
De afgelopen periode heb ik het niet leuk gehad. In januari kreeg ik na 6,5 jaar stabiel te zijn geweest een nieuwe schubeen terugval in - of opflakkering van - MS. Een een periode met klachten, die ook wel aanval of exacerbatie wordt genoemd. Meer.... En op de MRI- scan die toevallig ook gepland stond was een dikke ontsteking te zien die weer andere klachten gaf. Twee schubs in dezelfde periode. Bad news!
Na een predkuur kon ik in elk geval weer lezen en tv kijken en realiseerde ik me pas echt hoe weinig gevoel ik nog in mijn rechtervoet en -hand over had. Die snotziekte sluipt erin en ik had het niet eens echt door. Sommige dingen worden normaal terwijl ze dat helemaal niet zijn.
Een predkuur halverwege de winter is voor mij een echte gotspe en mijn stemming zakte tot onder het nulpunt. Ik kwam er eigenlijk niet meer uit. Tijdens een gesprek met een vriendin kwam ik erachter dat ik wel echt een weeny aan het worden was. Tijd voor actie!
Tijd voor een skivakantie met veel zon, zuipen en ziekenhuis en je ouders in shock! Terwijl ik de week ervoor nog snotterend tegen mijn lief zei dat ik het niet eens zag zitten een weekendje in eigen land weg te gaan, zat ik vervolgens op 2300 meter in de zon op de piste in Frankrijk. Hoe een weeny kan rollen ;-).
Remmen
Ik heb er al eens eerder over geschreven: ik ben geen wizard op de skies. Ik probeer te remmen door mijn grote teen tegen m’n schoen omhoog te drukken (achterop de skies staan, heet dat) hetgeen steevast resulteert in blauwe teennagels. En als ik het echt eng vind worden slaan m’n benen vast en krijg ik de neiging om weer terug te grijpen op de pizzapunttechniek. Veel te vermoeiend en compleet onnodig, want ik kan het best.
Deze vakantie was het warm en druk op de piste. De sneeuwomstandigheden varieerden van keihard tot bagger. Elke omstandigheid vergt zijn eigen techniek. Het ene moment ga je met twee vingers in je neus, het volgende moment is het hard werken.
Ik merk dat ik eigenlijk alleen met twee vingers in m’n neus naar beneden wil. Ook op stukken waar dat echt niet kan. En dat ik een enorme weerstand, zelfs bijna verontwaardiging, voel wanneer de piste er in mijn ogen slecht bijligt. ‘Hoe durf je er zo bij te liggen! Wat een snotzooi!’
Hmmmmm… Waar ken ik dat mechanisme van? Het vooral mákkelijk willen en weerstand hebben wanneer het wat moeilijker wordt? Het moeilijk accepteren van de werkelijkheid die voor je ligt en waar je hoe dan ook toch doorheen moet. Want het is nu eenmaal zo…
Techniek aanpassen
Ik had het er met mijn lief erover. Die gaat ook het liefst moeiteloos (wie niet?) naar beneden. Maar op momenten dat het moeilijker wordt, past hij zijn techniek automatisch aan. Kijken, resetten en gaan. Weerstand hebben heeft geen zin; accepteren en incasseren is veel nuttiger. En naderhand kijk je met meer plezier terug, want je hebt het maar mooi geflikt. Vreemd, ik heb nooit gedacht dat skien zo symbolisch kan zijn voor het leven. Voor mij in elk geval.
Inmiddels ben ik weer veilig beneden op ANP-niveau. M’n weeny is boven gebleven. Binnenkort start ik met nieuwe medicijnen. Nieuwe situatie, nieuwe techniek. Ben benieuwd of ik goed de piste af kom.
Mariëtte
Fotografie: Martin de Bouter
Dit bericht heeft 0 reacties