Je moet de goden niet verzoeken. Dat weet ik al sinds de middelbare school, waar ik misschien wel als enige van mijn vriendenclubje gretig Griekse tragedies en mythologie consumeerde.

Wat een benijdenswaardige levens, zo op het scherpst van de snede! Naar de zon vliegen en neerstorten (Icarus). Geofferd worden door je trouweloze vader (Iphigeneia) en op het laatst gered worden door de kekke godin Artemis. Genomen worden door een zwaan (Leda), ontvoerd door een stier (Europa).

Dat alles leek me aantrekkelijker dan mijn eigen saaie leven in een benepen gezin. Mijn vader: ‘Je hoeft niet te leren, je trouwt tóch.’ Omdat hij daar niet veel vertrouwen in had, gaf hij uiteindelijk toch toestemming.

Ja, met de Griekse goden viel niet te spotten. Vreselijk was hun wraak, ze lieten je lever eruit pikken door een adelaar (Prometheus) of verzonnen een alternatieve eeuwigdurende kwelling.

Nu vergeet ik dat soms: de goden niet verzoeken. Zo schreef ik vorige maand een stukje over hoeveel ik van mijn leven hield. Het was wat overtrokken, geef ik toe (https://msweb.nl/actueel/columns/marja-morskieft/i-love-my-life/)  want het leven met MS is niet altijd een lolletje.

Meteen werd ik er ook voor gestraft. De inkt was nog niet droog of ik werd met keelpijn wakker, een eufemistische beschrijving van hoe het voelde: scheermesjes in mijn strottenhoofd, mist rond mijn voorhoofd en watten in mijn voeten. Uiteindelijk liep het uit de hand en bleek ik een longontsteking te hebben. De pneumokok – ook een Griekse uitvinding – bleek me te grazen te hebben genomen.

Had ik maar nooit beweerd dat ik zo’n leuk leven had, jammerde ik. Dat ik zo genoot van alles om mij heen: de hyacinten. Ook een Griek overigens: een Spartaanse held en halfgod. Hun geur deed me nu al kotsen, waren ze altijd zo opdringerig aanwezig?

Ineens wist ik ook waarom ik nooit aan LSD begonnen was: de hallucinaties ’s nachts waren zo levensecht en ik dreef zover van de werkelijkheid dat ik een week lang tegen mezelf zei: ‘Ik mankeer niks, ik ben alleen uitgeput van de nachtmerries’, waarna ik omviel op de bank. Zo ik daar al terecht kwam.

Als niet een bezorgde mailvriendin – want ik zat ook vrolijk te internetbankieren, het is godlof niet mis gegaan – me had aangespoord om de huisarts te bellen, was ik zeker aan slangetjes op een IC-bed geëindigd.

Eenmaal ziek verklaard verdwenen de nachtmerries met elke vieze pil die ik innam. Daarvoor in de plaats veel andere ellende die ik u zal besparen, maar die ik mijn grootste vijanden wel gun.

Nu ja, ik houd dus al een maand niet zo van mijn leven. ‘Dat zal je leren’ zullen ze daarboven gezegd hebben. ‘Dacht je dat je kon leven als een godin op de Olympus?’

Ik zal het nooit meer doen. Heb er ook geen energie voor. De dagelijkse bezigheden als mijn pyjama verwisselen voor een joggingbroek zijn mij voorlopig zwaar genoeg. Gewoon mijn leven leiden is nogal een opgave: je moet wassen, plassen en eten, rekeningen betalen.

Het gaat steeds beter, de woorden in mijn hoofd vormen weer coherente zinnen. Ik kan weer een veer van mijn lip blazen, muziek verdragen en een rondje om het huis lopen.

Incognito onder een grote muts, want stel je voor dat de goden me in het snotje krijgen en besluiten me weer te straffen voor mijn hoogmoed.

Dus sjok ik door de buurt op mijn hoede voor zwanen, leverpikkende adelaars en drieste stieren. Restanten van mijn opleiding en hallucinaties.

Marja Morskieft, februari 2017

Fotografie: Maxim Wermuth

Muziek: Angélique Ionatos: “Le lamento de Marie”

https://www.youtube.com/watch?v=EOsrmZIqRW0

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.