kiest.
Waarom schrijven?
Waarom heeft ze voor een boekje gekozen? Monique: “De gesprekken die ik had met Mimi in haar laatste vier weken wilde ik nooit vergeten! Ze bleven ook letterlijk zin voor zin in mijn hoofd hangen. Er was daardoor geen plaats meer voor andere emoties en gedachten, het maakte me zeer onrustig, ik sliep nauwelijks nog. Ik moest me blijven herinneren wat ze allemaal had gezegd. Ik wilde dat niet vergeten. Daarom besloot ik het op te schrijven. Zodat ik mezelf daarmee wat kon vrijmaken.”
Het schrijven helpt Monique om in de eerste plaats zelf haar gevoelens op een rijtje te krijgen. “Het schrijven heeft me rust gegeven, hoewel het verdriet natuurlijk blijft en vooral het feit dat het lijden haar lust om te leven heeft ingehaald. Dat ze zo heeft moeten lijden dat uiteindelijk alleen de dood haar uitkomst bood, dat blijft heel heftig. En dat zal het altijd blijven. Haar ziekte was een schaduw in mijn leven, haar keus voor euthanasie zal dat ook altijd blijven.” Maar het schrijven van het boekje is ook een manier om voor haar kinderen vast te leggen wat Mimi’s redenen waren om voor euthanasie te kiezen. Want al wisten de jongens wel dat tante Mimi ziek was, hóe ziek ze was heeft ze de jongens nooit laten zien. Monique: “Mimi deed altijd alsof het wel goed met haar ging als we kwamen. Dan had ze chips en andere dingen voor de jongens geregeld, om het maar gezellig te maken.”
Ervaringen van nabestaanden
Het boekje is ook een eerbetoon aan Mimi. Monique: “Ik vond dat de moed die Mimi had getoond, haar verhaal, nooit verloren mocht gaan.” Al schrijvend besefte ze dat ze met dit verhaal ook iets kon betekenen voor anderen die met euthanasie te maken krijgen. Zelf heeft ze het erg gemist dat er nauwelijks ervaringsverhalen zijn van nabestaanden. Ze ontdekt wel een boek van Hans van Dam, Euthanasie, de praktijk anders bekeken, waarin verhalen staan die haar bemoedigen en begrip laten krijgen voor de beslissing van haar zus. Ook het boekje van de Dalai Lama, De kracht van het mededogen, helpt haar te aanvaarden en te erkennen dat Mimi’s grenzen bereikt zijn.
Dat haar boek veel los maakt, merkt Monique aan het grote aantal reacties dat ze krijgt: veel persoonlijke verhalen van broers en zussen die in haar boekje herkenning vinden en zich getroost of gesteund weten door haar ervaringen.
Betrekkelijk
Het gaat nu goed met Monique. Al blijft de invloed van Mimi’s keus voor euthanasie groot, op haar en haar gezin. Ze verwoordt het zo: “Mimi’s ziekte en overlijden hebben me heel bewust gemaakt van de betrekkelijkheid hier op aarde. Dit hier is, denk ik, gewoon een van de vele levens tijdens onze spirituele reis. En ik geloof dat Mimi is begonnen aan een nieuwe reis waarin ze meer plezier heeft en krijgt dan tijdens haar leven hier op aarde. Ons gezin is niet meer compleet na het verlies van Mimi. Niet alleen is iemand weggevallen die je dierbaar was, er is ook een stuk van jezelf weggevallen.
Je komt anders in het leven te staan. Rouw om een zus is anders dan rouw om een partner, anders dan rouw om een kind, anders dan rouw om een vader of moeder, een vriend of vriendin. Broers en zussen zijn door hun familie- en bloedband onverbrekelijk met elkaar verbonden. Niemand kende Mimi langer dan ik”.
En ze besluit met een Chinees gezegde: “Het is niet te voorkomen dat vogels van droefheid landen op onze schouders, wel is te voorkomen dat zij nesten bouwen in ons haar”.
Referenties
Hans van Dam: Euthanasie, de praktijk anders bekeken. Intervieuws met nabetaanden. Libra & Libris, Veghel, 2005, ISBN 90 808150 20
Dalai Lama: de kracht van het mededogen, Muntinga, Rainbowpocket, 1997
Eerder verschenen in MSzien, jaargang 2006, nr. 3