
In het gemiddelde lifestylemagazine word ik er mee doodgeknuppeld: de westerse mens moet vertragen. We rennen als kippen zonder kop rond op een planeet die tollend ten onder gaat. We worden overstelpt met informatie op tablets, computers en teevees. En als je niet bereikbaar bent via de mail, whatsapp, twitter, facebook en instragam op je nieuwe i-watch ben je een hopeloze nerd. Sooooo last century. Niet bereikbaar is ondenkbaar. Niet op de hoogte is dom.
Sinds ik niet meer kan werken stik ik bijna in m’n vrije tijd. In het begin moest ik echt m’n best doen om te onthaasten. Wat heb ik allemaal niet geprobeerd? Mediteren was het eerste. Met het schuim op de lippen van ongeduld geleerd om vijf minuten eerst naar m’n eten te staren voordat ik het hapje voor hapje naar binnen werkte. Dit mindful eten – of slow eating zoals dat heet – was bij mij geen lang leven beschoren.
Ook het eindeloos op een stoel zitten om alleen wezenloos m’n ademhaling te volgen: eenmaal in de zoveel tijd probeer ik het weer eens maar eigenlijk heb ik er het geduld niet voor.
Vervolgens heb ik yoga geprobeerd om naast de geest ook het lichaam te trainen. Nu ben ik zo lenig als een kat (NOT) en heb ik de verhouding vet-spiermassa van een aangespoelde walvis. Ik voelde me dus tussen al die lenige, slanke, veerkrachtige en spiritueel begeesterde gympakjes niet erg op m’n gemak.
Maar wat me het meest tegenviel was het meedoen met die slowwwwww bewegingen. Om dan goed te voelen hoe de rek in bijvoorbeeld je taille je geest beïnvloedde. Nou, dat kon ik je al vertellen voordat ik op yoga ging: dat voelt @#$%^^&&&!! Verder voorkwam mijn lousy spiermassa dat ik allerlei houdingen niet mee kon doen laat staan tien tellen vasthouden. Bij yoga is het belangrijk dat je alle streven naar resultaat loslaat. Ik moet bekennen dat ik daar te fanatiek voor ben en aan het eind van de les eerder gefrustreerd dan gelouterd de zaal verliet. So far for slow moving.
Verder doe ik het niet echt slecht, al vind ik het zelf. Ik ben bijvoorbeeld een held in het slow knitting. Zo legde ik afgelopen vrijdag de laatste hand aan m’n zelfgebreide vestje. Heb ik toch even drie jaar over gedaan! Elke keer als ik het onderhanden werkstuk tevoorschijn haalde vroeg mijn lief ontsteld: “Mijn hemel, is dat ding nou nòg niet af?!” En dan breide ik weer een paar naalden om het vervolgens weken weer niet aan te raken. En toch is het afgekomen, goed hè?
Om nog even terug te komen op de mindstylemagazines. Naast slow eating, slow moving en slow knitting moeten we ook aan het slow cooking en slow shopping. Slow cooking begrijp ik wel: je stopt een stoofpot of braadsel in de oven en laat het bij 60 graden in circa twaalf uur gaar stoven. De hele dag loopt het water uit je mond vanwege de lekkere geuren, maar opeten ho maar. Verder ook lekker energie-efficient.
Maar slow shopping: hoe doe je dat dan? Ik zie mezelf dan zeer mindful door een winkelstraat lopen; stapje voor stapje de voetzolen goed en bewust afrollend, omver gelopen door mensen die ff snel een boodschapje willen doen. En dan drie uur in een modewinkel alle rekken één voor één afstruinen net zolang totdat ik door het getergde personeel naar buiten wordt gebonjourd. Wegwezen, gek! Hmmmm… En dat was dan pas winkel één.
Toch doe ik het op dit punt ook niet slecht. Ik maak mijn kleding namelijk veelal zelf. Het hele proces – met uitzondering van de katoen kweken, oogsten, schapen scheren, spinnen, weven en verven – doe ik in een slowwwww tempo. Uren, dagen, weken kan ik bezig zijn met het uitdenken en maken van een patroon, het knippen van de stofEen in de biochemie vóórkomende natuurlijke en scherp te onderkennen en te beschrijven chemische stof, bijvoorbeeld het aminozuur alanine (C3NO2H8), glucose (C6O6H12) als bestanddeel van glycogeen enz. enz. Meer... en in het elkaar zetten van het kledingstuk. Slower kán het niet, denk ik zo. Kan geen slow shopping tegenop!
Ik moet wel bekennen dat ik tussen de bedrijven door regelmatig op m’n tablet de weersvoorspelling, nieuwsberichten, reclamefolders, mail, whatsapberichten, televisiegids, outletstores en online-winkels check. Maar dan wel heeeel slowwwww….
Fotografie: Martin de Bouter