
Langdurig medicijngebruik wordt vaak niet besproken
Na een bepaald medicijn te hebben gekregen, bedoeld om altijd te gebruiken, heeft één op de zes mensen daarover nooit meer contact met de voorschrijvende arts. Dit blijkt uit onderzoek door de Patiëntenfederatie Nederland. Daarvan is ook MS Vereniging Nederland lid. De federatie onderzocht via haar ledenpanel hoe het contact tussen patiënt en zorgverlener is over het medicijngebruik. In dat eigen panel zitten zo’n 9000 personen.
Ook mensen met MS gebruiken vaak lang medicijnen. MS-remmers zijn daar een voorbeeld van. Maar ook andere medicijnen, zoals middelen tegen spasmes en blaasproblemen, worden soms jarenlang geslikt zonder dat iemand nagaat of het nog wel zinvol is.
Mensen die regelmatig een MS-verpleegkundige bezoeken of een arts nemen misschien hun medicijngebruik daarbij wel onder de loep, maar er zijn ook veel patiënten die dat niet doen, zo leert het onderzoek van de Patiëntenfederatie. Ze blijven dus maar slikken en prikken, zonder dat ze weten of het nog wel helpt of nodig is. Ook horen ze niet van hun zorgverlener of er ook andere medicijnen zijn die wellicht beter werken of minder bijwerkingen geven.
Neem Rita, een vrouw van 62 met MS. “Ik heb jarenlang het interferon-bèta Rebif gespoten,” zegt ze. “Ik ging langzaam achteruit, maar had al heel lang geen schubs meer. Ik zag wel af en toe de revalidatiearts, maar de vraag of Rebif nog wel hielp kwam eigenlijk nooit aan de orde. Ik vroeg me af of ik met het spuiten door moest gaan of stoppen. Na een gesprek met de neuroloog en een MRI bleek dat ik eigenlijk in de secondaire progressieve fase, SPMSSecundair Progressieve MS (SPMS) Vorm van MS waarin (bijna) geen aanvallen meer voorkomen, maar lichaamsfuncties wél beschadigd kunnen raken. Meer..., zat. Daar doet Rebif niets tegen. Dus ben ik in overleg met de neuroloog gestopt.”
‘Medicijn-APK’
De Patiëntenfederatie Nederland vindt dat iedereen die langdurig een medicijn gebruikt jaarlijks een gesprek over dat gebruik moet hebben. “Noem het een medicijn-APK,” aldus Dianda Veldman, directeur-bestuurder van de federatie. “Niet alleen stelt een groot deel van de medicijngebruikers regelmatig contact simpelweg op prijs, dit kan ook bevorderlijk zijn voor de gezondheid van patiënten. Daarnaast maakt het patiënten bewuster van de medicijnen die zij gebruiken en gaat het verspilling van medicijnen tegen.”
Vaak aanpassingen
Uit het onderzoek van de patiëntenfederatie blijkt ook dat als er een gesprek werd gevoerd over het medicijngebruik in 70% van de gevallen een aanpassing volgde. In de vorm van een ander type medicijn, andere dosering of zelfs helemaal stoppen met de medicatie. Bovendien geeft samen beslissen de patiënt meer vertrouwen dan wanneer de zorgverlener zonder overleg voorschrijft. Wel is het volgens de federatie dan van belang dat de patiënt ruim de tijd krijgt om zich op het gesprek voor te bereiden.
Rol van de apotheek
Als het over medicijnen gaat, is de apotheker natuurlijk bij uitstek degene die er kennis van heeft. Die zou daarom ook een veel grotere rol kunnen spelen bij het overleg over het medicijngebruik. In de praktijk blijkt dat echter nog niet zo vanzelfsprekend. Er zijn maar weinig apothekers die zo’n rol op zich nemen.
Bronnen:
Honderdduizenden Nederlanders gaan onnodig jaren door met medicijnen. En dat is ongezond
Dit bericht heeft 0 reacties