Adri Mul (49 jaar) kreeg na een paar jaar ‘onbegrepen klachten’ zo’n tien jaar geleden de diagnose MS. Adri kan nog korte stukjes lopen en andere krachtsinspanningen moeten ook niet te lang duren. Warmte blijkt een uitstekende pijnstiller voor hem al vermoeid diezelfde warmte hem ook. Adri is dol op reizen en zijn vrouw stelt voor een reis naar Bali te maken. Een verslag in twee delen. Deel 2.

928ikenmsmijnverhaalbalideel2_1Vanuit Ubud rijden we met de taxi naar Padangbai in het zuidoosten. Padangbai is een klein havenplaatsje vanwaar ferry’s naar andere eilanden zoals Nusa Penida en Lombok vertrekken. Verder heeft het een mooi, levendig strand met vissersbootjes, een aantal leuke restaurants en  warongs (winkeltjes met eet- en/of drinkfaciliteit). Goed en lekker eten doen we daar al voor € 1,20 en een groot glas vers geperst sap kost € 0,40.

Het dorpje is volledig vlak en nagenoeg overal toegankelijk. De twee mooie baaien aan weerszijden van het dorp blijken helaas een brug te ver want daarvoor moet ik een, ook voor de Trike, té steile helling over. Nog wel een poging gewaagd, maar er kwam te weinig druk (gewicht) op het voorwiel en ik begon te slippen. Achteruit rijdend had ik al mijn stuurmanskunst nodig om te voorkomen dat ik dwarsrollend de heuvel af zou dalen. Gelukkig zonder brokken heb ik deze nederlaag tegen de zwaartekracht aanvaard in de wetenschap dat ik zonder die twee baaien al heel veel moois gezien had en nog te zien zou krijgen.

Ongeval

Nu we wat verder van de toeristische gebieden af zaten werden de ogen van de Balinezen alleen maar groter bij het zien van de Trike. We waren nu in een gebied waar veel mensen zelfs een normale rolstoel nog nooit gezien hadden. Vaak dachten ze dan ook dat ik te lui was om te lopen en een leuke “bike” in elkaar gesleuteld had. Kinderen vonden het prachtig om achter me aan te rennen. Na wat uitleg begrepen de mensen dat ik moeilijk kon lopen en vonden ze het een goede oplossing om zo op reis te gaan. Meestal zeiden we maar dat ik in een rolstoel zit vanwege een ongeval. Het heeft weinig zin om over MS te beginnen omdat de Balinezen die ziekte niet kennen.

Na vijf dagen ging de reis verder naar Amed in het oosten. Daar vonden we een mooie “bungalow” met openlucht badkamer vlak aan het strand. Vanaf de weg reed ik, zonder obstakels, tot aan de veranda van onze bungalow. Alleen ’s nachts tilden we de Trike op het 20 centimeter hoger liggende plateau om hem, met oog op eventuele regenval, droog te houden.

Amed, met uitzicht op de hoogste en mooiste vulkaan van Bali, is een schitterende locatie om te snorkelen want op zo’n 4 meter van het strand begint het eerste koraal al met z’n veelkleurige en veelsoortige vissen. Om te voorkomen dat mijn lijf en mijn spieren, ondanks de watertemperatuur van 28 graden, te snel zouden afkoelen en om wat extra drijfvermogen te krijgen had ik naast de snorkeluitrusting ook een wetsuite gehuurd. Op deze manier kon ik uren van de prachtige onderwaterwereld genieten zonder dat het mij veel inspanning kostte.

Bellen met de familie

Het dorp was twee kilometer verderop en de weg er naar toe, als je hier en daar de gaten omzeild, goed te berijden. Niet dat in het dorp veel te doen is maar van daaruit konden we de familie bellen om te laten weten dat alles prima ging met ons, want ja; ook onze familie maakte zich enigszins zorgen over onze onderneming.

Na de rust van Amed hebben we ons via de prachtige Amlapura-Rendang route en het vulkaanmeer van de Gunung Batur naar het meer toeristische Kalibukbuk aan de Lovina Beach in het noorden laten brengen. Na wat zoeken vonden we weer een prima en goed bereikbare “bungalow” met openluchtbadkamer en een veranda met uitzicht op zee. Tevens was dit de eerste “bungalow” met airco, wat vooral mijn vrouw op prijs. Bij het complex zat een groot zwembad met heerlijk, bijna badwarm water. In het dorpje, met zijn leuke restaurants en winkeltjes, kon ik weer prima “uit de voeten” met mijn Trike. Ook daar natuurlijk weer regelmatig de opgestoken duimen, positieve opmerkingen en veel vriendelijk lachende gezichten.

Dolfijnensafari

In Kalibukbuk zijn we ondermeer op dolfijnensafari geweest. De visser had zijn, voor Bali zo typische, vissersbootje met bamboe drijvers zo dicht mogelijk bij onze bungalow aan land gebracht zodat ik niet ver over het strand hoefde te lopen. Al na een paar kilometer op zee zagen we de eerste dolfijnen tot vlak bij onze boot. Een dik uur later hadden we honderden dolfijnen gespot en waren zowel wij als de visser blij met de geslaagde tocht. Met een kopje Balinese koffie uit de thermoskan en pisang goreng voeren we met een rustig vaartje terug naar de kust. Bij het strand week de visser weer wat af van de gebruikelijke landingplaats om zo dicht mogelijk bij onze bungalow aan te meren.

7d1ikenmsmijnverhaalbalideel2_2Na een leuke week in Kalibukbuk ging de reis terug naar Ubud. Samen met onze Australische buurman konden we een gunstige deal met een chauffeur sluiten. Het uitgespaarde geld konden wij op onze laatste dag uitgeven aan extra souvenirs. Op het laatste moment dreigde het toch nog even mis te lopen omdat de taxi voor het vliegveld maar niet op kwam dagen. Bleek er helemaal geen taxi besteld te zijn! Het zou die dag volle maan zijn en iedereen was druk bezig met de voorbereiding van de maandelijkse Hindoe ceremonie. Uiteindelijk heeft de eigenaar, hoewel zelf ook bezig met de voorbereidingen voor de ceremonie, ons naar het vliegveld gebracht, zodat we toch nog op tijd konden inchecken.

Twintig uur later stapten we ons eigen appartement weer binnen en konden we terugkijken op een zeer geslaagde reis. Nu we ervaren hebben dat met ons tweeën reizen op deze manier zo goed gaat hebben we inmiddels de reisboeken voor onze volgende bestemming, Thailand, klaar liggen.

Adri Mul, januari 2008

Gepubliceerd op MSweb: 15-01-2008