Column Marja Morskieft:

“Kom binnen en neem je stok mee”, zei mijn jarige vriendin, “anders gaan we straks allemaal met elkaars stokken naar huis!” Kijk, zoiets hoor je niet gauw op een standaardverjaardag. We zaten met wat vriendinnen bij elkaar taart te eten en cadeaus te bewonderen. Dingen die je zoal op een feestje doet. Maar het gespreksonderwerp was niet standaard.

Stok mee? Of niet…

toegankelijkheidHoe bewogen we ons in de openbare ruimte? Ik zat tussen vrouwen die moeiteloos het departement  voor Silly Walks konden bevolken, mezelf niet uitgezonderd. Met dit verschil dat ik pas afwijkend loop na een halve kilometer. De eerste vijfhonderd meter zie je niets aan me, baas boven baas.

Voor ieder van ons speelden dezelfde dilemma’s: neem je een stok mee, dan kan iedereen zien dat je wankel bent, kies je dan een opvouwbaar exemplaar dat je alleen als het nodig is tevoorschijn tovert, als je bijvoorbeeld écht een zitplaats in de bus nodig hebt?

Maar ja, die stokken zijn nogal wiebelig. Een pootje eronder zodat de stok kan blijven staan, in plaats van steeds op de grond klettert? Scheelt je gevaarlijke manoeuvres. Ik raadde iedereen een fietslampje eraan, om je zichtbaarheid ’s nachts te vergroten. Niet dat ik me ooit ’s nachts buiten waag. Scheve tegels zijn dan een onmogelijke hindernis. Maar sinds ik op een parkeerplaats bijna overreden ben door een snel optrekkende BMW wil ik gezien worden.

Disabilitybitch

We wisselden strategieën uit om een druk plein over te steken: niet, of alleen naast iemand die stabiel en rechtuit loopt, langs de kant van het plein lopen zodat je steun hebt aan de rechte lijnen van muren, hekken en winkelpuien. Focussen. Manieren om te reageren als je toch gevallen bent en iemand je wil ophijsen. Niet iedere behulpzaam toegeschoten opraper is nu eenmaal even handig of tactisch.

Hoe ga je daar mee om zonder meteen als disabilitybitch te worden weggezet? Je moet maar net, in je mooiste jas op de grond beland door een misstap, schrikreactie of kortsluiting, je woordje klaar hebben. Verfomfaaid of niet, een vrouw wil haar waardigheid toch bewaren.

Centen zoeken

Afijn, het was een heel gezellige en vooral nuttige middag. Ik heb weer veel bijgeleerd en begreep dat wij zwalkende, hompelende en soms rollende mensen in een parallelle ruimte leven waar snelvoetige medeburgers geen weet van hebben. Een gezellig plein met kinderkopjes dwingt ons meteen tot het scannen van de begaanbare route, rekening houdend met de hoeveelheid voetgangers, autobewegingen en fietsverkeer, hun snelheid – vervloekt zij de fietskoeriers.

Ik zie vaak weinig van de omgeving: ik moet zoveel informatie verwerken over de route vóór me (‘centen zoeken’ zegt mijn man) met traag werkende ogen, dat ik niet toekomt aan de gevels en de lucht boven me. Hoog Sammie, kijk omhoog Sammie! Ik loop gebogen.

Hindernissen

De context doet er ook toe. Bij een klassiek openluchtconcert hoef je niet zo alert te zijn, daar zijn meer stokken en rollators. Op de kermis daarentegen, moet je alert zijn op jochies die je stok onder je vandaan schoppen. Lol.

Hellingen die anderen nauwelijks opmerken – vals plat – kunnen halverwege alle kracht uit je benen trekken. Zie dan maar eens de openzwaaiende deuren van de bieb te bereiken. Wortelopdruk, gaten in de bestrating, uitgestalde reclameborden en bakken, scooters,  zwerfvuil: hindernissen die we als een tweede natuur direct scannen.

Als de IC technologie zover is dat ze mijn hersengolven kunnen scannen en omzetten in software die me moeiteloos door een onbekende stad loodst, laat die zich meteen melden. Ik heb informatie genoeg onder mijn schedeldak voor een extra Google Maps, speciaal voor kreukels en andere silly walkers.

Marja Morskieft
Mei 2019

Fotografie: Maxim Wermuth

Muziek: P!nk: What about us?

 

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.