
Sinds jaar en dag kom ik al in uw winkel voor mijn boodschappen. Toen ik nog kleine Marjetje was ging ik al met mijn moeder mee naar dat kleine winkeltje aan de Lawick van Pabstraat in Arnhem. Kent u dat winkeltje nog? Veel te smalle paden voor veel te veel mensen, maar wel goede aanbiedingen. Mijn moeder kocht u op zaterdagmiddag voor sluitingstijd altijd arm aan afgeprijsd vlees. Geen idee hoe het winkeltje er nu voor staat. Ben er al jaren niet meer geweest.
Daarna ging ik in Enschede altijd mijn studentenvoer bij u kopen. U was toen heel vooruitstrevend, want we mochten allemaal Fl 50,- extra uitschrijven op de betaalcheques. Uw winkel had ook een zeer sociale functie: wanneer ik te weinig geld bij me had voor mijn kookbeurt – en dat gebeurde nog wel eens – dan liep er altijd wel een studiegenoot rond die me een gulden kon lenen. En uw diepvriespizza met vruchten was bij mij razendpopulair om op vrijdagavond mijn stapkater weg te werken. Ja, meneer Heijn, dat waren nog eens tijden.
Inmiddels ben ik jaren ouder en – helaas – een mens met gebreken geworden. Nou, meneer Heijn, u bent toch ook niet meer de jongste dus u zult wel weten hoe dat voelt. Ik vraag me af of u wel eens boodschappen doet in uw eigen winkels… Ik denk het haast niet want dan zou u het beleid niet zo klant-onvriendelijk hebben gemaakt. Want meneer Heijn, u blijft weliswaar ‘op de kleintjes letten’, maar ik denk dat het vooral uw eigen kleintjes zijn. Rinkelende kleine duitjes in uw eigen zak, wel te verstaan.
Neem nou eens uw inkoopbeleid, meneer Heijn. Heb ik eindelijk een frisdrankmerk gevonden dat ik te pruimen vind, zonder aspartaan en dat soort shit: zoek ik me er een week later zwetend helemaal ongans naar. En als ik dan eindelijk – tussen alle dampende puberhormonen uitwasemende vakkenvullers door – de bedrijfsleider heb gevonden, vertelt ie me doodleuk dat het product niet meer besteld wordt: “Tja, het liep niet…” Om dan vervolgens drie weken later een soort surogaatfrisdrank van het eigen merk in het schap te vinden. Bah!
Of wat te denken van uw winkelindeling? Die verandert steeds, meneer Heijn! Weet u hoe het voelt wanneer het fruit voor de zoveelste keer van plek verandert, de boter op de meest ongelofelijke plekken opduikt en de eieren onvindbaar zijn geworden? Ik kan in slechte tijden in blinde paniek urenlang langs de schappen dolen op zoek naar pijnboompitten of kappertjes. Denk ik: die stonden toch bij de pastasauzen en de olijven? Blijkt dat de olijven ineens bij de groenten staan, de pastasauzen bij de pasta (OK, da’s wel logisch) en de pijnboompitten bij de borrelnoten. Dat deed u toch vroeger ook niet in uw winkeltje op de Zaanse Schans: ’s nachts stiekem de koopwaar van plaats verwisselen zodat uw vrouw de volgende dag steeds misgreep?!
Er zijn al vele knappe koppen afgestudeerd op het gebied van het plaatsen van artikelen in de winkel. Zo mag het zout, de suiker en de tomatenpuree zo laag mogelijk in het schap worden gezet. Nu is het zo, meneer Heijn, dat mijn benen het niet meer zo goed doen. Dan loop ik met m’n sleepmandje (zo’n ding met zo’n enorm handvat op wieltjes) en mijn stok op enkelhoogte me ongans te zoeken naar die ondergeschoven artikelen. En als ik ze dan eindelijk gevonden heb dan moeten ze nog in m’n sleepmandje. Als ik buk kom ik niet ver genoeg om het spul te pakken, maar als ik door m’n hurken ga, meneer Heijn, dan kom ik niet meer overeind. Zo ben ik een keertje – ja, dat was echt gênant – bij het groentevak omver gerold bij het pakken van een zakje sla.
Nu weet ik wel, meneer Heijn, dat dat laatste punt bij veel van uw concurrenten ook voorkomt. Dus tja, daar moet ik mee leren leven. Net als dat mensen in een scootmobiel of rolstoel a) niet door de toegangspoortjes passen, b) alleen bij één kassa mogen afrekenen waar voldoende manoeuvreerruimte is en c) nergens bij kunnen wat hoger ligt dan één meter vijftig. Maar die andere dingen: daar kunt u toch wel wat aan doen?
Nou, meneer Heijn, ik hoop dat u niet boos bent over mijn brief. Ik bedoel het goed, echt waar. En mocht u wel boos zijn, tja ga dan eens boodschappen doen bij de Albert Heijn. Dan heeft u pas een echt goede reden om eens lekker van u af te vloeken. Let u onderhand wel op de kleintjes?
Hoogachtend,
Mariëtte van Amerongen
maart 2014