
(Nel blogt)
Nu ik al bijna anderhalf jaar niet meer werk is het de hoogste tijd om weer eens wat te ondernemen. De nieuwe man went, ik heb wat hersencapaciteit over. Tijd voor iets nieuws.
Via de bibliotheek kan ik taalmaatje worden. Dan help je iemand die Nederlands wil leren en dat lijkt me leuk en nuttig om te doen. Vorig jaar informeerde ik daar al eens naar, maar toen liep ik de coördinator steeds mis en kwam het er niet van. Mijn nieuwe man is, oh toeval, NT2-docent. Mensen die moeten inburgeren geeft hij Nederlandse les. Dat stak me opnieuw aan dus nu liet ik de coördinator niet ontsnappen. En zodoende ben ik al een keer op bezoek geweest bij een man uit Syrië om met hem Nederlands te praten. Heel zinvol om te doen.
Afgelopen weekend was de kleinzoon van de nieuwe man te logeren. Prachtig weer, wij naar een strandje vlakbij. Daar kan ik niet bij het water komen wegens rul zand. Dus opa en kleinzoon samen naar de waterkant, lekker spelen met schep, schelpen en zeeschuim. En toen overviel mij weer eens Het Verdriet. Van niet mee kunnen doen, niet kunnen zwemmen, niet met mijn blote voeten in het zand kunnen lopen. Ik stond bovenaan het duintje en voelde me zo verlaten. Niet door hun, natuurlijk moeten zij lekker gaan spelen en tussendoor kwamen ze telkens even bij me terug.
Waardoor eigenlijk wel? Door de situatie zou je kunnen zeggen. Er is op deze plek gewoon niet aan rolstoelers gedacht, zoals op zo veel plekken. Wel aan mensen die moeten plassen trouwens, want er staat een Dixie die elke week ververst wordt.
Er schijnt hier in de buurt overigens een strand te zijn waar wel een houten vlonder helemaal tot aan de vloedlijn ligt. Ben benieuwd.
Het lukte me, redelijk vlot voor mijn doen, om te kijken wat er wel mogelijk was. In mijn tas zat de e-reader met daarop een boek van 1280 pagina’s: ‘Het achtste leven’ door Nino Haratischwili. Een veel-lezende vriendin vond dit het mooiste boek dat zij ooit heeft gelezen.
Vandaag blijf ik voor het eerst alleen thuis in Zeeland. Spannend vind ik het. Ik ken hier niemand, stel dat er wat met me gebeurt?
Een paar maanden geleden ben ik thuis uit mijn rolstoel gevallen! Een draadje uit mijn mouw bleef haken achter de joystick, hij zwiept naar links en ik zwiep naar rechts, BAF. Als een zak aardappelen. Het lukte me om centimeter voor centimeter naar mijn telefoon te tijgeren en de thuiszorg te bellen en toen was het leed alweer geleden. Lachwekkend, achteraf.
Voorheen had ik zo’n alarmknop om, maar die drukte ik per ongeluk om de haverklap in. Dat systeem heb ik opgezegd, heel onhandig was dat. Ik kon gewoon zelf de thuiszorg bellen met mijn mobiel, die heb ik tenslotte altijd bij me.
Hier in Zeeland moet ik helaas wel een abonnement nemen op zo’n alarminstantie. Dat kan zowaar ook als je alleen een mobiele telefoon hebt en geen vaste aansluiting meer, zoals wij. Kost bij elkaar wel 37,50 per maand. Een hoop geld, vind ik. Gelukkig heeft voorlopig de huishoudelijke hulp aangeboden dat ik haar mag bellen als ik iemand nodig heb.
Fotografie: Maxim Wermuth
Dit bericht heeft 0 reacties