
Blog Marianne
Dapper ging ik mijn lijst af, de ene baddersessie na de volgende pakking. De meest bijzondere ervaring had ik bij de Kneipp-wisselbaden. In een apart gebouwtje was een vrouw, type kampbewaakster, die mij gebaarde om in een gemetseld voetenbad met warm water te gaan staan.
Je pakt een beugel op heuphoogte vast en maakt vijf minuten lang passen op de plaats. Daarna overstappen naar het volgende bad, met koud water, vijftien seconden. Repeat, drie keer. In de vloeren waren keien ingemetseld, die het effect gaven van een voetmassage. Ben ik vanwege mijn MS-voeten geen fan van. Blij dat ik klaar was liep ik naar de kleedkamer. “ZURÜCKKOMMEN!” riep de vrouw. Pardon?! “LIEGEN!” commandeerde ze, terwijl ze naar een bed wees.
Ik werd heel boos, maar zei niets en ging gedwee liggen. “KNIE ODER FUSS??” vroeg ze. “Ik heb werkelijk geen idee wat je van me wil,” zei ik. “KNIE-ODER-FUSS??” beet ze me nogmaals toe. “Nou, doe maar Fuss,” zei ik. Ze liep weg en kwam terug met een mega-theezak, ter grootte van een sierkussen, vol met kamillebloesem.
Die legde ze op mijn voeten en daarna pakte ze me warm in met lakens en dekens. “HALBE STUNDE LIEGEN BLEIBEN”. Inwendig mopperend keek ik een halfuur lang naar een tegel die uit het systeemplafond dreigde te vallen. Ik wist één ding zeker: dit ging ik niet nog een keer doen. Raar mens.
Het halfuur ging voorbij. Ik werd bevrijd uit de dekencocon en de vrouw deed me zowaar met een vriendelijk knikje uitgeleide. Eenmaal buiten haal ik opgelucht adem. En ineens merk ik: ik loop normaal! Het zware MS-gevoel in mijn benen is weg, ze doen het gewoon! Alsof ik kilo’s lichter ben. Toch nog maar een keertje boeken, deze kundige mevrouw.
Alle kuurbehandelingen zorgen ervoor dat ik veel beter loop. Ik ben hier weliswaar diep ongelukkig, maar het helpt dus wel. Alleen, op dag zeven voel ik me ’s avonds een beetje raar. Hartkloppingen, oorsuizingen, vaag misselijk. De volgende ochtend is dat nog zo, dus ik ga langs de kuurarts. Ze onderzoekt me en maakt met een antiek apparaat een ECG. Als ze het strookje bekijkt, schrikt ze. Er is iets met mijn hartritme. “Ik ga een ambulance bellen. U heeft misschien een hartinfarct gehad en u moet naar het ziekenhuis.” Ik voel me alsof ik in een surrealistische film ben beland.
Wordt vervolgd…
Dit bericht heeft 0 reacties