
Over het effect van een tekort aan vitamine D op MS wordt veel geschreven. Volgens een internationale studie is de hoeveelheid vitamine D in het bloed, die vroeg in de ziekte wordt aangetroffen, van voorspellende waarde voor het verloop van MS.
Deze resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift JAMA Neurology. Verschillende onderzoekers, waaronder professor Chris Polman en professor Frederik Barkhof, van het VUmc MS Centrum Amsterdam hebben aan dit onderzoek meegewerkt.
Voor deze studie is gebruik gemaakt van de bloedsamples en gegevens van mensen die in 2002 en 2003 zijn begonnen met de BENEFIT studie. In deze studie werd gekeken naar het effect van vroege ten opzichte van late behandeling met interferon-bèta 1b bij mensen die een eerste MS symptoom hadden gehad (clinical isolated syndroom – CISClinically Isolated Syndrome (CIS) is een eerste episode van neurologische symptomen veroorzaakt door ontsteking en demyelinisatie in het centrale zenuwstelsel. De episode, die per definitie ten minste 24 uur moet duren, is kenmerkend voor multiple sclerose, maar voldoet nog niet aan de criteria voor een diagnose van MS, omdat mensen die een CIS ervaren al dan niet doorgaan met het ontwikkelen van MS. Meer...).
Gedurende de 5 jaar, waarin de studie liep, zijn de mensen klinisch gevolgd, is er regelmatig bloed afgenomen en zijn er MRI-scans gemaakt.
Voor het vitamine D onderzoek is gekeken naar de hoeveelheid 25-hydroxy vitamine D (25(OH)D: actieve vorm van vitamine D in het bloed en vergeleken met het verloop van de ziekte gemeten op MRI en het klinische beeld. De resultaten laten zien dat mensen met hoge concentraties 25(OH)D aan het begin van de studie minder ziekte activiteit laten zien en mindere progressie van de ziekte vertonen.
De conclusie, die de onderzoekers trekken, is dat mensen met MS die interferon-bèta 1b gebruiken en lage vitamine D waardes aan het begin van de ziekte hebben, waarschijnlijk een hoog risico hebben op een actiever verlopend MS en op snellere progressie van de ziekte.
Uit dit onderzoek kan niet de conclusie getrokken worden dat het extra innemen van vitamine D de prognose verbetert. Momenteel loopt het onderzoek SOLAR, waarin het effect van het aanvullend innemen van vitamine D naast het gebruik van interferon-bèta wordt gemeten. Dit onderzoek loopt ook op VUmc.
Bron: Nieuwsbrief VUmc
Dit bericht heeft 0 reacties