Living our dream 4

Van Alaska naar Tierra del Fuego

‘Later is te laat’. Dat is het positieve dat de diagnose MS mij dertien jaar geleden gebracht heeft. Als je dingen wilt doen, moet je het nú doen en niet wachten tot je ooit een keer met pensioen gaat. Vandaar deze reis. Mijn vriend Chris en ik reden sinds eind juli 2012 op twee motorfietsen van Anchorage, Alaska, naar Tierra del Fuego, het zuidelijkste puntje van het Zuid-Amerikaanse continent. We hoopten daar in januari 2013 aan te komen. Een hele uitdaging als je je MS en je medicijnen met je meesjouwt.

Door: Marjolein van Woerkom

130605-mszien2-living-our-dream1Weer thuis. De deuren in ons appartement lijken waarachtig hoog. Wc-papier zijn we nog steeds geneigd in de prullenbak te gooien, maar op het laatste moment weten we onze armbeweging toch nog te corrigeren richting de toiletpot. Het water uit de kraan blijken we gewoon te kunnen drinken, en we hebben zowaar vier pitten om op te koken.

Het is raar om terug te zijn. Op Schiphol stond een uitgebreid ontvangstcomité klaar, wat erg fijn, maar tegelijkertijd onwerkelijk was. Enkelen maakten zich druk om de koffie bij de Starbucks. We snelden over een drukbereden A1 terug naar ons vertrouwde leventje waar we zolang van verwijderd waren geweest. Opflitsende remlichten, gele kentekens en veel, heel veel auto’s. Flarden landschap raasden voorbij op mijn netvlies: vlak, groen, koeien, regen, gebouwen, blauwe ANWB-borden. We zaten in een waas. Stemmen van hyperactieve familieleden rommelden op de achtergrond. Ik kneep in Chris’ hand. Is dit echt? Willen we hier naar terug? Kunnen we onze relaxte flow vasthouden?

Vooral dat laatste was voor mij belangrijk. Op reis in alle vrijheid zonder verantwoordelijkheden en verplichtingen, zonder stress, ging het opzienbarend goed met mij en mijn MS. ‘Welke MS?’ zou ik bijna zeggen. Geen absurd overdreven moeheid meer. Geen medicijnen. Elke dag was een cadeau.

Maar hoe zou dat gaan straks, eenmaal terug, weer aan het werk, in de sleur van het dagelijks leven? Maandenlang waren we (bijna) elke ochtend op de motor gestapt en lieten ons leiden door de dag. We hoefden alleen maar te bepalen waar we gingen slapen en wat we aten. Nu moesten we weer met tien dingen tegelijk rekening houden. Onze vrije tijd zou gereduceerd worden tot een minimum. We zouden afspraken moeten maken, sociale contacten onderhouden, een hele dag achter een bureau moeten doorbrengen.

Stuiterbal

De eerste week hadden we beiden nog vrij. Het was een week van familie- en vriendenbezoeken, zonder enig ritme. Een wekker kenden we niet en we stonden om half twaalf ’s nachts nog muffins te bakken. Aan het uitpakken van dozen met persoonlijke spullen – die we in de tussentijd bij familie hadden ondergebracht – kwamen we niet toe.

Stiekem keek ik soms achter de voordeur: een MS-lotgenoot had mij ooit verteld dat reizen een verlichting is, maar zodra je terugkomt staat die MS met moeheid en al weer achter de deur. Ik zag ‘m nog niet. We voelden ons euforisch. Dit hadden we samen volbracht en we hadden zin in de rest van ons leven. Life here we come!
Zo stuiterden we enkele weken door. We gingen weer aan het werk. Het was fantastisch iedereen weer te zien, en een avondje op de bank in plaats van opgevouwen in een tent was toch ook wel lekker.

Maar na een maand begon de stuiterbal zijn energie te verliezen, stuiterde een paar laatste malen, rolde nog een eindje door en kwam uiteindelijk tot stilstand. Chris en ik waren beiden uitgeput. In onze schamele vrije tijd sliepen we het liefst uren door. Soms voelde ik mijn MS-moeheid daar doorheen steken. Wie is er ooit van genezen?
130605-mszien2-living-our-dream2Dus wat betreft mijn MS zijn er twee opties. Heel mijn leven lang blijven reizen is de meest aantrekkelijke, maar hoe ga ik dat financieren? De andere is meer rust vinden in mijn dagelijks leven en geen dingen pushen omdat ik vind dat het moet. Genieten van het nu is mijn mantra geworden, al klinkt dat makkelijker dan het is. Maar ik moet dat proberen, ik moet proberen me de flow van de reis te blijven herinneren. Zonder die moeheid ben ik veel gezelliger dan met!

We zijn nu drie maanden thuis. De uitputting ging voorbij en het normale leven is weer begonnen. De tent ligt weer in ons berghok. De slaapzakken liggen gewassen bovenop de kledingkast. De lichtgewicht bekers, borden en pannen staan schoon in de kast. Onze thermarest matrassen liggen weer onder het bed. De motoren staan weer voor de deur.

Velen vroegen ons wat onze volgende reis ging worden en vonden het gek dat we daar geen antwoord op konden geven. Maar echt, plannen daarvoor hebben we nog niet. Dromen zijn er daarentegen nog genoeg, en die zullen we blijven leven. Want later is te laat.

MSzien jaargang 12, juni 2013 (2)