Er zijn van die maanden die alleen lijken te dienen om het jaar vol te krijgen. November is er zo één, maar die heeft dan nog als voordeel dat de feestdagen in het verschiet liggen. En halverwege de maand komt Sinterklaas alweer binnengevaren, met alle onnozele discussies van dien. Kortom: een beetje reuring nog en reuring in het verschiet. Maar januari spant de kroon.

column-140120-mariette-januariIn januari is alle reuring passé. Er daalt een stilte neer, die eigenlijk alleen goed kan worden opgevuld met een vette winterslaap. De maand geeft mij hetzelfde gevoel als wanneer ik op vakantie naar Italië ga: eerst moet je dat stuk door Duitsland rijden voordat het een beetje leuk wordt. Het stuk is saai en lang. Net als januari. Januari is ook een jaarlijks terugkerende deceptiemaand.

Op 1 januari gooi ik met een zucht van verlichting de kerstboom de kamer uit. Vervolgens krijg ik de neiging de ramen te wassen, flink te soppen, te luchten en te stofzuigen. Zo: alle muizenissen en spinnenwebben van het oudejaar de deur uit. Laat de lente maar komen! Maar ja, de winter is net begonnen, dus van lente nog lang geen sprake. De dagen zijn nog net zo kort als in december. Slechts hier en daar snoept de dag er een minuutje bij van de nacht. Deceptie één.

Vervolgens is daar de lichte paniek om de resultaten op de weegschaal. Er moet maar eens een eind komen aan dat gevreet en gezuip! Geen geknaag meer doordeweeks en nog één glas wijn per dag en dan alleen bij het eten. Na een week sluipt daar toch weer de klad in onder het motto: ik ben vandaag toch jarig, ik ben moe, ik heb geen zin en ik ben zielig want januari is lang en nog geen spoor van lente gezien. Dus dat ene glas wijn worden er twee (“Nou, twee is toch best heel acceptabel”) en na verloop van een week drie (“Nou, in vergelijking tot vorig jaar is het toch een hele verbetering”) en soms ook vier (“Hè, gezellig bij de open haard. En het is nu toch weekend?”). Kortom: deceptie twee.

Dan het sport- en buitenwerk: “Dit jaar ga ik het anders aanpakken! Ik ga elke dag na de lunch een half uur lopen! Dan kom ik buiten en heb ik m’n beweging. Veel beter voor me dan dat binnenhangen!” Tsja, na een week heb ik de beslissing genomen dat dit alleen hoeft op de dagen dat ik niet naar de fysio ga. Dan zit ik toch op de fiets en train ik daar toch? En verder: ‘Hè, get wat een hondenweer!; Traplopen is toch ook sport?; Ik heb toch gestofzuigd?; Luister, ik heb MS dus dit voornemen is geen doen voor mij!” Naast een overdosis aan slappe vetrollen heb ik blijkbaar totaal geen discipline! Deceptie drie is een feit.

En dan heb ik nog niet eens over geplunderde bankrekeningen, schrikbarend hoge jaarafrekeningen, geëffectueerde kabinetsmaatregelen en de eindeloze bak wereldellende op radio en tv. Of dat het niet wil gaan vriezen, terwijl het nu echt de tijd van het jaar ervoor is. Of sneeuwen. Nog geen vlokje gezien, niet eens een natte flats! Boehoehoe!

Nee, januari is voor mij een noodzakelijk kwaad om in februari te komen. En dan in maart, wanneer de zomertijd weer in gaat. En die maanden duren al lang genoeg. Tot die tijd word ik heen en weer geslingerd tussen goede voornemens en slechte gewoontes. Daarna ga ik weer over tot de orde van de dag. Want een mens kan zichzelf ook te lang aan z’n eigen kop zeuren. Tot volgend jaar januari. Dan voltrekt zich het hele ritueel opnieuw. Alsof ik niks anders te doen heb. Ach ja, ik moet toch wat in januari? Misschien doodt het de tijd wat. Want mens, wat duurt die maand lang!

Mariëtte

Fotografie: Martin de Bouter