
Blog Lisette
We spreken af dat mijn vriend buiten de bovenlichten zeemt omdat ik daar niet bij kan, zonder op het voor mij onmogelijke trapje te gaan staan. De rest wil ik zelf doen, heel graag zelfs. Dan kan ik mezelf ook eens nuttig maken.
Nadat hij zijn deel heeft gezeemd, heb ik gister de ramen aan de achterkant van het huis gedaan, vandaag het brede raam aan de zijkant. Het raam aan de straatkant gaat mijn vriend doen. Het is vervelend, maar we denken dat er commentaar te verwachten is als ik opeens de ramen sta te zemen.
De straatborrels worden bijvoorbeeld nooit bij ons gegeven, omdat ik dat ‘met mijn MS niet kan’. Vanaf de straat is niet te zien dat ik me, met de spons in mijn hand, opvang tegen het glas, dat ik daarna zo moe ben dat ik nauwelijks mijn naam nog weet en dat het zemen van de ramen maar zeer matig gelukt is.
We zouden ons niets aan moeten trekken van wat anderen denken, maar doen het toch en dus zeem ik alleen nog het raam aan de zijkant. Dat is ook wel zichtbaar vanaf de straat, maar ik sta er tenminste niet zo pontificaal in beeld. Omdat het me zoveel moeite kost om op de been te blijven, kan ik niet tegelijkertijd om me heen kijken.
Daarom heb ik ook niet gezien dat een buurtbewoonster me aandachtig gade heeft geslagen. Het is iemand die ik nauwelijks ken, we hebben nog nooit een woord gewisseld, behalve een beleefde ‘goedendag’. Ons vervelende voorgevoel blijkt terecht als ik vandaag in mijn rolstoel ons huis verlaat en haar toevallig tegen het lijf ‘loop’. Ze knikt naar het huis en zegt verontwaardigd: “Oh, dus dat kun je wél?”
Lisette
Foto: Ali Huisman
Het liefst lap ik de ramen `s nachts, dan zien “ze” me niet en krijg ik ook geen commentaar.
Fijne middag