Ruim 300 miljoen, bestemd voor zorg, is in 2015 niet besteed door gemeenten. Door het Rijk toegekend om trapliften, huishoudelijke hulp of ondersteuning voor jonge en oude mensen met beperkingen in te kopen. Waar is het dan wel besteed aan? Dat moet nog onderzocht worden.
Het gemeentelijke zwembad, een luxere uitvoering van het meubilair van het stadskantoor, rotondes of een Limburgse projectontwikkelaar, we weten het niet. Maar alles was belangrijker dan zorgbehoevende burgers ondersteunen, dat is duidelijk. Voor dit jaar verwacht ruim de helft van de gemeenten opnieuw overschotten op de Wmo-uitgaven.
Wat betreft mijn eventuele ondersteuning, dat begrijp ik. Ik zie er zó goed uit! Niemand gelooft dat ik chronisch ziek ben. Ik besteed dan ook een vermogen en veel tijd – die ik in overvloed heb – aan make up en de kapper. Ik werk aan mijn conditie door middel van buurtwandelingetjes. En ik kleed me zorgvuldig voor elke gelegenheid. Nooit zegt iemand tegen me: “Wat ziet u er moe uit!” Of: “Hebt u vandaag veel pijn?” Maar wel, in een winkel met babykleertjes: “Wanneer bent u uitgerekend?” En neen, ik heb mijn BMI onder controle.
Dat niemand gelooft dat ik ziek ben, soit. Dat WMO-ambtenaren mopperen dat dit écht de laatste woningaanpassing is die ze toekennen, ach, alles heeft z’n prijs. Van Vanessa geloofde ook destijds niemand dat ze doodongelukkig was.
Maar dat je met droge ogen zeer oude, licht verwarde vrouwkes hun huishoudelijke hulp afpakt, gemeentelijkekeukentafelambtenaar zijnde, vind ik onbegrijpelijk en harteloos. Dom ook, op de korte termijn: het is vragen om schrijnende situaties, brandwonden, vervuilde huizen, valpartijen, ziekenhuisopnames. Kortom, onnodig leed en hoger zorgkosten.
Dat je ouders met jonge, meervoudig gehandicapte kinderen verder laat ploeteren zonder professionele ondersteuning, is een perverse uitwerking van het eigen schuld-dikke bult principe. Dat je ondersteuning wegbezuinigt voor mensen die volop in het arbeidsleven willen staan – met rolstoel, blindenstok of wat voor hulpmiddel dan ook – lijkt me een schending van het VN Verdrag Gelijke Rechten aangaande mensen met beperkingen.
Waarom zou de Directeur Generaal van VWS wel ondersteuning verdienen (een secretaris, dossierdrager, chauffeur) en een rolstoelende moeder die bij een fondsenwerforganisatie werkt en hulp voor haar huishouden nodig heeft om te kunnen werken, niet?
Dat de Volkskrant dan in een commentaar op deze beschamende vertoning schrijft dat het tijd wordt dat het College van de Rechten van de Mens de klachtenstroom in goede banen leidt, vind ik merkwaardig. Zorgbehoefte en een menswaardig bestaan, als lastig, bestuurlijke en juridisch probleem. De arme overheid kan de klachten niet aan!
Ik zou het eerder als een mensenrechtenprobleem beschouwen. Gelukkig hielp een rechterlijke uitspraak van de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in dezen – deze week (18 mei ’16) al: ‘huishoudelijke hulp is gewoon een vorm van zorg die gemeenten aan hun burgers die het nodig hebben moeten leveren. Zonder dat die burger daarvoor naar de rechter moet stappen.’
Maar verder: laat het College maar eens bekijken of hier ook de gelijke rechten van mensen met makke worden geschonden. Het VN-verdrag vraagt heel wat, de Nederlands overheid heeft zich eraan verbonden. Wordt nog een flinke klus blijkbaar, om dat tussen de oren te krijgen. Ze begrijpen er niks van, zou Caetano Veloso zingen…
Muziek: Caetano Veloso met Você não entende nada (je begrijpt er niks van)
Fotografie: Maxim Wermuth
Dit bericht heeft 0 reacties